De Belgische muziekbodem zit vol talent, maar niet altijd komen die ruwe diamantjes meteen terecht bij het publiek dat ze verdienen. Onder Verse Vangst serveren we wekelijks een handvol nieuwe Belgische nummers die je misschien over het hoofd zag, maar het beluisteren meer dan waard zijn. Support your local scene!
Je kan alles ook handig beluisteren in onderstaande Spotifylijst.
Zelden zinderde een Belgische debuutplaat zo lang en stevig na als Whispering Sons’ ‘Image’. De band gaf nog niet prijs wanneer die opvolger er exact zit aan te komen, maar met gloednieuwe single ‘Surface’ verraden ze alleszins wel dat ze recent de binnenkant van een studio hebben gezien. Dat het vijftal verder enkel maar bekwamer werd in het schrijven van nekvelgrijpende, doorheen duisternis berusting zoekende songs, bewijst ‘Surface’ zowat vanaf seconde 00:01 – hoorde je immers ooit een vocal zó kordaat eender wélke song op gang trekken?
Go March krijgt al ‘ns de stempel Mogwai meets Kraftwerk op z’n sound gedrukt – impressionant en veelzeggend, maar dit Antwerpse trio laat zich eigenlijk maar moeilijk labelen. Math-, post-, kraut-, electro- of spacerock: hun wijds beukende, kosmische synthgrooves geuren naar al dat voorgaande, maar eisen toch vooral een eigen plek op binnen een steeds uitdijend elektronisch universum. ‘Zipp’, de single die hun in april te verschijnen derde langspeler zonet aankondigde, stapelt zeven minuten lang arpeggiators, ronkende bassynths en electro-akoestische beats op elkaar, continu aangevuurd door een soort hyperkinetische virtuositeit. En vergeef ons, maar: het zou ons niet verbazen mocht ‘III’ in de platenbak te catalogiseren vallen tussen Battles en The Comet Is Coming.
Een tweetal jaar na het fel bejubelde ‘Ten for a bird’ heeft The Antler King z’n vierde plaat klaar. Never change a winning team – én je werkmethode, moeten Esther Lybeert en Maarten Flamand intussen al een decennium lang denken: het Gentse duo blijft alles met z’n tweetjes doen, met een doe-het-zelf ethiek en koppigheid die vandaag misschien wel steeds zeldzamer wordt. Voor dit nieuwe ‘We are’ lieten ze de ruwe riffjes, elektronische omkadering en doordachte dreiging – ofwel de steeds verrassende kruiding van de songs op ‘Ten for a bird’ – even achterwege, maar ook uitgepuurd, mijmerend en bíjna akoestisch weet The Antler King zich onder je vel te nestelen vooraleer je het goed en wel doorhebt.
Zet twee Belgische grootheden binnen de experimentele jazz en impro samen zet met hun Noorse evenbeelden, en er ontspruit als vanzelf een sidderende symbiose aan magische muzikale verwarring die Warped Dreamer heet. Drummer Teun Verbruggen, toetsenist Jozef Dumoulin, trompettist Arve Henriksen en gitarist Stian Westerhus brengen als lands- én genregrenzen verbrijzelende vier-eenheid binnenkort een tweede album uit, in de vorm van een live concertopname (stel je dát effe voor!) in het Amsterdamse Bimhuis in 2016. Vooruitgeschoven track ‘Golden geek award’ illustreert van meet af aan waarom elk van hen naast z’n respectievelijke instrument ook aan de knoppen zit van een batterij aan electronica en/of effecten: hun waanzinnige geluid heeft evenveel weg van avant-garde en freejazz als van sci fi-soundscapes en deconstructie. Kortom: uniek!
Amper een gitaarband in Groot-Diest terug te vinden waarin Jens Rubens géén snaar in de pap te brokken heeft: de man speelt zo onder meer bij Ero Guro, Prince Beastly en Coma Commander. Als Stoop Kid wisselt hij die punksferen in voor – dit soort terminologie blijft ook in 2021 gangbaar, toch? – lofi janglepop. Hoewel dat oorspronkelijke soloproject intussen tot een full band ontpopte, deed Jens voor en op z’n nieuwe album alles zelf: ‘Camp careful’ werd integraal door hem geschreven, opgenomen en gemixt in zijn eigen studio – best bewonderenswaardig, als je luistert naar rijk gevulde en slim gearrangeerde nummers zoals ‘The way it is’, waarbij een schijnbaar luchtige melodie dartelt over een niet te ontkennen laag melancholie.