KOKOKO! feest en danst richting verandering op ‘BUTU’

door Kobe Rombouts

Net onze beeldbuis nog eens aangezet om er zeker van te zijn. Ook anno 2024 heeft Gil Scott-Heron gelijk: “the revolution will not be televised”. “Als ze niet wordt aangeboden door de kabelmaatschappijen, dan brengen wij het revolutionair vuur wel tot op de festivalweide, en vlug een beetje“, klonk het bij de KOKOKO!. Op ‘BUTU’ brengen ze, net als op debuut ‘Fongola’, zelfs die ene vriend(in) die ‘niet bezig is met politiek’ onverbiddelijk aan het dansen én protesteren.

De grootstadsgeluiden op opener ‘Butu ezo ya’ doen denken aan Burial. Afsluiter ‘Salaka bien’ klinkt boos, daadkrachtig en urgent. Daartussen: nóg 10 andere woedende en tegelijk dringende nummers. Niet verwonderlijk natuurlijk. Als je even inzoomt op het socio-politieke klimaat in hun thuisland Congo. Staatsgrepen, terreur en genocide zwaaien er de plak. Onrust en geweld teisteren de straten. De ontevredenheid onder de burgers is vanzelfsprekend torenhoog. Precies de soort brandstof waar KOKOKO! op teert voor hun muziek.

Op het uitzinnige ‘Bazo bango’ mogen de vreugdevuren hoog oplaaien. ‘Donne moi’ kronkelt dan weer door je lichaam als gele koorts. ‘Mokili’ is met zijn dreunende synths en aanstekelijke ritmesectie een welgemikte molotovcocktail richting de dansvloer. Of was die vlammenzee eerder bestemd aan het adres van hoge Westerse piefen die het conflict in Congo proberen te negeren? Het zou zomaar allebei kunnen.

Tijdens ‘Kidoka’ wordt de albumtitel ‘Butu’ luidkeels gescandeerd. Het woord is Swahili voor ‘nacht’ of ‘dingen die niet gezien mogen worden’. Een steek naar de censuur die de Congolese cultuursector plaagt? Is het een verwijzing naar diverse cultuuruitingen die noodgedwongen ondergronds moeten opereren? Een tweede mogelijke vertaling is ‘bot’ of ‘afgestompt’. Droogt de strijdkracht onder de Congolese bevolking op? Laten meer en meer politici hun idealen varen?

Laten we ons niet vastrijden in vertaalkundige kwesties. Luister liever naar een nummer als ‘Motoki’. Het nummer houdt het midden tussen feestgedruis en strijdmars. Onder de pulserende groove vliegen er speekselslierten van ontevredenheid rond. Swahili heb je niet nodig om dat te voelen, een gezonde dosis basisempathie wel.

Het licht ontvlambare ‘Salaka bien’ breit een knap einde aan een plaat die eigenlijk maar op één plaats tot zijn recht komt: in een stampvolle tent, waar je omringd door en samen met een hoop wildvreemden de vuisten balt. Tégen geweld en repressie. Vóór vrede, erkenning en begrip. Maar eerst: dansen. En niet een klein beetje.