Amerikaanse ambient-producer Ana Roxanne bracht vorig jaar met ‘~~~’ een als deluxe-ep vermomd debuut uit. Het Britse label Kranky zag meteen haar potentieel en lijfde haar in. Waar haar stem op de ep nog kristalhelder doorschemerde, blijkt die op ‘Because of a flower’ achter een dik rookgordijn verscholen te zitten. Daarnaast borduurt ze verder op de thematieken die op haar ep al werden benaderd, namelijk haar gender, identiteit en zelfliefde.
Een korte spoken word passage valt daarbij meteen met de deur in huis. Ze laat hierbij meerdere verknipte audio-stukjes van haar stem door elkaar lopen waarbij ze haar intersekse benadert. “Yin, the female principle, and yang, the male principle… have joined, and out of their junction has come a third: harmony. / The spirit of harmony, as it condenses, produces all beings.” Laat het dan ook die geest van harmonie zijn die dit album het beste zou omschrijven. Roxanne is zowel qua instrumentatie als met haar woorden zeer spaarzaam en nauwgezet. Wanneer ze geen proza voorleest, spant ze haar stem languit die synchroon meedeint langs de fraaie ambient soundscapes. De manier waarop ze die brengt, laat veel open voor eigen interpretatie. Ze doet daarmee bij momenten denken aan Grouper of Julia Holter.
In ‘Venus’ lijkt ze een stuk voor te lezen over de al dan niet helende kracht van water terwijl we in het rond geplens dan wel kalmerende golven horen. Het nummer schakeert nadien verder naar een soort hymne waarbij haar stemgeluid bijna een engel benaderd. ‘Camille’ blijkt dan weer het meest toegankelijke nummer op de plaat. De fruitige maar minimalistische synthpop klinkt alsof we naar de soundtrack van een Franse arthouse-film uit de jaren zeventig aan het luisteren zijn.
Toch schuilt er achter die lang uitgetrokken vocals een bepaalde zwaarmoedigheid zoals in de afsluiter van het album. ‘Take the thorn, leave the rose’ staat met zijn al dan niet geëchode gitaargetokkel ook ver naast alle andere nummers op de plaat. Het wekt de indruk alsof er elk moment een wall of noise zou kunnen inslaan zoals op een Amenra-album wel eens het geval is. Hier wordt dat doorbroken door melancholieke pianoslagen die worden gemaskeerd door white noise. Ana Roxanne lijkt hierbij slechts nog maar een schim van zichzelf. Ze sluit ondanks de vele verfrissende klanken, de plaat op een bitterzoete manier af.