Het verhaal van Willis Earl Beal is tegelijk onwaarschijnlijk en cliché. Een arme zwarte Amerikaan uit Chicago komt op zijn zwerftocht door de States in Albuquerque, New Mexico terecht, waar hij eenzaam en alleen van baantje naar baantje hopt om rond te komen. Zijn vrije tijd doodt hij met het beschrijven en bezingen van dat isolement. Wanneer hij wat gespaard heeft, schaft hij zich een goedkope karaokemachine aan en begint hij die muzikale ideeën ook op te nemen. Hij beslist terug te keren naar Chicago en onderweg laat hij waar hij maar komt cd-r’s achter met zijn muziek. Deze komen, zoals dat tegenwoordig gaat, al gauw in de online blogwereld terecht en al gauw blijkt dat Beal X-Factor, waar hij het tot het bootcamp schopte, niet langer nodig heeft om zijn muziek naar buiten te kunnen brengen. Hij wordt opgepikt door een platenlabel en zijn debuutalbum ‘Acousmatic Sorcery’ komt in april 2012 uit.
Wij zagen Beal vorig jaar op Pukkelpop en werden van onze sokken geblazen. De hitte in de Club was ondraaglijk, maar met zijn intense soloperformance bezorgde de man ons meerdere malen kippenvel. Vol verwachtingen beluisterden we toen zijn eerste worp en het was toch een gevoel van teleurstelling dat overheerste. Alle spanning was verdwenen en wat overbleef waren kale nummers die nauwelijks overeind bleven en moeilijk konden boeien. We wisten echter over welk potentieel de Amerikaan beschikte, dus gaven we hem met plezier een tweede kans met zijn nieuwe album ‘Nobody Knows.’. Gelukkig maar.
Al vanaf opener ‘Wavering Lines’ horen we de Willis Earl Beal die ons omver blies. Het is een ingetogen intro, met Beal die a capella zijn tekst brengt en naar het einde toe het gezelschap krijgt van dreigende en duistere strijkers. Een hele moodswing wanneer het overgaat naar ‘Coming Through’, een song die terugkeert naar de tijd waarin rhythm-‘n-blues nog niet overladen werd met goedkope samples en beats. Beal doet zich voor als een ware predikant en roept op om je eigen waarheid te geloven, terwijl niemand minder dan Cat Power hem als een waar gospelkoor bijstaat met backing vocals. En vanaf dan wordt het hem pas echt menens. Beal grijpt naar zijn grootste wapen en schotelt ons de rest van het album de ene portie rauwe blues na de andere voor. Het duurt niet lang voor we uitgeteld onderuit schuiven terwijl die whiskykater van afgelopen weekend de kop weer opsteekt.
Al wordt het soms toch wat morbide. Zo lijkt de Amerikaan in ‘Disintegrating’ te bezingen wat er in het hoofd van een verkrachter omgaat vlak voor hij zijn slag slaat. “Now from where I stand, I can see your panties white. I’m a desperate man, don’t ya know I feel so uptight. I’m gonna demonstrate how I feel so much pain. I’m gonna penetrate, baby, and make you feel just the same.” Het moet geleden zijn van Nick Caves ‘Murder Ballads’ dat we zo’n ziekelijke lyrics te horen hebben gekregen. ‘Too Dry To Cry’ is dan weer van die heerlijke jaren 50-blues, met als enige verschil dat een gitaarsolo nergens te bekennen is. Niet dat we er één missen. Het is pas hier dat we beginnen te beseffen dat de bescheiden en ingetogen productie van ‘Nobody Knows.’ de muziek pas echt maakt tot wat ze is. Peter Goossens weet het al langer: sometimes less is more.
Op ‘What’s The Deal?’ gaat Beal nog even niet zo succesvol erg obscuur te werk, maar met het sobere ‘White Noise’ zijn we weer helemaal bij de les. Hij slaagt er zelfs in ons te verrassen met een onverwachte rapsectie. En daar blijft het niet bij, want op ‘Blue Escape’ ontpopt de getormenteerde man zich zelfs bijna tot een echte crooner. De titelsong, die als voorlaatste aan de beurt komt, geeft ons nog even het gevoel dat het nieuwe er van af is, maar met ‘The Flow’ kan Willis Earl Beal nog voor een laatste emotionele en intense piek op ‘Nobody Knows.’ zorgen.
Het is duidelijk dat we terug helemaal weg zijn van deze eenzaat. Vreemd genoeg ligt deze nieuwe plaat in dezelfde lijn als zijn voorganger, maar dankzij een budget en bijgevolg een goede productie komen de songs nu pas echt tot hun recht. Het album is de soundtrack geworden van zijn zogenaamde Nobody-ideologie, met als mantra “I am nothing. Nothing is everything.”. En zo lijkt Beal zijn muziek ook te zien, als een deeltje van zijn eigen waarheid. De cover van dit album staat al jaren op zijn arm getatoeëerd en het opschrift staat op een T-shirt dat hij al elk optreden gedragen heeft. Achteraan het boekje vinden we een disclaimer die zegt dat dit geen smiley is. De kartonnen sleeve waarin het doosje zit, heeft een stippellijn die aangeeft waar je het moet openknippen zodat je zijn Nothing-manifest kunt lezen. Arty-farty gezeik of een echte artiest, we laten de beslissing over aan jou, maar één ding staat vast: ‘Nobody Knows.’ is een dijk van een plaat.
Willis Earl Beal treedt op 21.09 op tijdens het Incubate Festival in Tilburg (info en tickets), op 23.09 in het MC Theater in Amsterdam (info en tickets) en op 8.10 in de Ancienne Belgique in Brussel (info & tickets).