Met elk een uur ter beschikking voor Junip en Low, valt eerder te spreken van een double bill dan van een voorprogramma-en-hoofdactverdeling. Erg mooi eigenlijk, want Junip is een band (mét José Gonzalez in de rangen) die behoorlijk wat buzz krijgt op het internet tegenwoordig naar aanleiding van hun tweede, titelloze album, en Low, dat ook net een nieuwe plaat uitbracht, telt als een gevestigde waarde.
Foto’s door Bram De Greve.
Openen mocht de Brit Barbarossa, al een week op de hort met Junip, bij wie we hem later op de avond overigens in het personeelsbestand zagen opduiken. Met voorgeprogrammeerde percussie, allerlei synths en orgeltjes, een hoop elektronica en jammer genoeg bijwijlen clichématige lyrics wist hij niet echt de aandacht van het publiek te vangen. Voeg daar een vrij hoge stem aan toe, die momenten in de buurt kwam van Jimmy Sommerville van The Communards en die hij bovendien nét iets te veel door effecten haalde, en je snapt waarom we hem geen grootse toekomst voorspellen. Nochtans hoorden we af en toe echt wel goeie aanzetten tot ideeën die tot songs zouden kunnen uitgroeien. En laat ons nu alstublieft die niet-geslaagde cover van ‘Wishing Well’ (Terence Trent d’Arby) proberen te vergeten.
Op plaat is Junip een trio, live wordt de groep uitgebreid tot zes muzikanten, die in een halve cirkel rondom José Gonzalez opgesteld staan. Die muzikanten bouwen met een strakke ritmesectie en plamurende orgeltjes een soort wall-of-sound-equivalent voor lichtere muziekgenres, dat als achtergrond dient voor de zang en gitaar die de liedjes sterk bepalen. Werkelijk àlle details zitten goed. Overdrijven we als we zeggen dat wie zich afvraagt hoe The Band zou klinken mocht die legendarische groep in dit decennium debuteren, woensdagavond wellicht een mogelijk antwoord hoorde? Niet alleen luisterden de mannen van Junip goed naar het beste van de folk, ook Afrikaanse bluesinvloeden horen we terug, bijvoorbeeld in ‘Always’. Daaroverheen strooit de man achter Moog en orgeltje een sausje psychedelica dat voornamelijk The Doors in herinnering brengt. José Gonzalez intussen straalt rust, zelfvertrouwen en een zekere afstandelijkheid uit, waardoor de muziek en niet de makers de hoofdrol speelt. Elke song krijgt de nodige tijd om zich te ontwikkelen, en het uur is zo voorbij, blijkt wanneer ‘Line Of Fire’ als slotnummer ingezet wordt.
Low putte in het begin van hun set uit het dit jaar verschenen ‘The Invisible Way’ en zette goed in. Jammer genoeg bleek vooral een vermoeid of verveeld uitziende Mimi Parker er niet al te veel zin in te hebben. Ze wilde het optreden inkorten, maar dat gebaar werd door haar echtgenoot Alan Sparhawk niet opgepikt en hij zette ‘Canada’ in. Voor het bisnummer (‘Goodnight’) kwam hij verontschuldigend verklaren: “The boss says we do one more song”. Wanneer later in het optreden gekozen werd voor een selectie uit de eerdere platen, zakte het geheel toch langzaam wat in. Gelukkig had het drietal ons toen al op een erg mooi ‘Monkey’ getrakteerd. De afwisseling tussen rustigere stukken en aanzwellende en soms ontploffende songs werkte ook vooral in de eerste helft erg goed, nadien klonk dat wat routineuzer.
En zo gebeurde het dat de eigenlijk headliner gisterenavond in het Koninklijk Circus overvleugeld werd door wie hen voorafging. In ons hoofd verbeeldden wij ons al een aflossing van de wacht.
Les Nuits programmeren de komende dagen onder meer Seasick Steve (10.05), Chvrches (10.05) en Unknown Mortal Orchestra (11.05). Klik hier voor tickets, de volledige kalender en verdere info.