Op de keper beschouwd bestaat het explosieve punkduo Japanther eigenlijk al jaren uit louter een zingende ritmesectie. Terwijl de distorted bas van Matt Reilly de rol van gitaar weliswaar grotendeels overneemt, blijven de mogelijkheden tot instrumentale uitwijdingen en verdiepingen erg beperkt, waardoor de New Yorkers er op ‘Instant money magic’ maar liefst 14 nummers doorjagen op nauwelijks 25 minuten tijd.
Waar de voormalige kunststudenten hun optredens interessant en gevarieerd genoeg proberen houden met spectaculaire randanimatie, zoeken ze op plaat iets soberder hun toevlucht tot enige extra ondersteuning met onder andere subtiel aanvullende toetsen, een bescheiden xylofoon of wat spaarzame beats. Voor dit laatste riepen ze op ‘Guns guns guns’ de hulp in van het Franse electropopduo Total Warr. Verder wordt het geheel ingeleid door en aan elkaar geplakt met een heleboel samples. Bij deze waarop via een soort politieradio in één adem gewaarschuwd wordt voor zowel bosbranden als Kurt Cobain met een geweer kunnen we een monkellach niet onderdrukken.
Enkele aan een minimalistische dreun opgehangen schuurpapieren popriedeltjes niet te na (probeer je opener ‘Wiggman’ maar eens in een ander arrangement voor te stellen), grossiert de band hoofdzakelijk in erg melodieuze punkrock. Dat deze extreem lofi gepresenteerd wordt, verhindert niet dat het tweetal door de band genomen erg aanstekelijk voor de dag komt. We slagen er volstrekt niet in alle ledematen stil te houden tijdens nummers als ‘Do it (don’t try it)’en de verjapantherde versie van de Puppies’ obscure lofipop op ‘Dreams come true’.
De combinatie van eenvoud in de songschrijverij met soundsgewijs redelijke brute punkrock maakt dat Japanther klinkt alsof Daniel Johnston zijn eieren in het nest van No Age liet uitbroeden. Voor de verfijnde muzikaliteit ben je bij ‘Instant money magic’ sowieso aan het verkeerde adres, maar je kan je wel helemaal laten overdonderen door bakken attitude en hele hopen animale energie.
Album verdeeld door PIAS