Wie nog nooit van het experimentele folkproject van Bert Cools en Indré Jurgelevičiūté had gehoord, dat is oké. Duik mee in de fantastische, wondere wereld van Merope. De groep, vroeger bestaande uit vijf muzikanten, ontstond bij toeval. Een reis naar Spanje bracht Merope bij elkaar. Een gedeelde passie voor het fabriceren van sprookjesachtige, elektronische soundscapes en de prangende Litouwse volksliederen van de hand van Jurgelevičiūté vormen de ruggengraat van de band.
Naast zang verzorgt Jurgelevičiūté ook kanklės in de band, een instrument dat naast haar zang een belangrijk deel uitmaakt wat de muziek nu net zo charmeert. Het snaarinstrument brengt iets vederlichts in de muziek, die anders voelt als een herfstige zondagmorgenwandeling. De openingstrack ‘Koumo lil’ is daar een mooi voorbeeld van. Het vult de bands aan met rijke arpeggio’s die als dauwdruppels doorheen de folky elektronica van Cools sijpelen. Voor ‘Véjula’ kreeg het duo verder de hulp van Laraaji, jazz gitarist Bill Frisell en componisten Shahzad Ismaily en Toma Gouband. Laraaji drukt bij het begin van het album mooi zijn stempel op ‘Namopi’. Het nummer is één van de eerder traditioneel folknummers op het album met een mooie vioolmelodie, en een schijnbaar arsenaal aan strijkers en analoge synths die de track nog meer lading geven.
De manier waarop Jurgelevičiūté ‘Lopšinė’ of ‘Spindulė’ ons toezingt klinkt bijna als een lullaby. Het voorzichtige gitaargetokkel voelt als zachte aanrakingen van je geliefde op je aangezicht. Vertrouwd en vertederend. Etherisch bijna. ‘Agala’ is waarschijnlijk het nummer dat het meest richting elektronica wenkt. De vocals van Jurgelevičiūté worden er verknipt, geplakt en geloopt en krijgen hierdoor iets uncanny. Het is één van de weinige moment waarop de band echt iets anders durft doen dan feeërieke folk.
Dit kan ook gezegd worden van de laatste track op het album ‘Rana’. De sfeer waarin het album opereerde, wordt in het slot in vraag gesteld met disonante elektronica en meer tempo in zang. Het nummer ontwaart uiteindelijk in een prachtige, nocturne lawine aan post-rockachtige elektronica à la Sigur Rós.
De muziek die het tweetal op het album heeft gecreëerd valt moeilijk te categoriseren. ‘Vėjula’ heeft een bijzonder filmisch aspect dat moeilijk te vatten valt. Zeker aangezien we vermoeden dat het gros van de luisteraars geen Litouws zal kunnen en we dus volledig gekluisterd hangen aan het prachtige stemgeluid van Jurgelevičiūté.
Merope stelt het album voor op diverse locaties in het land. Op 20.11 in MIRY (Gent), op 28.11 in Nona (Mechelen), op 29.11 in Het Bos en op 1.12 in Bozar. Check voor meer informatie de website van de band.