Je komt in Lissabon een veelheid aan authentieke terrasjes en traditionele cafés en restaurants gerund door families geregeld tegen. Ook fado, het Portugese fatalistische levenslied, vond zijn oorsprong in de armste buurten van de hoofdstad en is diep geworteld in de geschiedenis van het land. Het genre kent momenteel een heropleving en ook Spaanse muzikant/producer Raül Refree heeft er oor naar, na zijn eerdere flamenco nueve-samenwerking op Rosalía’s op ‘Los ángeles’. Samen met Portugese zangeres Lina Cardoso Rodrigues herwerkte hij klassieke fado-nummers van iconische zangeres Amália Rodrigues.
Ondanks de traditionele opstelling van zanger(es) met guitarra (Portugese gitaar), viola (akoestische gitaar) en bas (contrabas of basgitaar) is er doorheen de jaren een bepaalde vrijheid in het genre geslopen. Van die vrijheid maakt ook Refree gebruik. Wie had gehoopt op een conventioneel fado-album komt ondanks het lichtelijk dreigende gitaargetokkel in ‘A mulher que já foi tua’ en het slotnummer eerder bedrogen uit. De Catalaan gaat voor dit project voluit voor de essentie van fado namelijk de melancholie, drama en alledaagsheid van het leven die via piano nog beter opgewekt kunnen worden.
Verder zijn drones nadrukkelijk aanwezig doorheen de plaat. Afhankelijk van het gevoel, context en inhoud van het nummer wisselt ook de toon van de drone in het nummer. In het openingsnummer ‘Medo’ of ‘Quanda eu era pequenina’ krijgen deze een eerder begeleidende rol om de ongemakkelijkheid en sleur van het album meteen te kaderen. Op ‘Destino’ zijn die walsende drones waarschijnlijk het meest prominent aanwezig. Ze zorgen voor een eerder luguber, bijna angstaanjagend gevoel terwijl die op ‘Maldição’ eerder tristesse uitspreken.
Door de minimalistische aanpak ligt de focus vaak vooral op Lina’s stem. De manier en toon waarmee ze haar stem stemt gebruikt, heeft vaak een groot aandeel hoe een nummer precies aan doet voelen en betekent – ook al zou je geen woord verstaan wát ze precies bezingt. De intensiteit van die emoties bereikt naar het einde toe op ‘Os meus olhos são dois círios’ en ‘Ave Maria Fadista’ haar absoluut hoogtepunt waar ze bijzonder teder, bijna breekbaar klinkt.
Met ‘Lina_Raül Refree’ weet Refree samen met Lina de lat weer maar eens te verleggen. Niet alleen door het verrassende gebruik van piano in plaats van zijn eeuwige compagnon, de akoestische gitaar. Het is vooral de minimalistische aanpak die de aandacht en emotie het best kristalliseert, geholpen door de indrukwekkende stem van Lina.