Michael Schuman die met z’n trolly door een nog lege AB wandelt en snel nog even de merchandise op orde stelt, het is geen alledaags zicht. Mini Mansions spelen hun laatste optreden als voorprogramma voor Royal Blood, want overmorgen worden ze in Austin verwacht voor SXSW. Dat heeft alles te maken met de release van ‘The great pretenders’, het tweede album van het Californische trio. In hun kleedkamer tonen de heren zich behoorlijk ambitieus.
Indiestyle: Jullie zijn al van jongs af aan bevriend. Hoe voelt het om nu samen als vrienden erkenning te krijgen voor jullie muziek?
Michael: Krijgen we dat dan?
Indiestyle: Op tour gaan met Arctic Monkeys, Royal Blood en Tame Impala kan toch tellen.
Zach: Als je het ons vraagt is er nog veel werk aan de winkel. Nog veel meer succes dat we moeten hebben. We zijn nog lang niet klaar (grijnst).
Indiestyle: Jullie hebben twee jaar aan het nieuwe ‘The great pretenders’ gewerkt. In welke mate is het album veranderd van de eerste ideeën naar de uiteindelijke productie?
Zach: Het is helemaal omgeslagen eigenlijk. We hadden een jaar geleden eigenlijk al een plaat klaar. We besloten uiteindelijk om nog wat nieuwe ideeën uit te werken en op te nemen, en dat materiaal is wat nu op het album staat.
Indiestyle: Jullie nummers klinken op zich vrij vrolijk, terwijl de teksten behoorlijk duister zijn. Is dat een bewust contrast?
Zach: Dat is vrij bewust ja.
Michael: Ik zou zeggen dat het niet met voorbedachten rade gedaan is, maar dat is vanuit mijn standpunt. Ik denk niet echt dat ik teksten schrijf gebaseerd op hoe de liedjes uiteindelijk gaan klinken. Ik houd een bepaald idee over en daar bouw ik aan verder. Meestal schrijven we de muziek eerst. En die muziek, of die nu opgewekt of somber is, krijgt achteraf een tekst aangemeten. Het is eerder toevallig dat het meeste werk op het album kwetsbaar, emotioneel en persoonlijk is, en ook vrij introspectief. Ze gaan over relaties en over interne strubbelingen.
Zach: Daar kan ik me wel in vinden. Over wat ik daarnet zei betreffende dat contrast: we zijn altijd geïnteresseerd geweest in tegenstellingen. Dus wanneer we een groots, vrolijk ‘Freakout!’ schrijven hoeven we niet meteen andere nummers schrijven die daar haaks op staan. We houden er meer van om voor contrasten te zorgen via teksten. Dat maakt het subtieler: naarmate je aandachtiger gaat luisteren, ontdek je dat er veel meer aan de hand is dan wat je de eerste keer had gehoord. Elke song heeft zo wel verschillende facetten.
Indiestyle: Jullie muziek is sterk geïnspireerd door de late jaren zestig en vroege jaren zeventig. Wat trekt jullie precies aan in die periode?
Zach: Ik denk vooral het feit dat pop toen veel progressiever was, terwijl het nu een heel ander spel is geworden. Vroeger was zowel de populaire als underground scene erg experimenteel, op een manier waardoor het heel de tijd interessant is om naar te luisteren. Ik heb vaak het gevoel dat alles tegenwoordig wat gekopieerd is. Die periode, eind jaren zestig, spreekt me aan omdat er toen nog zoveel nieuw terrein te verkennen was voor die wereld. Het is vrij maf als je beseft dat pop toen zo progressief was.
Indiestyle: Dus als jullie één element uit die periode zouden kunnen terugbrengen naar het heden, wat zou het dan zijn?
Michael: De manier van liedjes schrijven, hoe ze daar op focusten. Die oude producties zijn ook fantastisch maar ze hadden in de eerste plaats geweldig goed gemaakte nummers. Hedendaagse muziek lijkt soms wel volgens bepaalde formules geschreven. Die formules bestaan trouwens echt, producers gebruiken ze om snel een perfect afgelikt popnummer te schrijven voor de massa. Vroeger deden ze dat ook wel bij meisjesgroepen, maar toch…
Tyler: Er was gewoon een onbevreesdheid toen, en mensen stonden er voor open. Muzikanten zijn onzekerder nu: ze willen meteen geaccepteerd worden en gaan mee met de stroom.
Indiestyle: Omdat de tijd van de gigantische budgetten en lange opnameperiodes definitief voorbij is?
Tyler, Ja, dat speelt zeker mee. Samen met het feit dat alles veel transparanter is geworden. Je krijgt veel meer inmenging van bovenaf. En het budget is natuurlijk beperkter: je kan jezelf niet meer voor een paar maanden in een kamer opsluiten om een plaat te maken. Tenzij je Guns ‘n’ Roses bent, maar kijk hoe dat is afgelopen (grijnst).
Indiestyle: Zijn er ondanks jullie sceptische houding tegenover hedendaagse popbands toch groepen die jullie wel kunnen smaken?
Tyler: We zijn natuurlijk heel enthousiast over deze tour met Royal Blood en de komende tours met Tame Impala en My Morning Jacket. Stuk voor stuk uitstekende groepen.
Michael: Arctic Monkeys maakten een fantastische popplaat. En ze hebben ook hiphop invloeden. Ik denk dat ze een knap album hebben gemaakt dat echt tijdloos zal blijken te zijn.
Indiestyle: Zach en Tyler, jullie hebben samen filmschool gevolgd. Heeft die achtergrond een invloed in jullie werk?
Tyler: Zie je die dan niet (lacht)?
Zach: Zeker wel. Dat is iets dat je pas achteraf doorhebt. Veel van onze muziek komt voor uit intuïtie, ondanks dat we er lang mee bezig zijn. Eens je terugkijkt naar een afgewerkt nummer zie je pas welke invloeden er in aanwezig zijn. Hetgeen filmschool me vooral geleerd heeft is dat je niet in vaste patronen moet werken. Onze songs hebben verschillende bedrijven, zoals in een toneel of een film.
Indiestyle: Hebben jullie dan ook veel creatieve inbreng in jullie video’s?
Zach: Ja hoor, we zijn er allemaal mee bezig. We laten ze wel uitvoeren door andere mensen maar we zien er op toe dat de clips werken voor ons.
Michael: We moeten alle ideeën ook goedkeuren en we volgen het hele productieproces op. Uiteindelijk zijn die filmpjes ook iets dat je groep representeert. Het is een ander stukje inhoud of kunst dat weergeeft waar je als band voor staat. Ik zou niet weten waarom je daar niet mee bezig zou zijn, zeker in een visuele wereld zoals we die vandaag kennen met het internet. Want dat is wat veel mensen doen: ze gaan naar YouTube en luisteren daar naar muziek. We gaan dan ook voor al onze liedjes een videoclip maken.
Indiestyle: Als je de soundtrack van eender welke film zou kunnen herschrijven, welke film zou je dan kiezen?
Tyler: (zonder twijfel): ‘Stepbrothers’. (De band schiet in de lach).
Indiestyle: Waarom juist die?
Tyler: Gewoon, alle emoties die er in vervat zitten.
Michael: Komedies zijn waarschijnlijk het moeilijkste om een soundtrack voor te schrijven.
Indiestyle: Ik had eerder een klassieker verwacht.
Zach: Misschien ‘Eyes wide shut’. Die zou ik wel zien zitten.
Indiestyle: Michael, vind je het vervelend dat Mini Mansions soms omschreven wordt als een zijproject van Queens Of The Stone Age, terwijl jullie toch een heel andere, op zichzelf staande band zijn?
Michael: (denkt even na). Ik hou niet van het woord zijproject, het kleineert iets dat ik heel serieus neem en erg dierbaar is voor mij. Het is een beetje denigrerend. Dus nee, ik houd niet van die term. Ik snap wel waarom mensen het doen: het is eenvoudig. Wat ik niet erg vind is om gelinkt te worden met Queens, aangezien het onze vrienden en familie zijn en het natuurlijk een andere band is waarin ik speel. Het is een beetje een tweesnijdend zwaard. Het hangt ervan af hoe mensen het gebruiken, vooral journalisten dan (grijnst).
Indiestyle: Jullie zijn erin geslaagd om Brian Wilson en Alex Turner in de studio te krijgen. Vanwaar de keuze voor die twee?
Michael: (droog) We hielden een loterij en zij kwamen er uit.
Indiestyle: Over geluk gesproken, want ze hebben een goede prestatie geleverd.
Zach: Bingo!
Indiestyle: Is er iets specifiek dat jullie leuk vinden aan gastoptredens?
Zach: Nope (band ligt strijk).
Indiestyle: Vanwaar dan het idee?
Zach: Wel, ze hebben allebei een ander verhaal. Alex was in de buurt van de studio toen we ‘Vertigo’ aan het opnemen waren. We waren verschillende dingen aan het proberen met de zang, en toen we hem vroegen of hij eens een strofe wou proberen, hapte hij meteen toe. Hij deed die take en het was meteen fantastisch. Ik denk zelfs dat er maar één take is gedaan. Zo gaat de legende. Brian is dan weer een ander verhaal.
Tyler: We brachten het nummer (‘Any emotions’) naar hem terwijl ik bezig was aan een van zijn songs van z’n nieuwste plaat. Dus we gaven hem het nodige materiaal en vroegen of hij er een bijdrage aan wou leveren. Wat iets heel groots was voor ons, iets waar we nooit van hadden durven dromen. Hij staat op hetzelfde niveau als Paul McCartney, alleen was Brian Wilson op dat moment binnen ons bereik. Hij deed het prachtig. Die samenwerking is iets wat we voor altijd zullen hebben en waar we enorm dankbaar voor zijn.
Indiestyle: Het is ook een goede manier om wat buzz te creëren.
Tyler: Stap één: haal een Beach Boy in huis (lacht).
Indiestyle: Vanavond is jullie laatste show met Royal Blood voor deze tour. Hoe was het om voor hen te openen in Europa?
Tyler: Rockin’
Zach: (droogjes) Geweldig publiek (band schiet in de lach).
Tyler: Daar waren we wel wat zenuwachtig voor. We traden op in wat kleinere steden in het Verenigd Koninkrijk, waar de mensen nog niet waren blootgesteld aan onze muziek. Een beetje zoals een blind date. Maar de reacties waren overweldigend.
Indiestyle: Hebben jullie een rare gewoonte van Royal Blood opgemerkt?
Michael: Oh ja, zo hebben ze er wel een paar.
Zach: Ze hebben een heel speciale inpaktechniek. Vooral de manier waarop ze hun kleren opvouwen is revolutionair. Ik ga die niet uit de doeken doen, dat is aan hen. Maar het is erg interessant.
Indiestyle: Misschien iets om te commercialiseren en op de markt te brengen?
Michael: Een gat in de markt.
Indiestyle: Is er iets dat jullie graag doen voor een optreden, met uitzondering van interviews op het laatste moment?
Zach: Voor we op het podium gaan, high-fiven we elkaar. Verplicht. Drie keer.
Tyler: Op één been.
Michael: Met ons andere hand achter onze rug.
Indiestyle: En high-fiven jullie ook nog na het optreden?
Volmondig: Nee.
Michael: We zwijgen gewoon een half uur.
Tyler: En bezinnen. Bezinning is belangrijk (grijnst).
Indiestyle: Bedankt voor de babbel heren.
Michael: High five!
‘The great pretenders’ verschijnt op 23 maart en wordt verdeeld door Caroline