Er is veel veranderd sinds Matt Corby’s Australian Idol-deelname in 2007 waarin de zestienjarige de jury overtuigde met een cover van Stevie Wonder en uiteindelijk tweede werd. Wat hij zelf een “big fucking mistake” noemt, was voor de wereld een eerste kennismaking met zijn ongrijpbare vocals en virtuoos gitaarspel. Na enkele ep’s met singles ‘Brother’ (2012) en ‘Resolution’ (2013) en zijn debuutplaat ‘Telluric’ uit 2016 is Corby vader geworden van een zoontje. Een ingrijpende gebeurtenis die vraagt om muzikale reflectie.
Samen met zijn gezin woont Corby midden in de natuur van Byron Bay, het meest oostelijke deel van Australië. Het landhuis met de naam ‘Rainbow valley’ diende als opnamestudio en inspiratiebron. Corby speelt alle instrumenten zelf, van dwarsfluit tot drum, van bas tot piano. Zijn gitaar is ondertussen opgeborgen. Op dit moderne soul-album bundelt de Australiër meer positiviteit en simpliciteit. “We ran with the concept of being as simple and productive as possible with each part. Telluric was a very busy record, so it was nice to simplify”, aldus de artiest in een interview met Beat.
De plaat mag inderdaad minder druk klinken dan haar voorganger, toch is er niets simpel aan. Wanneer drum en bas invallen in ‘All that I see’ met bovenop een Mellotron-synthesizer, word je resoluut meegetrokken in Corby’s dialoog (met zichzelf). Ook de achtergrond-noises vallen in de plooi. ‘Get with the times’ ontspoort met flarden van dwarsfluit en elektrische gitaar om uiteindelijk te eindigen in een one-man gospelkoor. ‘All fired up’ is een soulvolle ballade die nogmaals Corby’s uitzonderlijke stem etaleert. Hij verstopt zich duidelijk niet meer achter ongrijpbare poëzie (en instrumentatie) maar klinkt vatbaarder. “I’ve decided I can be myself”, klinkt het in ‘New day coming’. Nog een resultaat van het vereenvoudigen van zijn schrijfproces.
Het vaderschap brengt heel wat verantwoordelijkheid met zich mee. Corby lost dit op door wat vaderlijk advies te onthullen in zijn songs. Met een intro die recht uit een exotic record had kunnen komen leidt hij ‘New day coming’ in. Zijn falsetstem evenaart Marvin Gaye en het huppelende baslijntje zou Thundercat zeker doen opkijken. Dynamisch en immer innemend. Single ‘No ordinary life’ heeft volgens Corby een zeker Willy Wonka-gehalte. De strijkers, harp en koor in de intro doen inderdaad wel even wegdromen naar ‘Pure imagination’ uit 1971, maar het is de moderne waarheid verhuld in karamel. De jonge vader waarschuwt namelijk (zijn zoon) voor drugs en wapens.
“I wanna settle down so I can breathe a little” horen we in het folk-barokke “Elements”. Net zoals Matt Corby is genesteld in zijn nieuwe (t)huis, valt ieder instrument perfect op zijn plaats in de songs, en dragen alle nummers bij tot het albumgegeven. Multidimensioneel en dromerig bouwt de Australiër aan een toekomst die we alleen maar kunnen toejuichen.
Matt Corby speelt op 14 februari in de Botanique. Tickets & info.