Denemarken is het nieuwe Zweden. Niet dat je nu opeens overal Deense winkels vindt waar je onhandelbare doe-het-zelfkasten kan kopen of köttbular kan eten, maar in het produceren van ondefinieerbare maar bloedmooie indiepop moet het land van Lego, woeste Vikingdochters en Niki Zimling niet langer onderdoen voor zijn grote buur. De alternatieve muziekclubs van Kopenhagen en Aarhus schoppen de ene na de andere interessante band de wijde wereld in.
Neem nu het mooie meisjesduo Darkness Falls, een ontdekking van landgenoot Trentemøller. Debuut ‘Alive in Us’ parkeren de dames uit Kopenhagen ergens tussen de dissonante synthpop van Beach House en de popgevoelige noise van Deense veteranen The Raveonettes. Hun plaat klinkt als een Scandinavische winter: donker en melancholisch, maar ook mysterieus en op een onverklaarbare manier aanlokkelijk.
Het sfeertje waarin ‘Alive in Us’ baadt, is dat van een duistere arthousefilm uit de jaren ’60. Betoverende diafonische melodieën spelen tikkertje met sombere synthlijnen en galmende gitaarrifjes. Zo horen we in ‘Noise on the Line’ chagrijnige shoegaze, terwijl ‘The Void’ een bitterzoet dansnummer is voor zwaarmoedige oude zielen in een jong lichaam. De artpop van het weelderige ‘Josephine’ had zo een oud nummer van Giana Factory kunnen zijn en de onwaarschijnlijke pophit ‘Hey!’ schijnt niet goed te kunnen kiezen tussen optimisme en wanhoop.
Darkness Falls heeft met ‘Alive in Us’ een plaat afgeleverd die voor een debuut al een verrassende wasdom heeft doorgemaakt. Op dat vlak past ze in ieder geval perfect binnen de ontbolsterende Deense indiescene.
Album verdeeld door N.E.W.S