Er kan vreemd genoeg na al die jaren nog steeds lacherig gedaan worden over de kitscherige make-up, het typische net-uit-bed kapsel of de zwaarmoedigheid van zijn stem wanneer ik even door het publiek heen tuur; maar op Robert Smith lijkt er na al die jaren nog greintje slijt te zitten en de mondjes werden dan ook al snel het zwijgen opgelegd.
Toegegeven, twee uur en een kwartier is lang – zeer lang als je Dave Grohl heet. Het gaf The Cure vooral de ruimte om naast de hits minstens even veel deep cuts in de setlist te verwerken. Zo werden we net voor we de van de zon vaarwel zeiden al vroeg getrakteerd op juweeltjes als ‘Lovesong’, ‘Pictures of you’ en ‘Fascination street’, nummers die dit jaar dertig kaarsjes mochten uitblazen. Gitaren met liefdesverdriet klonken nog nooit zo mooi.
Foto door Timmy Haubrechts
Met hier en daar een korte “Thank you” en zonder al te veel poespas struinde Smith door 40 jaar The Cure. ‘In between days’ klonk nog steeds bitterzoet terwijl ‘A forest’ iedereen heerlijk liet knikkebollen. De Kraai had er zin terwijl hij kenmerkend over het podium liep heen en weer te wiegen dan wel een warme knuffel zocht bij bassist Simon Gallup. Het zijn de kleine momenten die naast de bak vol melodramatische tijdloze nummers tevens voor warmte en liefde zorgen. Net voor de bisronde kregen we een laatste zweem leed over ons heen met het verpletterende ‘One hundred years’.
Foto door Timmy Haubrechts
Na dik twee uur hield de band dan toch even halt en bij het terug ten tonele verschijnen grapte Smith: “So, we just got time enough for another 90 minutes.“, tot waarschijnlijk lichte nervositeit bij menig Tool-fan die na al die jaren wel lang genoeg had gewacht. Waarna het tijd was voor popmuziek; althans dat was het toch ooit, gaf Smith nog mee waarmee hij het iconische ‘Lullaby’ inluidde. Tijdens de zeer uitgebreide bisronde kregen we bovendien een aantal new wave-klassiekers te horen uit het arsenaal van de Britten, zoals het immer tijdloze ‘Friday I’m in love’ dat deze dag in een dikke vier minuten samenvatte, ‘Close to me’ dat u waarschijnlijk mee hebt gehumd en afsluiter ‘Boys don’t cry’. Schattig zou je het bijna kunnen noemen hoe Smith het ten slotte moeilijk vond om afscheid te nemen. Hij was niet alleen want het applaus was oorverdovend.
Jaren heeft het geduurd dat we The Cure nog eens mochten verwelkomen op België’s grootste wei, maar het was het wachten meer dan waard. Robert Smith toont hoe zestig nog steeds pril kan voelen.