Het is al enkele jaren geleden sinds School Is Cool de plaat ‘Good news’ uitbracht. Op dat album kreeg de band rond frontman Johannes Genard de kritiek dat ze het zichzelf makkelijk maakt. Jammer genoeg wordt deze trend op de nieuwe plaat voortgezet. De scherpe rand is afgevijld en de unieke barokpopelementen en vioolstukken zijn amper nog te vinden. De band leunt nu meer in de richting van doorsnee ‘classic rock’ met alternatieve elementen en voelt op die manier een pak minder uniek aan.
Het album opent wankel met het nummer ‘Fifty percent’, maar wordt daarna gevolgd door de single ‘Close’. Het is een meezinger die niet zou misstaan op het podium van wijlen 10 om te zien. Op de single, en op het merendeel van de plaat baseert de groep zich op een gitaar- en synthriff waar vervolgens lichtjes op gevarieerd wordt. We missen hier de experimentele drumriffs die Matthias Dillen vroeger zonder probleem uit zijn mouw schudde. De lyrics beschrijven een subtiel verhaal waar een koppel komaf maakt met relatieproblemen en deze thematiek zet zich voort op de volledige plaat. Hier en daar zit er een stukje maatschappijkritiek, maar deze zitten listig weggemoffeld onder de liefdeslyriek.
Een uitblinker op het album is de single ‘On the halfway line’. De synthlijn doet ons denken aan de xylofoon van Nele Paelinck die op ‘Entropology’ ons destijds zo goed in de oren klonk. Het refrein wordt bijgestaan door een harde gitaar en voelt, in contrast tot de rest van de plaat, krachtig aan. Ook toont Genard op deze single dat hij meer dan genoeg zangtalent bezit. Het is alleen teleurstellend dat er geen wil of durf is om hiermee te variëren. Zijn stem klinkt op iedere track nagenoeg identiek en dat is jammer. De plaat sluit zijn liefdeslyriek af met het titelnummer. Het eindstuk bevat de grootste toon van lef die er te vinden is. Er zijn lange instrumentale stukken aanwezig waarin de afzonderlijke musici tonen dat ze wel degelijk beschikken over technisch vernuft. Daar hadden we graag meer van gehoord.
School Is Cool blikte dit album op een week tijd in en dat is merkbaar. Naar eigen zeggen heeft de band een niveau van comfort bereikt waar ze weten wat ze willen doen en waar ze dus geen talloze studiosessies voor nodig hebben. Het resultaat is een album dat kwalitatief consequent maar tegelijk monotoon is. Genard vertelde ons dat ieder bandlid technisch goed genoeg is om een eigen band te fronten, en dat kan gerust zo zijn. Toetseniste Hanne Torfs doet dat ook, met haar groep ‘Fortress’. Toch lijkt die lichte vorm van zelfingenomenheid zich te vertalen naar een gevoel van gemakzucht, en vooral een onwil om nieuwe grenzen op te zoeken.
Sommige fans zullen deze nieuwe plaat verwelkomen omdat het een bevestiging is van het kunnen van de Antwerpenaren. Andere fans zullen teleurgesteld achterblijven bij het besef dat de experimentele, onorthodoxe dagen ver achter hen liggen. De plaat is heel radiovriendelijk en zal dus ongetwijfeld zijn ronde doen op allerlei omroepen. Kersverse papa Johannes Genard mag in eigen context tevreden zijn over de jongste telg in zijn discografie en zal ze op het podium waarschijnlijk met het gekende enthousiasme voordragen. Wij hopen echter dat School Is Cool zijn roots zal terugvinden en nog eens een schim zal vertonen van de jeugdige razernij die de groep ooit met trots bezat.
Als het coronavirus geen hindernis vormt zal School Is Cool in Gent (16.04, Charlatan), Antwerpen (18.04, Trix) en Brussel (24.04, Ancienne Belgique). Meer info en tickets vind je op de website van de band.