Onze herder verliet ons deze week om de naar het schijnt bloeiende undergroundmuziekscene op nachttreinen tussen Warschau en Krakau te ontginnen. Gelukkig heeft hij zijn apostelen goed opgeleid, en dus gingen we met een rugzakje goede raad en gespitste oren op zoek naar de beste songs van de voorbije week. Voor volgende zondag voorzien we een herrijzenis.
Carly Rae Jepsen – All that
Beginnen doe je best met een eerbetoon. Onze profeet zei in het begin van het jaar dat Carly Rae Jepsen de Taylor Swift van 2015 zou worden, en de zangeres laat na ‘I really like you’ nieuw werk uit haar derde plaat horen die dat zou moeten tewerkstelligen. ‘All that’ kwam tot stand in een samenwerking met Dev Hynes (Florence + The Machine) en Ariel Rechtshaid (Haim, Beyoncé). Op het nummer laat de Canadese zangeres horen dat ze niet enkel rechttoe rechtaan popsongs tot een hoger niveau kan tillen, maar ook ballads perfect kan brengen. (JVL)
A Place To Bury Strangers – What we don’t see
Wat voor de ene groep luid is, is voor de andere eerder kalm. Op ‘What we don’t see’ kiest A Place To Bury Strangers voor een naar hun doen vrij soft geluid, en slaan de Amerikanen ons eerder om de oren met zwaar piepende reverb dan met een overdosis noise. “Een gat is een gat, en shoegaze is shoegaze”, moeten de heren gedacht hebben, en wie zijn wij om hen ongelijk te geven? (BS)
The National – Sunshine on my back
Koningen der melancholie The National zijn terug en daar kunnen we enkel blij om zijn. Voor hun nieuwste nummer gingen ze bovendien in zee met Sharon Van Etten, een match made in heaven als u het ons vraagt. Echt nieuw is ‘Sunshine on my back’ echter niet, aangezien het een oude song is die het vorige album uiteindelijk niet haalde. Qua geluid ligt het dan ook volledig in de lijn van ‘Trouble will find me’. (AS)
Downies – Widow
Geen Punch zonder wat djingel djangel, Downies zijn op dat vlak onze hofleveranciers deze week. De jongens komen blijkbaar uit een scene die zo DIY is dat de meeste optredens gewoon in het appartement doorgaan waar ze ook wonen. Hun muziek klinkt minstens even net uit bed gerold en zou gerust kunnen fungeren als wekker voor wie het leven nog lang niet moe is. Pop met een leren jekker en een blauw oog, het moet niet altijd Carly Rae zijn. (JVL)
Anna B Savage – II
Als een fantoom achtervolgt de delicieuze stem van Anna B Savage ons. Van zacht fluisterend, over voluptueus smachtend tot venijnig uithalen, haar vocaal instrument kan het allemaal, uiterst verfijnd. De song, een meeslepende roman in vier minuten, wisselt mijmerende gitaaraccentjes met martiale uitspattingen af . (MD)
Moon Honey – Boy magic
Onder de vleugels van Greg Saunier (Deerhoof) katapulteert dit duo Kate Bush naar het tijdperk van Dirty Projectors. Steek je wierookstokjes aan. Sla die Victoriaanse roman open. Weldra kruipen de elfjes en de trollen uit het struikgewas. Tem die magische eenhoorn en galoppeer naar de regenboog. (MD)
Jaga Jazzist – Starfire
Jaga Jazzist is een band vol geroutineerde muzikanten op het vlak van jazz, progrock en alle andere stijlen die dodelijk uncool zijn. Op ‘Starfire’, het eerste geluid uit een nieuw album, lossen de jongens alle verwachtingen en vooroordelen in. De band komt even virtuoos uit de hoek als pakweg The Mars Volta, en gaat er op alle andere vlakken gewoonweg zwaar over. Het nummer uitluisteren is een beetje als een ring naar Mordor dragen, of iets dergelijks. Het banale einde, alsof ze net een ouderwetse rocker hebben afgesloten, is dan weer lachwekkend. Veel plezier! (JVL)
Psychic Reality – Island
‘Island’ klinkt soms als een popsong waarvan de verschillende sporen niet goed op elkaar zijn afgestemd. De kleine accidentjes en de wankele feel dragen echter juist bij tot de laid-back atmosfeer van deze popsong. Leyna Noels’ tedere vocalen voeren ons mee naar een broze droomwereld. (MD)
GABI – Koo koo
Van vocalen en een droomwereld gesproken, ‘Koo koo’ van GABI verdient de prijs voor meest polariserende werk van de week. Sommigen zullen in de etherische soep van stemloops van Gabrielle Herbst nog net genoeg grond vinden om voet aan wal van de rest van het album te kunnen zetten, anderen zullen er hopeloos in verdrinken. (JVL)
Rolling Stones – Wild horses (akoestisch)
De welgemikte wijze waarop dit nummer op ons is losgelaten, inclusief kundige maar gladde lyric video, laat zien dat reissues en de bijhorende outtakes big business zijn geworden. Deze akoestische versie van de klassieker uit ‘Sticky fingers’ (1971) is gelukkig meer dan een bijeengeschraapt restje. Het is een ware ontdekking die het origineel zelfs naar de kroon steekt. (MD)