Bjarki is op enkele jaren tijd opgeklommen naar de hoogste regionen van de ruime technoscene. Mede dankzij het een paar jaar terug alomtegenwoordige ‘I wanna go bang’ en met de steun van Nina Kraviz, maar ook op eigen kracht, met energieke livesets vol techno, jungle, hardcore en zowat het hele elektronische spectrum. Het pleit bovendien voor de IJslander dat hij op zijn eigen releases die variatie en zin voor experiment bewaard heeft, in plaats van de weg van het straightforward succes te kiezen. ‘Happy earthday’ is ondertussen al de vierde langspeler op een goeie drie jaar tijd, en ook dat toont de eigenzinnigheid van de producer.
Vanaf het eerste deel blijkt dat Bjarki de dansvloer achterwege gelaten heeft, en zich meer focust op de (avontuurlijke) chil-out room. De eerste vijftal nummers wekken meteen een ambient-gevoel op, hoewel de tracks daarvoor toch te doorspekt zijn met IDM-elementen. ‘Alone in sandkassi’ gebruikt een gebroken drumloop als basis, om daaromheen elektronica te weven, waardoor onvermijdelijk parallellen met Aphex Twin opduiken. ‘(.)_(.)’ (hebben we al gezegd dat Bjarki niet aan conventionele titels doet?) is een eerste schot in de roos. Ambient, breakbeats, verdronken synths en artificieel vogelgetjirp worden samen in de mix gegooid, met een hoog, nerveus bpm eronder. De kracht van het nummer bevindt zich erin dat afhankelijk van de mood op het moment van luisteren, ‘(.)_(.)’ zowel heel rustgevend kan werken of juist kan oppeppen als een derde Club Mate.
‘AN6912’ is vervolgens een nieuw hoogtepunt. Hier zijn de dansvloerelementen al iets meer aanwezig, maar nog steeds niet genoeg om ook effectief op het hoogtepunt van de nacht gedraaid te worden. De combinatie van de suggestie van een technoritme en de icy synths weet de melancholische gelukzaligheid van de vroege uurtjes mooi weer te geven. Die meer standaard ritmes komen nadrukkelijker (en over de gehele loop van ‘Happy earthday’ eigenlijk enkel hier) naar voor op ‘Cereal rudestorm’. De titel lijkt een kleine hint naar Darude te zijn, en ergens is deze invloed op een vervreemdende manier wel te horen. Gelukkig blijft het niet bij platte 4/4, maar als constante op het album worden ook hier de nodige elektronische flarden en onherkenbaar bewerkte stemmen toegevoegd om het nummer naar een hoger niveau te tillen.
Naar het einde toe verliest Bjarki de rode draad wat. Het rond een kale drumloop opgebouwde ‘Plastic memories’ werkt als nummer op zichzelf wel, maar doorbreekt enigszins de sfeer die voordien werd bewerkstelligd. Met hetzelfde euvel kampt ‘Happy screams’. De abrasiveness van het ingemixte geschreeuw wekt wel reactie op, maar clasht zo hard met het zorgvuldige klankenpalet dat elders neergezet wordt, dat het hier vooral stoort. Gelukkig doet afsluiter ‘UXI’ het dan een stuk beter. Weer weigert Bjarki zich tot één geluid te beperken, maar hier komt dit experiment een stuk beter naar voor. Onwillekeurig duikt een vergelijking met Objekts ‘Cocoon crush’ op, maar ‘UXI’ mist op een haar na de verfijning die dat album kenmerkte.
Op ‘Happy earthday’ weigert Bjarki, opnieuw, om de geijkte paden in te slaan, en kiest hij resoluut voor zijn eigen visie. Die kenmerkt zich door de mengeling van IDM, ambient en electronica, waardoor je automatisch in de Aphex Twin-sferen belandt. Toch weet de IJslander voor het grootste deel daar zijn eigen vingerafdrukken op na te laten. Maar net als in hiphop kan een te lange langspeler ook nefast zijn in elektronische muziek. Naar het einde toe verdampt de vlijmscherpe focus, en wordt eerder een experiment gepresenteerd. Niet dat ik dat niet toejuich, integendeel, maar het verstoort wel de rode draad van ‘Happy earthday’, waardoor het gevoel overblijft dat Bjarki’s vierde album net iets compacter had mogen zijn.