Op dag twee van het Gentse showcasefestival Glimps stuurden wij onze zonen en dochter uit om zoveel mogelijk bands en artiesten aan het werk te zien. De resultaten vind je hieronder.
Foto’s zijn van het toestel en het oog van André Joosse, verslagen zijn van de hand van Simon Kremar, Tiffany Devos, Thomas Konings en Jens Van Lathem.
In de Charlatan deden de babyfaces van Afterpartees ondergetekende denken aan het 16-jarig muziekmakend tuig waarnaast hij deze zomer op een festival kampeerde. Net als bij die boefjes charmeerde hun wannabe-stoere manier van doen, amuseerde hun onstuimige houding en was het ergens wel grappig om te zien hoe de band dacht iets te kunnen betekenen voor de muziekwereld. De Brits getinte rammelrock die het vijftal liet horen klonk eigenlijk best gedateerd, verveelde na enkele nummers en bereikte dieptepunten wanneer het tempo omlaag ging. Wanneer de voltallige Nederlandse pers beweert dat het groepje al lang op de cover van NME had gestaan moesten de jongens in Engeland geboren zijn, dan mag je ze voor een keer wel geloven. Meer zit er evenwel ook niet in voor de jonkies. (TK)
De opener van de Handelsbeurs gisterenavond was een vijftal uit Luxemburg dat zichzelf presenteert als Natas Loves You. Na inzet van het eerste nummer werd duidelijk dat Franse indiepop graag overwaait naar Franstalige buurlanden. De funky gitaartjes en elektronische toetsen van de langharige, vriendelijke jongens herinnerden ons aan Juveniles en Phoenix -alleen wat valser was de samenzang-, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt aan enthousiasme en de break in hun afsluiter waar de vijf jongens volledig loos gingen. (TD)
Enkel met een gitaar kwam Elke De Mey van Love Like Birds het podium op en zette ondanks de grote zaal van het conservatorium meteen de intieme sfeer. De zangeres kwam heel vertederend over vanwege haar dromerige stem. Voor de rest van de set had ze haar drie mannelijke bandleden bij waaronder een toetsenist, contrabassist en drummer. Die zongen ook mee in harmonie, en zorgden bij de cover ‘I’ll be your mirror’ van The Velvet Underground & Nico voor kippenvel. De Mey deed ons even onze zorgen vergeten en trok ons in haar wereld, en dat is een heel goed teken. (SK)
Het Deense Get Your Gun had niet naar de zaal van de Charlatan hoeven af te zakken om hun show te spelen, want één gitaarslag van gitarist Andreas Westmark klonk luid en hard genoeg om de wereld rond te gaan en je oren voor een eeuwigheid te vullen. Het trio verloor zich in Gent desalniettemin een dik halfuur lang in treurende stonerrock en blues waarvan zelfs Chelsea Wolfe het bed onder duikt. Aangevuld met opborrelende, onheilspellende koren werd het een optreden voor en door mensen die nog weten wat winters zijn en nog diep kunnen rouwen om een omgehakte boom. Pas bij het begin van het laatste nummer kreeg ook de onheilspellende stem van Andreas genoeg ruimte om zich te ontplooien, al bleek de weg naar het einde al snel vals plat en opnieuw geplaveid met donderende snaren. (JVL)
We bezochten een eerste keer Trefpunt voor UMA, een jong, Duits getrouwd koppel dat in het kleine zaaltje tussen zacht flikkerende lichten mocht spelen. Gepast, want hun geluid bood er een geschikte metafoor voor; het vertrekt vanuit ietwat duistere elektronica, maar wordt steeds lichter gemaakt door alle toevoegingen van het duo. De veertig minuten durende show was eerder aangenaam. De Berlino’s creëerden een fijne sfeer en speelden vermoedelijk niemand de zaal uit. Want dan wel weer jammer bleek, was dat UMA ergens tussen pop en experiment vaak onnodig tegendraads klonk. De twee zouden zich beter op één van de twee uitersten toeleggen, want gisteren zorgde het geheel eerder voor verwarring en bij momenten vonden we hun liedjes daarom rommelig. (TK)
Gedurende de hele set van Ragini Trio speelde er een Indisch, mantra meditatiegeluid op de achtergrond die ons meteen in de juiste sfeer bracht. De band speelde namelijk jazz met indische melodiën. Het trio speelde heel strak, en dat is voor een groot deel te wijten aan drummer Lander Gyselinck, die met zijn gevarieerde drumspel alles in goede banen hield, en zelfs meer dan dat. De ritmes en geluiden die hij uit zijn drumstel haalde, zorgden voor een volledige extra dimensie. Blazer Nathan Daems speelde schijnbaar moeiteloos zijn set, de de eerste helft op tenorsax en de tweede op sopraansax. Contrabassist Marco Bardoscia leek dan weer zonder remmen te grooven. Af en toe werden er blikken uitgewisseld die overgingen tot uitdrukkingen van puur speelgenot. Ze waren alle drie goed op elkaar afgestemd, waardoor het vuur overspatte richting publiek. Ten slotte hadden de drie leuke solo’s en was er geen enkel moment van verveling te bespeuren. (SK)
Dat ze in Denemarken ook Duracell-konijnen hebben, bewees het duo Bottled in England. Met een overdosis energiedrank speelden de twee een wel erg inspiratieloze vorm van drum ‘n bass. De mannen moesten het vooral hebben van de fun en zeker niet de hits en probeerden ons constant warm te maken voor het grootste non-event van het jaar, een kermis met een overbevolking aan botsautokramen. Wie na veertig minuten nog overbleef in de zaal amuseerde zich kostelijk, maar daarmee is ook alles gezegd. (JVL)
Gabriel Garzón-Montano is even op tour geweest met Lenny Kravitz en al hoor je niet meteen scheurende gitaarsolo’s, hij heeft ongetwijfeld qua publieksinteractie wel wat opgestoken van Lenny. Die is namelijk even gelikt als zijn popfunk, maar gelukkig werd geen van de twee ooit écht melig. Gabriel dook het publiek in om wat handjes te schudden, was heel erg benieuwd of alles wel oké was met ons en deed ons van bij het begin uitkijken naar het moment waarop zijn muziek verder ging gaan dan de traditionele fond: wat keys geplukt van fusion jazz, aangename beats en gladde vocals. Het antwoord bleek te liggen bij een cover van Prince (‘If I was your girlfriend) en de daaropvolgende songs. Hoe trager Montano speelde, hoe beter wij de door de bomen het bos zagen. Offbeat keys en groovy bassen brachten uiteindelijk structuur in het optreden. (JVL)
In Gouvernement tekende STAL later op de avond voor één van de teleurstelling van vrijdag. De Franse producer had onze interesse gewekt met een passage op enkele hippe blogs, maar bleek live over weinig muzikale inhoud te beschikken. ‘s Mans synthpop was mierzoet, afgelikt en hing met allerlei clichés aaneen. Het deed ons afvragen wat de man zocht op een festival dat zich op kwalitatieve muziek wil toespitsen, terwijl de artiest duidelijk meer commerciële doelen had. Met zijn bombastische en pathetische sound zouden de muzikant en zijn band het in de hitlijsten misschien niet heel slecht doen, zijn geluid stel je best voor als een kruising tussen The Killers en M83. Niet bepaald iets waar we naar op zoek waren. (TK)
In het stampvolle café van de Charlatan mocht Sleepers’ Reign ons proberen te overtuigen met hun elektronische pop. Hun ingrediënten waren vervormde vocals, analoge synths, elektronische drumpatronen, gitaren en een basgitaar. Ze klonken meteen professioneel vanwege hun ingestudeerde overgangen en hun strakke samenspel. Er kan ook gezegd worden dat de frontman podiumpresence had, maar wat ons betreft was dat misschien net iets te veel het geval. We hebben bij de bandleden ook constant geconcentreerde gezichtsuitdrukkingen gezien, wat mischien wilde zeggen dat ze het heel serieus namen. De ambitie is duidelijk zichtbaar, maar niet alle nummers konden ons overtuigen. Er was evenwel vaak een duidelijke beat aanwezig die ons even vaak aanzette tot beweging, maar te vaak werden we teleurgesteld door de onoriginele melodieën. (SK)
Hong Kong Dong bracht in de Handelsbeurs heel wat nieuw materiaal mee, maar de band begon wel met het drie jaar oude ‘Lesbians are a boy’s best friend’. Uiteindelijk zette dat nummer ook de toon voor wat komen zou. Broer en zus Zeebroek grossierden nog steeds in faux-funk met alle toeters en bellen. Boris zorgde voor het theatrale en de wijd uitgesponnen melodieën, Sarah leek zich met haar staccato zang vooral verdiept te hebben in de laatste plaat van Deerhoof. Dat zorgde voor een schizofreen sfeertje, al blijft de band horen zoeken naar de perfect avant-pop song altijd leuk. (JVL)
Als Gouvernement-afsluiter stond de enige Spaanse band van Glimps geprogrammeerd. Het boy/girl-duo SVPER bracht analoge elektronische soundscapes met galmende (soms valse) samenzang terwijl de twee elkaar diep in de ogen keken. Met welklinkende songs als ‘El final de la noche’ en ‘La melodía del afilador’ was het moeilijk ontkennen dat Spaans niet tegelijk cool en sexy kon klinken, al mocht het allemaal best wat spannender. (TD)
De zaal van de Charlatan was donker voor VUURWERK, met als enige verlichting de zwartwit beelden die de band vooraan projecteerde. Die waren visueel verfijnd en aantrekkelijk, en bevatten vooral vrouwen en natuurbeelden. Terwijl er twee leden aan weerskanten van het podium stonden, stond de gitarist in het midden. Het publiek was meteen mee vanaf het eerste nummer dus werd het er heel snel broeierig. Het was in het algemeen een goede en sfeervolle set, maar we merkten toch op dat er te weinig variatie in de songs zat. De combinatie van kickdrum, snare en vocal samples leken soms te veel op één brei dus naar het einde van het optreden toe hadden we het wel een beetje gezien. Ze speelden echter nog iets langer, aangezien het publiek om meer vroeg. (SK)