Frederic ‘Lyenn’ Jacques wordt nog steeds in één adem genoemd met Dans Dans en Mark Lanegan Band, twee bands waarin hij als bassist de ritmesectie vervoegd. Nochtans telt zijn persoonlijke visitekaartje ondertussen ook al drie noemenswaardige vermeldingen, met ‘Adrift’ als nieuwste toevoeging. Daarop speelt hij eens te meer in op onbehagen en kwetsbaarheid, zonder dat hij zelf op z’n bas te horen is.
De plaat werd opgenomen in de Sundlaugin-studio in Reykjavik, waar behalve IJslandse trots Sigur Rós, Björk en Of Monsters & Men ook landgenoot Illuminine al opnam. Het desolate en innemende karakter dat met het vulkanische eiland geassocieerd wordt, schemert door tijdens de veertig minuten van ‘Adrift’. Het schuurt zich gletsjergewijs elke luisterbeurt traag maar gestaag verder een weg naar binnen. Bovendien zijn de acht nummers behoorlijk ongerept: de ideeën van de demo’s werden op twee dagen tijd live opgenomen. Hoewel improvisatie nog steeds de basis vormt voor de muziek van Lyenn, zorgt die opname-aanpak voor een extra dynamiek. ‘Adrift’ klinkt daardoor tegelijkertijd rijker en rauwer dan eerder solowerk.
Piano, bas en gitaar krijgen elk net genoeg licht om elkaar te vinden. Hier en daar schemert wat electronica door, zoals in single ‘Until we blend’. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, is het verlangen naar iemand anders doorheen het album vaak de rode draad – een verlangen dat niet altijd wordt tegengehouden door de platentektoniek die mensen net als de aardplaten van IJsland zachtjes uit elkaar drijft.
Openers ‘Morning sun’ en ‘Deliverance’ dampen nog van de warme ingetogenheid. Hoe verder ‘Adrift’ zich een weg baant, hoe zwoeler het wordt. Het broeierige ‘Night’ en afsluiter ‘Hissing fire’ verklaren waarom Flying Horseman-frontman en Dans Dans-kompaan Bert Dockx destijds voor de grooves van Jacques viel. Tussendoor deelt het nerveuze ‘Give in’ het album in twee. Net geen twee minuten duurt de energieke opflakkering, daarna smeult Lyenn fascinerend verder. Mochten Ayco en Eppo op zondagavond nog steeds samen in een radiostudio duiken, ze bestempelden ‘Adrift’ vast tot duysterfavoriet.