Ben Howard toont dat nostalgie bloedmooi kan zijn in Vorst Nationaal met ‘I forget where we were’

door Jonas Vandenabeele

De uit Brighton afkomstige Bess Atwell had de uitdagende taak om het publiek op te warmen met haar zachte indiefolk. Terwijl de meeste concertgangers nog binnensijpelden in Vorst Nationaal, stak de Britse van wal. Haar plaat ‘Light sleeper’ van dit jaar werd geproducet door Aaron Dessner van The National, dat kan tellen als referentie. De breekbare songs met de heldere stem van Atwell gingen jammer genoeg soms wat verloren tussen het geroezemoes. Afsluiter ‘Time comes in roses’ vanop ‘Already, always’ met een zachte viool was het mooiste nummer van Atwell’s korte set.

Tegen negen uur was Vorst goed volgelopen voor Ben Howard. Howard staat ervoor gekend eigenzinnige setlists te spelen, zonder veel hits. Het beloofde dus een atypische avond te worden, want de retrospectieve show – zoals Howard het zelf noemt – vierde tien jaar ‘I forget where we were’. Zijn tweede studioplaat en zowel muzikaal als tekstueel een grote stap weg van de vrolijkere kampvuurfolk van ‘Every kingdom’. Een snelle blik in het publiek leerde ons dat niet iedereen waarschijnlijk de release in 2014 bewust meegemaakt heeft. Ben Howard, en ‘I forget where we where’ in het bijzonder blijven dus harten veroveren.

Howard opende de avond zoals op de tienjarige plaat, met ‘Small things’ en de atmosferische gitaren echoën meteen door Vorst. Howard zelf liet zich omringen door een grote band met blazers, contrabas, backing vocals en twee drummers, goed voor een grootse show waarbij de intimiteit niet verloren gaat. De sfeervolle (zwart-wit) visuals helpen daarbij en knipogen naar de visuals van ‘I forget…’ De woorden “Has the world gone mad, or is it me?” worden ondertussen alsmaar treffender en tijdlozer.

We bleven nog eventjes de albumvolgorde volgen met ‘Rivers in your mouth’. Waarop de samenzang van bijvoorbeeld ‘Keep your head up’ gecombineerd wordt met de kenmerkende latere gitaarsound van Howard met delay, echo en harmonics op gitaar. Hier leek de band nog even zoekende, terwijl de outro heerlijk lang uitwaaierde. 

‘In dreams’ toonde Bens zijn virtuoze gitaargetokkel en de strijkers zorgden voor een heerlijk atypisch folkanthem. Tijdens de outro wanneer hij “I live alone” zong hangde Vorst voor de eerste keer volledig aan zijn lippen, en klapte elke aanwezige voor de eerste keer zijn handen rood. ‘Evergreen’ werd uiterst intiem ingezet met de spotlight op Howard. ‘The burren’ volgde, een track die als extraatje staat op de ‘10th year anniversary deluxe’ versie van ‘IFWWW’.

Hoogtepunt na hoogtepunt volgden, want ‘She treats me well’, ‘Conrad’ en ‘Oats in the water’ toonden wat een indrukwekkende catalogus de Brit al bij elkaar schreef in zijn carrière. Die laatste van de drie was bijzonder indrukwekkend. ‘The Burgh Island ep’ is nog zo’n publiekslieveling terwijl Howard grapte dat het een avond met “best trieste nummers was”. 

Als dat je nog niet stil gekregen had, dan zorgden de blazers die ‘End of the affair’ inzetten daar wel voor. Het blijft een van de meest hartverscheurende nummers over een relatiebreuk en het was een absolute ervaring om het live te mogen horen. De instrumentatie en zang waren iets anders dan de legendarische ‘Later… with Jools Holland’ performance op Youtube, maar het ging nog steeds vlotjes door merg en been.

De set bleef maar in crescendo gaan en bij de encore leek de band écht volledig onder stoom. De pianoversie van ‘Days of lantana’ deed ons bakken zin krijgen om ook de volgende ‘normale’ show te gaan bekijken want deze ontplooide zich prachtig live. ‘I forget where we where’ was – hoe kan het ook anders – de afsluiter van een avond vol sterke songs, die gerust nog wat langer had mogen duren aangezien het altijd maar beter en beter werd. 

Ben Howard combineerde in Vorst Nationaal de intimiteit van een klassevolle singer-songwriter met een sterke en grootse band die heel Vorst moeiteloos vulde. Dit alles met een geliefd album, bijna in zijn volledigheid, zorgde voor een avond om duimen en vingers bij af te likken voor de fans. Het was heerlijk om even (nostalgisch) te vertoeven in de wereld van ‘I forget where we were’, waar duidelijk nog geen greintje sleet op zat, maar ook zonder ‘IFWWW’ zal Howard in België de volgende keer met open armen ontvangen worden.