Het is nog maar zo’n anderhalf jaar geleden dat ‘Welfare jazz’ op ons losgelaten werd. Toch staan de energieke Zweden alweer kaarsrecht op met een nieuwe plaat in de ene hand. Wat ze in de andere hebben laten we over aan ieders verbeelding. Ze combineren hun je m’en foutisme op hun derde, getiteld ‘Cave world’, verder met sarcasme en humor tot maatschappijkritiek voor al wie het horen wil.
Even met de deur in huis vallen, moeten ze gedacht hebben; strak geproducete drums, scheurende gitaren, zweverige saxofoon en de rasperige stem tonen in de eerste seconden al waar het op staat. ‘Baby criminal’ gaat over een baby die klaarblijkelijk voorbestemd was voor de criminaliteit, inclusief enkele sarcastische grimassen in het nummer van frontman Seb Murphy. De saxofoon soleert er heerlijk op los en de zang klonk zelden zo heerlijk ongecompliceerd catchy op een nummer van VB.
Op ‘Cave world’ vormen korte intermezzo’s net als op voorganger ‘Welfare jazz’ de lijm tussen de verschillende nummers. Het is echter geen gratuite vulling maar zorgt voor een vloeiende opbouw naar de volgende track. ‘Troglodyte’ is opnieuw een vakkundig geproduceerde post-punk banger met een hoog meezing en moshpitgehalte. Hier schitteren de synths en de gitaren in plaats van de sax. ‘Troglodyte’ betekent zoveel als ‘heremiet, kluizenaar’ en evengoed iemand die bewust onwetend en ongeïnformeerd blijft. Daarmee wordt subtiel en minder subtiel gerefereerd naar complotdenkers en internettrollen die onwaarheden zitten te spuwen vanuit hun ‘grot’.
‘Creepy crawlers’ is een koortsdroom met synthpunk waarin de draak wordt gestoken met anti-vaxxers. De tirade van Murphy gaat verder op het tragere ‘Cognitive trade-off hypothesis’ waar de gitaren bijna volledig naar de achtergrond verdwijnen. Het resultaat is een volledig atypische popsong die vlotjes binnengaat. Bovendien uit het op een subtielere manier maatschappijkritiek. Het intermezzo ‘Globe earth’ is een uitstekende maar korte synthwave-riedel die uitmondt in de heerlijke herrie van ‘Ain’t no thief’ dat het tempo weer de lucht in jaagt.
Op ‘Big boy’ maakt Jason Williamson naar het einde toe zijn opwachting. De grofgebekte MC van Sleaford Mods vult het geheel – gedragen door een dikke baslijn – perfect aan. Op ‘ADD’ wordt, tussen de vele blieps en gitaarlijnen door, vrolijk gezongen over de gelijknamige aandachtsstoornis. ‘Return to monke’ doet uiteindelijk vrij cynisch de deur dicht. We transformeren allen terug tot apen, met alle gevolgen van dien. Hier wordt overigens lustig gebruik gemaakt van de succesformule van VB. Stuwende synths, een broeierige saxofoon, schreeuwerige gitaren (met hier en daar een killswitch) en het ‘oergeroep’ van Murphy vormen de opzet van het nummer. De laatste woorden zijn trouwens veelzeggend “they’re killing eachother out here, man!” Alsof Murphy’s sarcastische zelve niet de link legt met de dagdagelijkse schietpartijen elders dan wel oorlogen in de wereld.
‘Cave world’ voelt als een fikse uppercut gevolgd door een rake linkse voor wie zich bewust in de marge begeeft en zich laaft aan desinformatie en criminaliteit. Er wordt soms thematisch net iets te veel op dezelfde nagel geklopt. Toch is de productie uitstekend en de muzikale reikwijdte van Viagra Boys vergroot aanzienlijk. De ‘Homo Viagrus’ komt verder en verder zijn grot uit om uiteindelijk – net als de homo sapiens sapiens – alle continenten in te palmen. Al doen deze nozems het niet met klingen en een agrarische revolutie, maar met hun steeds verder uitdijende post-punk.