Chance The Rapper verwart de ‘The big day’ met een doodgewone donderdag

door Bert Scheemaker

De wereld had nog nooit zo uitgekeken naar een debuutalbum als naar ‘The Big Day’. “Een vergezochte hyperbool” horen we daar op de achtergrond. Is het dat echt? Chance The Rapper staat al zes lange jaren met zijn smoeltje en zijn pet in de spotlights. Sinds zijn tweede mixtape, ‘Acid rap’, is zijn ster enkel maar groter geworden. Van het iconische ‘Ultralight beam’ op Kanye West zijn ‘The life of Pablo’ tot de megahit mixtape ‘Colouring book’ in 2016, Chance scoorde er met gemak op los. Het door West geproduceerde ‘Good ass job’ zou in de pijplijn gezeten hebben. De wereld keek toe hoe de golden boy eindelijk zijn eerste studioalbum zou lossen. Met achttien uur vertraging wel. Als de wereld over je schouder mee gluurt, tellen de details mee.

Een van die details deed ons alvast watertanden. Chance trapt af met de woorden “… and we back“, net zoals hij ‘Colouring book’ op gang schoot. Flashback naar een van de beste mixtapes die ooit uitgebracht werd, de collectie songs die van hem een wereldster maakte en een van de coolste kerels in de VS naast Frank Ocean en Donald Glover. Zelfs in de remake van The Lion King wist hij zichzelf te smokkelen. Als we ons verwachtingspatroon zouden kunnen samenvatten is het in die ene seconde waarmee hij ‘The big day’ opent.

Geen nood, we vielen al rap van onze hoge top. Kon moeilijk anders, de verwachtingen waren sowieso te hoog. Dat we zo diep zouden vallen, dat hadden we niet verwacht. Van ‘legendarisch’ naar ‘top 30 van het jaar’, zoiets. Niet naar ‘amper nog geschikt voor op de achtergrond van een zomerse lichte lunch’. Om te beginnen is het toch ietwat te lang. Tweeëntwintig tracks telt het en da’s niet eens om de streamingdiensten op hun grondvesten te doen daveren. Hij gelooft echt hoorbaar in al zijn nummers. Bijna ontroerend, gezien zo ongeveer de helft gewoon fillers zijn. Het hele album klinkt echt als Chance The Rapper: vertrouwd, vol soul en r&b. Maar evenzeer alsof we gewoon de restjes van zijn eerdere projecten voorgeschoteld krijgen.

‘The big day’ is voornamelijk een logische stap in Chance’ levensloop. De goeie man werd vader en stapte in het huwelijksbootje met de liefde van zijn leven. Dat is te horen op zijn debuut. Dat scherpe kantje, dat hem zo geliefd en interessant maakte, is duchtig afgevijld. Dat komt vooral tot uiting wanneer hij het mag opnemen tegen zijn gastrappers of -zangers. John Legend legt hij nog vrij gemakkelijk over de knie in opener ‘All day long’. De bijdrages van Death Cab For Cutie (‘Do you remember’) en Shawn Mendes (‘Ballin flossin’) zijn zodanig middelmatig dat ze Chance amper bedreigen.

Eens hij echter effectief met de rest van de rappers in de ring moet stappen, is het een heel ander verhaal. DaBaby, de rijzende ster, redt ‘Hot shower’ want Chance The Rappers punchlines missen vooral doel. Kleine broer Taylor Bennet doet juist hetzelfde op ‘Roo’ en Megan The Stallion heeft geen kind aan Chance op ‘Handsome’. Zelfs Nicki Minaj wint het op punten van Chance (‘Zanies and fools’ en ‘Slide around’) en zij wint al jaren geen rapbattle meer. Evenzeer vallen de uitstapjes naar gerenommeerde producers ietwat tegen. Voor het overgrote deel werd wederom een beroep gedaan op The Social Experiment, wat zijn signaturesound wel ten goede komt. Ze weten nog steeds perfect hoe ze zijn stem moeten omkaderen, alleen zijn de scherpe zinnen er niet meer. Voor ‘Found a good one’ werd Murda Beatz ingeschakeld en Pierre Bourne kwam zijn ding doen met ‘Slide around’. Beiden weten echter niet echt een geweldige Chance vast te leggen op de geluidsband.


Jammer, want net dat had het album misschien nog wat kunnen redden. Nummers als ‘Town on the hill’ en de overbodige skits zijn zo strontvervelend dat we haast zouden vergeten dat Chance niet enkel stinkers voor ons heeft. ‘We go high’ is eentje die nog lang zal meegaan en het prachtige ‘Sun come down’ zal geheid nog jaren in de setlist van zijn liveshows opduiken. ‘Eternal’ heeft een heerlijke beat en die geweldige throwback vibe naar zijn mixtapes en dan vergeten we nog bijna ‘I got you’, waarop hij knap een wisselwerking met Ari Lennox op poten zet. Ook best nog te pruimen: ‘5 year plan’, met Randy Newman, die de show steelt en ‘Big fish’, waar Gucci Mane een handje komt toesteken.

Al bij al veel te weinig dus. Weg is de kritische Chance die vorig jaar nog verbaal de strijd aanging met de burgemeester van Chicago in ‘I might need security’. Daddy Chance is home op ‘The big day’. Vader geworden, gelukkig getrouwd en iedereen mag het gerust weten. De odes aan zijn nageslacht en levenspartner zijn alomtegenwoordig. Voor maatschappijkritiek of iets van andere onderwerpen is er niet of nauwelijks plaats. Het klinkt bijna als Samson en Gert. En laat dat nu net niet zijn wat we zoeken in Chance The Rapper zijn muziek. Wat is het volgende, een talkshow op een boot met Tekashi 69?