Ja meneer, er bestaan nog opwindende gitaarplaatjes. ‘More than any other day’, het debuut van Ought was er zo eentje. In de overload aan hippe, gezichtsloze gitaarbandjes was steeg het frisse doch intelligente geluid van de Canadezen boven de middelmaat uit zorgde voor een bescheiden succesje. Een jaar en enkele gesmaakte passages in onze contreien later, krijgen we nu hun tweede worp ‘Sun coming down’ voor de kiezen.
Hierop horen we een band die nog geen zin heeft om zichzelf heruit te vinden en stug het reeds ingeslagen pad verder verkent. De muziek op zich is complex, maar het geheel klinkt allesbehalve ingewikkeld. De dikwijls dissonante klanken worden met een zekere luchtigheid erdoor gejaagd waardoor de liedjes nooit boven je hoofd vliegen maar al bij al gemakkelijk binnenkomen. Zanger Tim Darcy slingert zijn half-parlando, die meer dan eens aan David Byrne doet denken, met veel inleving tussen het geram door. Zinnen als “I’m no longer afraid to die / cause it is all that I have left” uit ‘Beautiful blue skies’ klinken in de stijl van Darcy echter nooit overdreven zwaar en zorgen toch voor de nodige diepgang.
Hoewel de riffs en zang nerveus kunnen overkomen, worden de songs in alle rust opgebouwd en krijgen ze de tijd om in te werken. Mooi voorbeeld hiervan is het titelnummer, waarin op het eerste gehoor misschien weinig lijkt te gebeuren maar net lang genoeg volhoudt om je in zijn greep te nemen.
Die koppigheid van Ought loont; wederom leveren ze een plaatje vol postpunkbangers af die toont dat er nog aardig wat rek op hun sound zit. ‘Sun coming down’ is meer uitgediept en snediger dan zijn voorganger en van het spannendste gitaarwerk dat we dit jaar al te horen kregen.
Wie voor de totaalervaring van deze plaat wil gaan (het slungelige uiterlijk van Darcy maakt het plaatje van de muziek namelijk compleet) rept zich best op 22 november naar de Botanique (en je krijgt er nog helemaal gratis de fijne Denen van Yung bij).
Album verdeeld door Konkurrent