Verslag PITCH Festival dag 1, 3 juli 2015

door Thomas Konings

Op de eerste dag van het Amsterdamse PITCH Festival bleek de hitte niet echt een probleem te vormen: zalen en tenten voelden relatief fris aan en het publiek leek ook niet loom geworden door de hoge temperaturen. Met een flesje water in het ene hand en een notitieboekje in het andere, gingen wij op pad voor het onderstaande verslag.

pitch

De eerste act op het programma was James Holden, de producer die nu al een tijdje toert met het succesvolle ‘The inheritors’ uit 2013 en met de Gashouder een wel erg grote zaal moest zien te onderhouden. Dat lukte de Brit en zijn tweekoppige band (bestaande uit een saxofonist en een drummer) aardig. Meestal vond hij ergens de deugdzame gulden middenweg tussen te rustige nummers waarbij het luidruchtige Nederlandse publiek de muziek overstemde en te drukke songs die dan weer net iets te rommelig overkwamen. Zo wist de artiest ons minuut per minuut steeds meer te bevangen met zijn psychedelische groove en hadden we tegen de gloednieuwe afsluiter de danskriebels goed te pakken. Mooie start.

In de kleine en gezellige Westerliefde zagen we vervolgens ZES een optreden geven dat makkelijk als pastiche kon worden beschouwd. De Nederlander droeg een niet echt mooi masker (of was dat toch duct tape?) en een T-shirt met kap voor over zijn hoofd, terwijl hij de zaal rappergewijs aanmaande uit haar dak te gaan. Het was tekenend voor de mix van donkere Burial-electronica en dansbare future bass die nooit echt een juist evenwicht leek te vinden, vermoedelijk ook door het erbarmelijke geluid. De moody gitaarklanken kwamen nogal cheesy over, terwijl de mix in totaal wel vooral naar makkelijke drops leek te streven. Deze producer had voor zijn liveprestatie duidelijk nog wat werk aan de winkel.

Dat is ook het minste wat we konden zeggen over buzzartieste TĀLĀ, die ons later dan gepland toezong, maar waar we vervolgens ook vroeger dan gepland afscheid van namen. De Londense was pas net voor de show in Amsterdam geraakt en kwam met heel wat vertraging en na een vluchtige soundcheck het podium op. We wilden graag geloven dat daar de oorzaak van haar meer dan middelmatige prestatie lag, of dat het doffe geluid van het Transformatorhuis er iets mee te maken had. Haar nummers klonken immers als een rommeltje: de fijne levendige geluiden verdronken in een belabberde mix met overdreven bassen en de Britse haar zang kwam niet echt boven de rest van de instrumentatie uit. Niet dat het voor ons eigenlijk per se anders moest, want de vocals klonken ook niet echt aangenaam en zelfs vals. Zo was de set net zo’n misser als TĀLĀ’s uit de maat gebrachte dansjes.

Dan was het beter toeven bij het overdekte hoofdpodium waar Kaytranada een geschikt moment bracht om de avondzon mee in te luiden. Enerzijds werden de hiphopbeats van de Canadees nergens heel intens, anderzijds verviel de set nooit in een te luchtige mix zonder tanden. Daar had de onvoorspelbare en nooit opgepaste cocktail van verschillende genres vast iets mee te maken: de producer durfde al eens een funky bommetje richting de dansvloer te werpen of een soulvol schijfje de benen te laten verlichten. Echt uitzonderlijk werd de show nooit, maar na twee mindere momenten bracht het PITCH wel weer op het goede pad.

Net zoals Flume bij ons twee jaar geleden een legendarisch optreden speelde op Dour, maakte hij toen ook een triomfantelijke doortocht in de Westergasfabriek. Het publiek zakte dan ook massaal af naar de Westertent om te zien of de Australiër het anno 2015 nog steeds in zich had. Met prachtige visuals en een serieuze lichtenshow was de producer alvast voorzien op de grotere podia, maar eigenlijk bleek hij al die extra’s niet nodig te hebben om de festivalgangers uit zijn hand te laten eten: met zijn hitjes kreeg hij alle handen van begin tot eind in de lucht. Daarbij nam Harley Edward Streten zo goed als geen risico’s. Af en toe mixte de artiest twee van zijn eigen liedjes door mekaar, maar avontuurlijker dan dat werd het ook niet. Dansen zoals thuis in je living dus? Nee, dat ook niet helemaal. Dit was zo’n concert dat puur om z’n uitzinnige ambiance heel erg fijn was, waarin het publiek er zelf voor zorgde dat er iets speciaal aan de gang was. Nu wist Flume ook wel hoe hij zijn set moest opbouwen: met zijn remixen (beter dan het eigen materiaal) als absolute krakers en zonder al te veel rustpauzes. De vraag met het oog op de toekomst scheen: hoe lang houdt deze hype nog stand? De twee nieuwe nummers die de Aussie speelden, waren alvast geen bangers en klonken ook als matige doorslagjes van het oude werk.

Net voor er vlak naast ons iemand onwel werd en minutenlang op de grond bleef liggen, trapte James Blake met zijn hardere electronicadribbels stevig af. We hadden het intussen al zo’n vijf keer gezien en wisten wat er ging gebeuren, maar nooit eerder voelde het materiaal zo scherp en headlinerwaardig aan. De Brit werd dan ook als een echte ster onthaald en ‘Limit to your love’ was vermoedelijk niet vaak eerder zo luidkeels meegezongen. Na het incidentje moesten we er weer even inkomen, maar eens dat gebeurd was, zagen we de Britse schoolknaap verder zijn meer extroverte en dansbare materiaal performen. Dat bleek een succes, al mocht het niet verwonderlijk zijn dat de singer-songwriter intussen weet waar de sterke punten van zijn show liggen. Blake speelt die immers nu al zo lang en zo veel, dat we hopen om na de release van een nieuwe plaat toch een veel minder voorspelbare set te zien, eentje waar je niet bij weet wanneer je moet roepen om in de loop te komen. Desalniettemin kregen we in Amsterdam alweer een sterk gebracht concert, dat overigens met zinderende uitvoeringen van (live-)sterkhouders ‘Retrograde’ en ‘The Wilhelm scream’ een fantastisch slot kende.

De PC Music-gekte had vrijdag ook PITCH bereikt in de vorm van een Danny L Harle-dj-set. Het Dux Content-lid deed wat van hem verwacht werd: fluoroze hitjes draaien die je net zo gelukkig maakten als bronie die My Little Pony kijkt. In een vrij leeg Transformatorhuis serveerde hij een plezante en diverse mix die varieerde tussen een Rainbow Road-versie van Chris Brown z’n ‘Loyal’, nineties-rave met vleugjes Gigi D’Agostino en materiaal uit het kamp van PC Music. Vermoedelijk kregen we zelfs een heleboel gloednieuwe songs van het hippe label – hoorden we daar geen onweerstaanbare nieuwe Hannah Diamond? – al konden die natuurlijk niet de euforie van Harles eigen instant-classic ‘Shine’-remix evenaren.

De avond werd afgesloten door de rosse Schot SOPHIE met een eclectische maar toch onuitgegeven mix van verschillende geluiden. Een set van de ‘Bipp’-producer scheen ook in Amsterdam heel anders dan wat je gewend bent: met minutenlang wriemelend, noisy gezoem aan het begin, bijna tastbare geluiden die uit de boxen lijken te vliegen en minimale geluiden die maximaal aankomen. Nu zagen we de producer onlangs in volle Popcube-voorbereiding nog net iets sterker in Brussel: met beter uitgebalanceerde keuzes en vooral een beter geluid, toch een pijnpunt op de eerste dag van PITCH. Halverwege zakte de show gisterenavond even in met relatief gewone electro; in een eindspurt werd veel goed gemaakt door de nog onuitgebrachte Charli XCX-collabs en Liz’ ‘Rule the world’. Dat de toekomst voor SOPHIE en zijn unieke geluid mooi oogt, mag wel duidelijk zijn.

PITCH Festival gaat vandaag nog door met onder andere Jamie xx, Jungle en Kwabs. Meer informatie vind je op de website.