Dit jaar kijkt de Indiestyle-redactie af en toe achterom met Indie2020. Vandaag blikken we terug op de omvangrijke en spraakmakende carrière van Kanye West, die afgelopen weekend verklaarde voor het Amerikaanse presidentschap te willen gaan.
Kanye West is een van de meest besproken muziekfiguren van de laatste twintig jaar. Sinds lang echter niet in het minst omwille van controverse; de Amerikaan domineert de koppen van de tabloids met problematische uitspraken en dankzij een huwelijk met Instagram-fenomeen Kim Kardashian. Afgelopen weekend kondigde hij zelfs nog zijn – weinig geloofwaardige – presidentskandidatuur voor dit jaar aan. Muziek lijkt soms bijzaak geworden voor de Amerikaan, terwijl dat wel hetgeen was waarmee hij initieel de aandacht voor zich kreeg en tot op vandaag als artiest blijft intrigeren. Hoe ontpopte West zich van producer met een gouden oor tot alom geroemd rapper en innovator en controversieel provocateur? En vooral: klopt dat verhaaltje van die rijke invloed wel en is al de hem te beurt gevallen eer terecht?
Er leek een crisis op komst in hiphopland anno 2004; Jay-Z had zijn pensioen (sic) ingezet, de downfall van Eminem leek begonnen en de bling era onder leiding van notoire beroepsopscheppers als 50 Cent deed rap zijn glans en geloofwaardigheid verliezen. Mainstream hiphop kon een nieuwe wind gebruiken; muziek die iets anders te bieden had dan pocherij. Kanye beantwoordde die vraag. Zijn debuut was oprecht, grappig, zelfzeker en tegelijk zelfbewust. “We all self-conscious I’m just the first to admit it”, rapt hij in ‘All falls down’.
“Always said if I rapped I’d say somethin’ significant / But now I’m rappin’ ’bout money, hoes, and rims again”
Z’n persona is altijd één van de voornaamste succesfactoren gebleven in Kanye’s muziek. Kanye is een beruchte egotripper maar hij gebruikt zijn durf en zelfzekerheid evengoed om zijn eigen inconsistenties bloot te leggen. De allermooiste Kanye-nummers zijn dan ook die waarop hij met een hartbrekende eenvoud zijn eigen twijfels blootlegt: wanneer hij het over gebroken vriendschappen heeft en de fout bij zichzelf zoekt (‘Real friends’) en een ode brengt aan de ups en downs in zijn band met Shawn ‘Jay-Z’ Carter (‘Big brother’) bijvoorbeeld. Minstens evenveel waait zijn muziek evenwel de andere kant uit. Kanye is bloedserieus wanneer hij zichzelf met God vergelijkt (‘I am a God’) en het zeer middelmatige ‘Facts’ is niks meer dan wat spierballengerol over zijn business imperium. Al in het begin van zijn carrière, toen de roem nog niet in West’s persoonlijkheid was geslopen en hij actief probeerde iets anders te maken dan wat er al gaande was, besefte hij dat de koord die hij voor zichzelf had geweven, moeilijk te bewandelen was: “Always said if I rapped I’d say somethin’ significant / But now I’m rappin’ ’bout money, hoes, and rims again”, bedenkt hij zich op ‘Breathe in breathe out’.
Dualiteit als voedingsbodem voor cult
Het is net dat schipperen tussen ego en introspectie, tussen champagne poppin’ op de Grammy’s en het worstelen met de nooit aflatende paparazzi-aandacht wat zijn carrière mee typeert. Ye geeft af op het decadente leven in de Hamptons, terwijl hij er zelf als geen ander deel van uitmaakt (‘New slaves’), en wisselt al jaren verheerlijking en verafschuwing van the plastic life af (‘FML’, ‘I’m in it’, ‘No more parties in LA’ en bij uitbreiding volledig ‘My beautiful dark twisted fantasy’). Het is die dualiteit die de muziek van Kanye zo intrigerend maakt. De strijd tussen ratio en emo is er één die iedereen voert; het maakt Ye’s muziek uiterst relatable en geschikt voer voor elke human interest-liefhebber.
Het is onder meer door dat alles dat Kanye een cult rond zichzelf heeft kunnen creëren. Het is intussen van ‘N***** in Paris’ negen jaar terug geleden dat hij een echte hit heeft gehad tot over de Atlantische plas (tenzij we de Lil Pump-samenwerking ‘I love it’ meerekenen). In Amerika is hij al lang van de troon gestoten door Drake als het aankomt op wijdverspreid succes. En toch, tot nog toe debuteerde elk Kanye-album op nummer 1 in de hitlijsten en verschijnt nog onder elke Kanye-video een reactie die oppert wat voor een genie hij wel is. De Kanye-stans zitten overal en zijn, zoals het een echte stan betaamt, geneigd om al zijn misstappen te vergoelijken; tot de meest foute uitspraken toe.
“There is no musician on Earth that is as committed to their own derangement as Kanye” – Nick Cave
Al heeft zijn grenzeloze ambitie ook met die schijnbare onaantastbaarheid te maken. Kanye’s opgepompte zelfbeeld zorgt ervoor dat hij voor geen enkel idee terugdeinst: in 2018 steekt hij vijf albums in elkaar op evenveel weken en de absurde maar bijwijlen geroemde videoclip voor ‘Famous’ doet wel heel hard de gek-of-geniaal-vraag rijzen. Nick Cave zegt het mooi in zijn ‘Red hand files’: “There is no musician on Earth that is as committed to their own derangement as Kanye”. West geeft gehoor aan het meest futiele idee, zolang het aan zijn eigen brein is ontsproten. Dit out-of-the-box-denken doet zijn muziek alle richtingen uitgaan, maar het onvoorwaardelijke geloof in eigen kunnen geeft veel van z’n albums ook een onoverwinnelijk en innemend aura mee.
“I miss the old Kanye”
Dat opgeblazen ego speelt zijn nummers echter ook parten. Teksten die onverbloemd zijn gevoel van eigenbelang uitsmeren en frustrerend eigenzinnige keuzes zijn daarvan soms het gevolg. In die optiek steekt West bewust amper moeite in de teksten op ‘Yeezus’ en bij een groot deel van wat hij vanaf 2008 uitbrengt. Sinds ‘808’s & heartbreak’ en de dood van zijn moeder Donda is volgens de internetcultuur namelijk the new Kanye geboren. Zijn raps fungeren sindsdien veelal als weinig doordachte, amper poëtische afspiegelingen van zijn eigen, turbulente gevoelswereld. West vindt tekst zo vooral sonisch belangrijk, ter ondersteuning van zijn producties. Belachelijke oneliners en met denkfouten doorspekte paranoia vloeien hier vaak uit voort. Het geeft traditionele fans van beats and rhymes veel munitie om mee te schieten.
Dat West niet de beste rapper is, is evenwel nooit een geheim geweest. Al sinds ‘The college dropout’ moeten zijn raps het vooral hebben van Ye’s innemende persoonlijkheid. Z’n teksten zijn, net als zijn iconische tweets, getekend door een kinderlijke openheid en hilarische perversiteit. Humor en zelfrelativering gingen er vooralsnog nog hand in hand. Op ‘All falls down’ zette hij zijn eigen materialisme in z’n blootje, op monsterhit ‘Gold digger’ trok hij het gelijknamige fenomeen fijntjes in het belachelijke. Die charmante zelfrelativering is sinds het verdwijnen van the old Kanye echter zeldzamer. Ze ruimt dikwijls plaats voor onvoorspelbare mood swings die zijn megalomane zelfbeeld in de spotlight plaatsen. Hoewel dit bij ons soms tot ogengerol leidt en het niks is voor wie niet houdt van iemand die voortdurend over zichzelf praat, kunnen die ongebreidelde teksten echter ook werken; ze dragen op hun beste momenten bij aan de angstpsychose op ‘Yeezus’ en maken van ‘The life of pablo’ een levensechte ervaring. Een ander voorbeeld is de nooit officieel uitgekomen autotune-ode aan Kim Kardashian, ‘Awesome’, die zo belachelijk eenvoudig is in uitwerking en tekst dat het aandoenlijk wordt.
Het zijn echter al die dingen die Kanye’s muziek voor sommigen onuitstaanbaar maken. Zijn persoonlijkheid is volledig uitgesmeerd over zijn muziek en dat maakt een scheiding tussen de twee moeilijk. De misstappen van Kanye de laatste jaren zijn daarbovenop niet op twee handen te tellen. Hij uitte zijn steun aan Donald Trump, wat ongetwijfeld verschillende fans een gevaarlijk signaal gaf, en in zijn recente, extreem katholieke uitspattingen werkte hij samen met de uiterst dubieuze Joel Osteen en zijn enge kliek. Dat is best vreemd wanneer je weet dat Kanye net één van de eerste was om homofobie in hiphop aan te kaarten.
Het beruchte Taylor Swift-incident, waarbij Kanye op de VMA’s een speech van Swift onderbrak omdat hij haar overwinning niet terecht vond, countert hij later dan weer in zijn muziek. ‘MBDTF’ was geen excuus aan Swift, maar wel een schuldbewuste erkenning van de heisa (“they say I was the abomination of Obama’s nation”). Het was tevens muzikaal zo flawless dat iedereen hem de uitschuiver prompt leek te vergeven. Rond de George Floyd-gebeurtenissen bleef de Amerikaan met het gigantische platform eveneens lange tijd stil, wat gezien zijn MAGA-verleden met een vergrootglas werd bekeken. Tot hij plotsklaps onverwacht hoge stortingen deed aan verschillende BLM-bewegingen en niemand nog dat MAGA-verleden begreep. Dat voortdurende geven en nemen en bewust opzoeken van controverse zorgt ervoor dat Kanye continu bengelt tussen cancelled en redeemed. “Soon as they like you, make ‘em unlike you”, riep hij uit op ‘Yeezus’ en dat uit zich in deze problematisch.
Grensverleggend producer
Een andere voorname reden dat Kanye’s muziek nog de aandacht krijgt die zijn persoon misschien niet altijd verdient is natuurlijk ook de fantastische producing die erin verscholen zit. Tekstueel loopt het al wel meer dan eens fout, zijn maken van beats kent weinig verzwakking – al doet het platte ‘Jesus is King’ wel een aardige poging. Ye verwierf initieel bekendheid als producer voor Jay-Z en met zijn karakteristieke chipmunk soul: versnelde samples van soulnummers met een hogere pitch. Kanye’s beats waren inventief maar simpel, innig en verfrissend melodieus. En die melodie heeft altijd een prominente rol gespeeld in zijn muziek tout court. Al op het oude ‘Spaceship’ was te horen dat West met zijn stem meer wou doen dan rappen, wat hij later dan ook minder en minder deed. Kanye is dan wel nooit een traditioneel goede zanger geworden, hij kan sterke zanglijnen wel ineen steken en passend brengen. Het refrein van ‘Heartless’ blijft na twaalf jaar nog steeds hangen en het uit de hand gelopen autotune-experiment op de tweede helft van ‘Runaway’ is ontroerend mooi. Het toont hoe West al van in het begin niet gemaakt was om zich tot rap te beperken.
Die passie voor melodie blijkt evengoed uit de features die Kanye in zijn muziek toelaat. Na het horen van Bon Ivers ‘Woods’ ontstond er een muzikale bromance met Justin Vernon. Het was op dat moment weinig voor de hand liggend om iemand uit de indie folk zo intens toe te laten tot de pompeuze wereld van hiphop. De Canadees was zelfs een van de weinige andere artiesten op het podium tijdens Wests veelbesproken set op Glastonbury. Nog gedurfder was het evenwel om Coldplays Chris Martin te laten meezingen op ‘Homecoming’ in 2007: veel fouter kon een keuze niet zijn, maar zijn stem wérkte op Wests ode aan zijn thuisstad Chicago.
“Soon as they like you, make ‘em unlike you”
Eclectiek is een ander codewoord voor Ye. Bij weinig rappers is de samplelijst zo gevarieerd. Daft Punk, Hongaarse prog, Black Sabbath, progrockiconen King Crimson en de in mystiek gehulde Arthur Russell zijn maar enkele van de uiteenlopende voorbeelden die Kanye door zijn samplemachine haalt en tot een coherent geheel mixt. Hij is eveneens de eerste hiphopper die zingend zijn gebroken hart blootlegt op ‘808s & Heartbreak’, wat de grond heeft geplaveid voor andere mainstream sadboys in de hiphop als The Weeknd en Drake. Indrukwekkend is trouwens de algemene evolutie die zijn beats doormaken: elektronische autotunesoul op ‘808’s’, dynamische jazzpop op ‘Late registration’, hiphop op stadionmaat op ‘Graduation’, barokke pop op ‘My beautiful dark twisted fantasy’, neopsychedelica en vlagen rock op ‘Kids see ghosts’, met soul gefuseerde industrial op ‘Yeezus’. Elk album is een unieke brok die qua gedaanteverwisseling niet veraf ligt van wat Bowie deed met al zijn personages in de jaren ’70. Het geeft telkens opnieuw gestalte aan het fascinerende gevoelenspalet van West. Op het uiteenlopende ‘The life of pablo’ voel je als het ware de ziel van Kanye afbrokkelen en terug samensmelten. Kanye’s genreblindheid vormde hierbij een stap naar de definitieve vervaging van afgebakende muziekstijlen die zich het laatste decennium steeds meer ontwikkelde. Het zorgde ervoor dat hiphop zich ook in de oren van rock- en indiefanatici nestelde.
Beweren dat Kanye deze albums alleen heeft gemaakt zou de waarheid oneer aandoen. Kanye ziet net als geen ander het nut van samenwerking in. Het opnameproces van een album verloopt bij de Amerikaan als een decadent komen en gaan van polyvalente, creatieve breinen die samen productiviteit genereren, ideeën pitchen en features inzingen. Van daaruit bokst West zijn muziek in elkaar. Verschillende producers hielpen Kanye al vooruit: Jon Brion zorgde op ‘Late registration’ voor een nog betere kanalisering en rijkere invulling van West’s ideeën en Rick Rubin maakte van ‘Yeezus’ het gebalde album dat het nu is. En ook als het op rappen en zingen aankomt beseft West als geen ander wanneer anderen in de spotlight te zetten en het beste uit henzelf te halen. Rick Ross, Nicki Minaj en Chance the Rapper hebben allemaal hun beste verses op Kanye-platen afgeleverd. In het begin van zijn carrière was het verfrissend om iemand te horen die van rap niet langer een wedstrijd maar een samenwerking maakte, ondertussen is dat mede dankzij Kanye al bijna de norm geworden.
Zelfs dan blijft het natuurlijk te simplistisch om te stellen dat Kanye-albums de hiphopwereld de laatste vijftien jaar grotendeels geschapen hebben. Er zijn een hele hoop andere werken en figuren die daaraan hebben meegeholpen. Daarbovenop was hij lang niet altijd de eerste om iets te doen: T-pain was hem voor met de autotune op ‘Rappa ternt sanga’, ‘Yeezus’ is op zijn beurt een voortzetting van de industrial wave die al door de rapwereld vloeide. Dat Kanye een voet heeft in de groei van hiphop als muziekgenre staat wel vast. Hij verhief veel van wat al borrelde in de hiphopbodems tot grote, breed toegankelijke kunst. Zelfbewust, open, moody en gevoelig werd cool; eclecticisme en grenzeloze ambitie bleken geen onhaalbare idealen. Alstublieft Kanye, laat dat conservatieve christengeprevel, die onnodige provocatie en de balorige presidentskandidatuur achterwege en kom gewoon terug naar waar je altijd al zo goed in was: jezelf zijn en muziek maken.
Lees hier nog eens hoe onze lezers de volledige discografie van Kanye West beleefden in het kader van Indiestyle Luistert.