Vorig jaar verraste Backxwash zowel de hiphop- als de metalwereld met het lugubere ‘God has nothing to do with this leave him out of it’, waarvoor ze de prestigieuze Polaris Music Prize in ontvangst mocht nemen. De openingstrack, die de iconische “Oh no, no, please God help me” wanhoopskreet van Ozzy Osbourne op het eerste Black Sabbathnummer ooit samplet, maakte meteen duidelijk met wat voor genadeloze mix van industrial, metal en hiphop we hier te maken hadden. Een erg duister visitekaartje dus, maar haast een zomers album vergeleken met opvolger ‘I lie here buried with my rings and my dresses’.
Opener ‘Purpose of pain’ klinkt haast ironisch in dat opzicht. “The purpose of pain is to get our attention that something is wrong (…) It’s in this sense that a little bit of pain is a good thing” horen we een stem zeggen. Wanneer het helse gekrijs van ‘Wail of the banshee’ invalt, is het echter meteen duidelijk dat het hier niet om een klein beetje pijn gaat. Zompige gitaren en beukende drums vormen een gruwelijke basis waarop Backxwash koelbloedig een brutaal portret van depressie schetst.
Nog snediger is het daaropvolgende titelnummer, waarop Ada Rook van Black Dresses een snoeihard refrein voorziet. Het is een industriële stomper die eigenhandig een aardverschuiving kan veroorzaken. Bovendien zorgen de subtiele pianoklanken voor een erg griezelige toets. Op ‘In my holy name’ zijn die melodische elementen nog duidelijker aanwezig en klinkt de instrumental als een duivels draaiorgeltje.
Het hoeft niet te verbazen dat deze gitzwarte muziek over weinig opbeurende onderwerpen gaat. Zoals eerder gezegd beschrijft Backxwash haar depressies en in meerdere nummers rapt ze hoe ze zichzelf probeert te verdoven met allerhande narcotische middelen om de pijn te vergeten. Die nare gevoelens komen niet enkel van binnenin maar worden ook door de buitenwereld beïnvloed: ‘Terror packets’ met rapper Censored Dialogue gaat bijvoorbeeld over de moeilijkheden die gepaard gaan met het zijn van een zwarte trans vrouw in de moderne wereld.
Backxwash koos er slim genoeg voor om het album maar een halfuur lang te maken. Hierdoor slaagt ze erin om de spanningsboog constant uiterst gespannen te houden, en ons meedogenloos in de duisternis onder te dompelen. De enige tegenvaller op de tracklist is ‘Blood in the water’, geproduceerd door Clipping. Gezien die hiphopformatie net zelf twee uitstekende horrorcore-albums afgeleverd heeft, hadden we een iets avontuurlijker nummer verwacht, maar het is een kort niemendalletje geworden.
Het lijkt haast niet mogelijk na alles wat voordien al kwam, maar het venijn van het album zit in de staart. ‘666 in luxaxa’ is een van de energiekere nummers waarop ritualistische zang en diepe bassen hand in hand gaan. Volgens het internet komen deze gezangen van Sangoma, traditionele Zuid-Afrikaanse genezers. Daarna komt ‘Nine hells’, dat de meest headbangbare outro van de plaat laat horen. Het echte pronkstuk van de plaat is echter de afsluiter ‘Burn to ashes’, waarop Backxwash furieuze raps brengt over een sample uit Godspeed You! Black Emperors ‘Static’. Het resultaat is minstens even apocalyptisch als het wanhopigste werk van die Canadese post-rockiconen.
‘I lie here buried with my rings and my dresses’ is een zwaar, troosteloos album geworden. De genremix is origineel en compromisloos, en we betwijfelen dat je dit jaar een andere plaat zal horen die de donkere hoeken van de menselijke geest beter verkent dan Backxwash hier doet.