Soms heb je een halve minuut nodig om een artiest te herkennen, soms weet je het sneller dan je schaduw. Glass Animals categoriseert zich met zijn psychedelische synths, poppy sound en Bayley’s falsetto moeiteloos in dat tweede hokje. “So you go make an album and call it Dreamland” zegt Dave Bayley op het einde van de titeltrack, alsof het een ingefluisterd gebod is. De release van het derde album werd wel even op pauze gezet zodat voldoende aandacht kon gaan naar de Black Lives Matter Movement.
Voor de fans van Glass Animals is ‘Dreamland’ zo zoet als een pot Nutella. Na enkele luisterbeurten begin je te vergeten dat er nog zoiets als brood bestaat. ‘Heat waves’ lepelt zich makkelijk naar binnen met zijn afgelikte synths en onwrikbaar refrein. In ‘Your love (Déjà vu)’ recycleert Bayley zijn typische exotische deuntjes en laat hij ze los zoals een groep puppies op een zomerweide. ‘It’s all so incredibly loud’ bouwt een spanning op met 90s synths en een subtiel verhogend volume. En in ‘Hot sugar’ lijkt de singer-songwriter een lijst van willekeurige dingen af te ratelen. Het uit zich als zentherapie op een r&b-beat.
De niet-fans van Glass Animals gaan zich niet bekeren met ‘Dreamland’. En als ze dat dan miraculeus toch doen, zal dat hoogstwaarschijnlijk liggen aan het introspectief karakter van het album. In ‘Helium’ voelt Bayleys stem nog een tikkeltje breekbaarder. En wie zich verdiept in de teksten van ‘It’s all so incredibly loud’ kan het hart van de singer-songwriter bijna horen verkruimelen (“Ooh, we’re breakin’ down / Whispers would deafen me now / You don’t make a sound / Heartbreak was never so loud”). In ‘Domestic bliss’ horen we dan een meer minimale Glass Animals, ontdaan van effecten en vervormers.
Mr. Miyagi leert zijn leerling zichzelf verdedigen in The Karate Kid met het wassen van zijn auto, Glass Animals gebruikt geen omwegen. “Wavey Davey is on fire” zegt Bayley in ‘Tokyo Drifting’. Het is ons misschien ingefluisterd, maar we geloven het.