Stadionambities die nooit onder stoelen of banken werden gestoken, een bassist die opstapte en de aankondiging van twee albums op een jaar tijd: de terugkeer van Foals was weinig veelbelovend. Een overambitieuze miskleun is het eerste deel van ‘Everything not saved will be lost’niet geworden. In tegendeel: Foals mocht best wat radicaler uit de hoek gekomen zijn.
Binnen hiphop zijn ellenlange tracklists soms meer regel dan uitzondering, maar voor ietwat conventionelere rockgroepen blijft tien nummers de standaard voor een album. Als je toch meer publiceerbaar materiaal hebt kun je kiezen om x-aantal maanden na datum de verkoop aan te zwengelen met een uitgebreide deluxe-versie. Of je kan de gigantische tracklist opdelen in twee en ze apart aan de man brengen, wat Foals hier doet. Het eerste deel is ondertussen verteerd, deel twee volgt dit najaar. De groep had naar eigen zeggen te veel goed materiaal, en zoals de titel impliceert betekent kiezen hier verliezen.
Frustratie en verwarring zijn de belangrijkste thema’s op dit eerste deel, en het is meteen ook ons gevoel na meerdere luistersessies. Waarom bouwt opener ‘Moonlight’ tweeënhalve minuut op naar niets? Waarom wordt er niet vaker iets totaal nieuws gedaan, zoals het marimbageëxperimenteer van ‘Cafe d’Athens’? Waar is deel twee van losse intro ‘Surf, pt. 1’? En waarom scherpt frontman Yannis Philippakis zijn teksten niet als hij dan toch pretendeert diep te willen snijden? Een conceptplaat kan je dit allerminst noemen.
Foals dook voor het eerst als viertal de studio in, nadat bassist Walter Gervers de band verliet om meer tijd door te brengen met zijn familie. Niet dat daarmee ook de laagste tonen uit het spectrum verdwenen: luister maar eens naar die slepende groove van ‘Syrups’, dat na drie minuten een paar versnellingen hoger schakelt. Het is meteen een van de zeldzame momenten dat je echt het gevoel hebt dat er iets gebeurt. Interim-bassist Jeremy Pritchard van Everything Everything zal zich hier op het podium zeker in kunnen uitleven – Foals was altijd al een leukere liveband dan studiogroep.
De Britse groep is doorheen de jaren geëvolueerd van springerige mathrock (‘Antidotes’) over subtiele indietronica (‘Total life forever’) naar een zwaarder rockgeluid met arena-ambities (‘Holy fire’ en vooral ‘What went down’). Hadden die voorgangers nog een min of meer af te lijnen geluid, dan graast de band voor deze vijfde langspeler van zo veel invloeden dat je er een indigestie van dreigt te krijgen. Bovendien lijkt de groep een checklist te willen afwerken. Een valse trage, een pophitje, een introspectieve ballad: ze worden allemaal afgevinkt. Onnodig soms: ‘Sunday’ had met z’n knappe opbouw en plotse tempowissel een veel betere afsluiter geweest dan het dweperige ‘I’m done with the world (& it’s done with me)’.
Op zich is er niks mis mee met een rondstuiterend Foals. Dat bewijzen het nijdige ‘White onions’ en het poppy ‘On the luna’. Die eerste mikt met z’n meeschreeuwbare kreetjes op de grotere arena’s, de tweede ambieert een radiohit te worden in navolging van ‘My number’. ‘In degrees’ grijpt dan weer terug naar house (denk aan de Solomun-remix van ‘Late night’). Het blijft echter bij verwoede pogingen, want een “net niet” overheerst.
Het siert Foals dat ze koppig vasthouden aan de gekende elementen, temeer omdat in de nabije omgeving heel wat gelijkgestemde groepen de handdoek in de ring gooiden. Is het daarom dat er een vorm van geldingsdrang optreedt? Deel twee belooft volgens Philippakis een zwaarder rockgeluid te bevatten. Hopelijk vergaloppeert Foals zich daar niet aan. Dit eerste deel van ‘Everything not saved will be lost’ hoeft in ieder geval niet integraal bewaard te worden.