Voor velen is Bladee wellicht slechts de sidekick van Yung Lean, maar in werkelijkheid heeft de Drain Gang CEO een uitgebreid oeuvre en toegewijde fanbase. Met zijn melancholische trapstijl en zijn vocals die verdrinken in de autotune heeft de Zweedse rapper een niche voor zichzelf uitgebouwd met een extreem hoog love it or hate it-gehalte. Veel mensen verafschuwen Bladees sentimentele houding, maar de mensen die er wel van houden dragen de autocrooner op handen. Een middenweg lijkt er niet te zijn. Het was uiteraard voor die laatste groep dat Benjamin Reichwald – zoals hij echt heet – gisteren kwam optreden in de Trix Club, en de devotie van zijn fanbase voorspelde op voorhand al dat het een heftige set zou worden.
Eerst kreeg het Luikse Ssaliva de kans om de zaal op te warmen. Zijn set begon met orchestrale ambient waar af en toe een subtiele ravevibe doorheen schemerde, zij het op dat moment nog beatloos. De aandacht leek vooral te liggen op het scheppen van een futuristisch sfeertje, maar naarmate het optreden vorderde kregen de bassen steeds meer ruimte en uiteindelijk braken de kicks toch door, waardoor de muziek een enigszins dansbaar karakter kreeg. De geluiden van Ssaliva deden zo denken aan de muziek die iemand als Ash Koosha ook maakt. Deze tendens om steeds meer clubgeluiden in de mix toe te laten werd doorheen de hele set steeds verder doorgezet en mondde op het einde zelfs uit in enkele jungle-beats. De ongeziene hoeveelheid mensen op het rookterras toonde aan dat dit geen optreden voor iedereen was, maar de meerwaardezoeker kreeg boeiende elektronische muziek te horen die wist te begeesteren en toch tot bewegen wist aan te zetten.
Dit bericht bekijken op Instagram
Na een korte barokintro die misschien net iets te lang aansleepte beklom Bladee het podium onder luid gejuich van allen aanwezig. Het optreden werd gemoedelijk in gang gezet met ‘All I want’, het Bladee-nummer dat nog het dichtst bij een zomerhit aanleunt. Hier kwam echter snel verandering in met ‘Be nice to me’, dat met zijn geflipte beat de zaal in vuur en vlam zette. Vervolgens deed de Zweed er nog een schepje bovenop met ‘Lovenote’, wat een van de meest brutale drops uit de carrière van de rapper bevat. Het intense hoogtepunt van de show was echter ‘Who goes there’, op plaat al een zware banger en tijdens de live-uitvoering met een publiek dat de zaal doet daveren en elk woord meezingt een bijna-doodervaring.
De aantrekkingskracht van Bladees muziek ligt in de botsing van twee verschillende elementen. Langs de ene kant heb je de ijzige beats en de extreem pathetische teksten die soms tegen het belachelijke aan schuren. Anderzijds heb je de vocals van Bladee zelf, die zo hard getransformeerd worden door de autotune dat ze net een heel apathisch karakter krijgen. Mijn persoonlijke waardering voor Bladee krijgt zo een post-ironisch kantje: ik ga de overdreven kleffe teksten voornamelijk voor de grap meekwelen, maar tegelijk kan ik wel gewoon onironisch hard gaan op de muziek, en de semi-ongeïnteresseerde delivery van de rapper zorgt ervoor dat de sentimentaliteit net niet té veel wordt, waar dit met een passionelere zanger al snel wel het geval zou zijn.
In een livesetting werd de discrepantie tussen deze elementen nog extra hard in de verf gezet. Bladee zelf deed op zich niet zo enorm veel moeite: op z’n dooie gemak zat hij over het podium te struinen en z’n ge-autotunede teksten te brengen terwijl hij vooral de beats hun werk liet doen. Aan de andere kant had je het publiek dat op elk nummer volledig apeshit ging en alle teksten woord voor woord zat mee te schreeuwen. Er is iets enorm fascinerend aan het zicht van een menigte die weekhartige rhymes als “You don’t want me, do you?” of “Who holds her? / It’s not me, I’m a loner” staat mee te roepen terwijl ze ondertussen gewoon keihard aan het feesten zijn.
Na drie kwartier gaf Bladee er alweer de brui aan en dat was oprecht jammer. Met licht schaamrood op de wangen moet ik toegeven dat Bladee een van de leukste optredens van het jaar tot nu toe gaf. Ietwat gegeneerd, want het is moeilijk om aan mijn leeftijdsgenoten uit te leggen hoe ik van deze muziek kan houden, maar de melancholische beats en de je m’en fous-attitude van Bladee bleken uiteindelijk harder door te wegen dan de geboortedatum op mijn identiteitskaart. Dat ik makkelijk tot de oudste personen in de zaal gerekend kon worden neem ik er dan maar bij.
In Trix kan je de komende maanden onder andere La Dispute, Strand of Oaks en Melvins aan het werk zien. Een volledig overzicht vind je op de site van de zaal.