Sommige van onze stemmers waren zo lief om uitgebreid toelichting te geven bij hun keuzes. Yannick H’Madoun is er daar één van en zoals het een goede vertegenwoordiger van de Belgische muziek betaamt, staan er ook een paar lokale groepen in zijn lijstje.
1. Dans Dans – III
Na lang schuiven heb ik Dans Dans (foto) toch op het hoogste schavotje geplaatst. Omdat ze als uiterst sympathieke Belgen sowieso een streepje voorhebben in mijn boek. Ook omdat ik nog niet zo lang geleden voor de zoveelste keer helemaal omvergeblazen ben door de live-show van dit meesterlijke trio. Maar vooral omdat ik na I/II niet had gedacht dat Dans Dans nog zo gemakkelijk een spreekwoordelijke versnelling hoger zouden kunnen schakelen. En dat doen ze op ‘III’ voluit. Merkwaardig genoeg is het vooral in de nummers waar ze wat gas terugnemen dat ze voor mij het meest schitteren. Het constante evenwicht tussen spontaan en berekend, en het gevoel voor nuance en dynamiek waarmee ze de nummers brengen is zelfs voelbaar in de stiltes tussen de noten en benadrukt voor mij het absolute vakmanschap van deze heren. Kippenvel in hoogste graad!
2. Jungle – Jungle
De Britse formatie rond J&T heeft het voor mekaar gekregen om een lange tijd anoniem te blijven. Dat is op zich al een prestatie in deze tijden, maar blijkbaar heeft het ook gewerkt, want in no-time werd Jungle overal opgepikt. Ook mijn nieuwsgierigheid werd van in het begin geprikkeld en de eerste singles die mondjesmaat gelost werden, zijn hier dan ook grijsgedraaid. Na de live-show in de Botanique eerder dit jaar was ik helemaal over de streep getrokken. Waar ik aanvankelijk vreesde dat het full album veel fillers zou bevatten, ben ik ook daar uiteindelijk positief verrast. Het zijn stuk voor stuk knappe nummers die je volledig meenemen in dat heet dampend, groovende universum dat Jungle steevast weet op te roepen.
3. Gabriel Rios – This Maurauder’s midnight
Voor ‘This Maurauder’s midnight’ kenden we El Rios vooral als latin lover met zonnige songs als ‘Broad daylight”, ‘Angelhead’ en ‘Dauphine’. Na een periode in The Big Apple keert hij dan terug met een volledig nieuwe plaat. Gepresenteerd als 12 singles, elke maand eentje; en in retrospect komt hij er ook gewoon mee weg. Het nieuwe album bevat 12 sterke songs die niettegenstaande de lichte stijlbreuk toch nog steeds in lijn liggen van zijn vorige werk. Door de spaarzame arrangementen komt nog meer naar voren wat een getalenteerde songsmid Rios eigenlijk is. Voor mij dus welverdiend in de top 10 voor 2014, al ben ik er zeker van dat deze songs nog veel langer zullen meegaan.
4. BRNS – Patine
De taalgrens blijkt in 2014 nog steeds een onoverkomelijke barrière voor veel Vlaamse en Waalse bands. Af en toe komt er hier toch iets bovendrijven vanuit het zuiden van het land en gelukkig hoort BRNS tot die selecte groep. Ik leerde de groep kennen in 2012 bij een optreden in de Brakke Grond in Amsterdam (samen met Dans Dans trouwens!) en was meteen verkocht door de verrassende ritmes, frisse arrangementen en de fijne melodieën. Ik was dan ook al volledig hooked aan hun eerste plaat en hoewel ‘Patine’ misschien iets meer binnen de lijntjes kleurt, is ook deze tweede plaat voor mij weer een voltreffer waarbij bijna elk nummer wel ergens ontaardt in een prettig gestoorde – doch gecontroleerde – chaos. Like!
5. Chet Faker – Built on glass
Nummer 5 is een album waar heel wat mensen waarschijnlijk al naar uit keken vanaf het moment dat die schitterende No Diggity-cover in 2011 al kwam bovendrijven, mezelf incluis. Die verwachtingen maakt hij wat mij betreft meer dan waar, zowel productioneel als op basis van de songs. De ideale soundtrack voor deze koude winterdagen, maar ook met meer dan genoeg groove voor een zwoele zomeravond. En bovenal die zalvende stem die zich recht tussen je oren vestigt om niet meer weg te gaan. Uitschieters: ‘Talk is cheap’ en ‘Gold’; op eindeloze repeat graag.
6. The Acid – The Acid EP
In het geval van The Acid heb ik lang getwijfeld of ik voor de ep of de lp zou gaan. Spijtig genoeg moest ik besluiten dat de meerwaarde van de lp niet heel groot is. Dat doet gelukkig geen afbreuk aan de 4 prachtige nummers waarmee ik ze leren kennen heb en die uiteindelijk ook als ep verschenen zijn. Voor velen zijn ze misschien een kopie van James Blake, maar voor mij moeten ze er zeker niet voor onderdoen. De ijzige stem van RY X in combinatie met de minimalistische, maar heel organische klanken als begeleiding, creëren een soort dreigende sfeer waar ik me bij momenten graag in thuis voel.
7. Sohn – Tremors
In vergelijking met de meeste andere albums in deze top tien heeft het een tijdje geduurd voor ik volledig mee was met deze plaat. Nochtans vind ik ‘Tremors’ nu heel vertrouwd klinken en zelfs erg kenmerkend voor 2014. De kruising tussen indie, pop en r&b met daarover een zwoele falsetstem is iets dat we dit jaar wel vaker hoorden terugkomen. Sohn weet me daarmee het meeste te boeien. Hij bewandelt soms een fijne lijn tussen pop en kitch, maar gelukkig blijft Tremors door enkele meer experimentele nummers als ‘The wheel’ (mijn absolute favoriet!) aan de juiste kant van het schisma.
8. School is Cool – Nature fear
Met ‘Nature fear’ presenteerden Johannes en co hun tweede langspeler. Toen ze als voorbode de single ‘Black dog panting’ dropten, werd meteen duidelijk dat dit album niet meer in de lijn van ‘Entropology’ zou liggen. Meer zelfs, ‘Black dog’ gaf ons een kijk op een heel nieuwe School is Cool. Zo donker en dreigend hadden we ze nog nooit gehoord! Een moedige keuze, want zo’n vergedreven stijlbreuk zou niet iedereen ze in dank afnemen. Het volledige album bleek uiteindelijk toch ergens een gulden middenweg te zijn, al hoor je de evolutie wel degelijk in alle nummers doorschemeren. Het is een matuurdere sound die hen goed afgaat. Voor mij zijn het vooral nummers zoals ‘Black dog panting’ en ‘Hollow hill’, waarin de “nieuwe richting” het duidelijkst is, die deze plaat tot een pareltje maken.
9. Damon Albarn – Everyday robots
Damon Albarn heeft al een tijd mijn onvoorwaardelijke aandacht. Toen hij dit jaar met een solo-album kwam aandraven, was ik dus ook erg benieuwd welke richting het zou uitgaan. We weten immers allemaal dat Albarn een man met veel gezichten is. Everyday robots lijkt in dat opzicht ook een soort logische culminatie of eerder distillatie van al zijn vorig werk. Doorheen de twaalf nummers hoor je regelmatig een stukje Blur of Gorillaz of zelfs Rocket Juice & The Moon doorschemeren. Maar het is de prachtige warme melancholie, die in deze soloplaat voor het eerst zo prominent aanwezig is, die er bij mij voor zorgt dat zijn plaats in dit lijstje meer dan verdiend is. Uitkijken of dat in de nieuwe Gorillaz in 2015 ook gaat terugkomen.
10. Glass Animals – ZABA
Met een beetje fantasie zou je kunnen zeggen dat Glass Animals een combinatie is van Sohn, The Acid en Chet Faker. Niet verwonderlijk dus dat ook dit album zeer gesmaakt wordt door yours truly. Hoewel de arrangementen redelijk vernuftig zijn opgebouwd, komt het geheel toch heel zwoel en relaxed over. Bij elke luisterbeurt ontdek ik nog nieuwe fijne details. Het is stiekem ook een heel sexy album, zonder dat het vingerdik op ligt. Dat is voor 2014 sowieso al een verdienste, me dunkt. Zeer benieuwd waar ze nog mee gaan afkomen!