“And I wanna find my way/ And I wanna run free/ And I wanna fly away”, zingt Rebecca Ferguson in ‘Run Free’, het achtste nummer van haar 35 minuten durende eerste album. Dat tweede worden in een talentenshowprogramma duidelijk géén windeieren legt, wordt maar weer eens bewezen door deze zangeres, wiens album ‘Heaven’ al platina scoorde in de UK. Het is juist dankzij deze runner-uppositie in de Britse X-factor 2010 dat Ferguson erin slaagt om een album uit te brengen dat gevrijwaard bleef van bemoeizuchtige marketingspecialisten en op commercieel succes gerichte producers.
Hoewel qua stem vaak in het midden geplaatst tussen Nina Simone en Macy Gray, komt Fergusons distinctieve timbre op gepeperde, rokerige wijze naar voren in de soulballads ‘Nothing’s Real But Love’ en ‘Shoulder To Shoulder’. Met ‘Heaven’ bekleedt de jongedame op geheel eigen wijze de niche tussen r&b en soul en geven backing vocals een gospelachtig tintje aan het geheel. Vocaal heeft deze Liverpoolse moeder van twee duidelijk veel in haar mars, alleen de lyrics laten het wat afweten: Ferguson – die zelf meeschreef aan alle nummers op het album – komt vrijwel niet verder dan de typische r&b-scenario’s van disfunctionele liefde, pijnlijke relatiebreuken en relationeel bedrog. In een tijdperk waarin ijzersterke vrouwelijke artiesten als Emeli Sandé en Adele (die trouwens fanatiek stemde voor Ferguson ten tijde van X-factor) internationale podia bestormen, is er duidelijk méér nodig dan wat krachtige vocals en her en der een paar gedrapeerde pianolijnen.
‘Heaven’ zal Rebecca Ferguson niet direct transporteren naar het glinsterende firmament van het sterrendom, maar luistert wél lekker weg. Geen enkele van de nummers is op zich sterk genoeg om een hitsingle te worden, al zijn ze samen meer dan de som van enkel de delen. Gooi dit album dus in de cd-speler van je auto en kweel gezellig mee met de hartenpijn van iemand die ongetwijfeld meer zal worden dan de volgende realityster.
Album verdeeld door Sony Music