Jaar na jaar worden streamingdiensten verder aangevuld. Bij historisch grote gaten zoals The Beatles of Taylor Swift is dat alweer even achter de rug, maar ook kleinere labels lijken steeds vaker te bezwijken onder de druk om aanwezig te zijn op zulke platformen. Vorig jaar nog voegde het legendarische label ECM zijn gigantische database van jazz en klassieke muziek toe, dit jaar is het de beurt aan indielabel Drag City uit Chicago.
Sinds de jaren ’90 heeft Drag City de vinger aan de pols gehad van alles wat ontsproot uit alternatieve rock, met zowel grote namen uit de nineties (Pavement, Smog, Jim O’Rourke) als recentere hippe vogels (Ty Segall, Joanna Newsom, Jessica Pratt, No Age). Niet alles valt al te streamen – zo blijven notoire tegenstanders van streamen Joanna Newsom, Jim O’Rourke en Bonnie ‘Prince’ Billy grotendeels afwezig – maar het merendeel van de releases op Drag City vallen eindelijk te beluisteren op Spotify, GooglePlay en Tidal. Deze zes albums lijken ons het allerinteressantst.
No Age – Snares like a haircut (2018)
Het mag dan niet hun beste plaat tot nu toe zijn, maar met ‘Snares like a haircut‘ bewijst noisepunkduo No Age dat het helemaal terug is. De rauwe sound van het fantastische ‘Nouns’ (2008) blijft grotendeels overeind, al durven Randall en Spunt hier en daar op succesvolle wijze naar de electronica te grijpen. ‘Stuck in the changer’ is bovendien nu al een van de betere nummers van het jaar. Op 5 april kan je de Amerikanen aan het werk zien in Het Bos, samen met Miaux en Teen Creeps – vernoemd naar een nummer van… No Age. (Frederik)
Bill Callahan – Sometimes I wish I were an eagle (2009)
Hoewel ‘Dream river‘ (2013) vaak wordt gezien als het magnum opus uit Bill Callahans opzienbarende oeuvre, is ‘Sometimes I wish I were an eagle’ minstens even goed. Ijzersterke, traditionele folksongs worden afgewisseld met beredeneerd experiment (‘My friend’, ‘Invocation of ratiocination’). Tien minuten durende afsluiter ‘Faith/void’ kan zelfs tippen aan het beste wat Nick Drake ooit gemaakt heeft. (Frederik)
Ty Segall – Emotional mugger (2016)
Waar kunnen we zelfs beginnen bij Ty Segall? De excentriekeling maakte het gat van Drag City op streamingdiensten elk jaar groter door de snelheid waarmee hij albums releasete. Als wij één album moeten kiezen is het ‘Emotional mugger‘, maar volgende maand is het waarschijnlijk alweer een ander. Enerzijds was er de hilarisch maar beangstigende live-act (tip van de sluier: het is iets met een babymasker), anderzijds zijn er de ijzersterke songs en het energieke riffwerk. De ontregelde lofi-gitaren vallen soms in de plooi, zoals bij de fantastische stonerriffs van ‘Diversion’, maar meestal vechten ze een hoekig robbertje uit met de off-beat drumpatronen om Ty Segalls manische vocalen te onderstrepen. (Zeno)
Pavement – Westing (by musket & sextant) (1993)
Voordat Pavement doorbrak met iconische albums ‘Slanted and enchanted’ en ‘Crooked rain crooked rain’, brachten Malkmus en co. drie ep’s uit. ‘Slay tracks’, ‘Demolition plot J-7’ en ‘Perfect sound forever’ werden door Drag City samengebundeld tot ‘Westing (by musket & sextant)’, een collectie die interessant is voor eender wie de alternatieve ninetiesrock in het hart draagt. De nummers zijn vaak rommelig en eerder half uitgewerkte goede ideeën, maar tonen vooral aan waarom de uitdrukking ‘ruwe parel’ ooit in het leven geroepen is. (Frederik)
Silver Jews – American water (1998)
Zoals veel millennials leerden wij Silver Jews kennen als ‘dat andere project van Pavement-zanger Stephen Malkmus’. Laat het echter duidelijk zijn, de schaduw van frontman David Berman is een ideale plek voor Stephen Malkmus om te vertoeven. Silver Jews neemt het slackergehalte van Pavement nog een stap verder, met wat goedgeplaatste americana in de mix en een opeenvolging van oneliners. Elk nummer zit losjes in zijn eigen vel, groovet als de beste indierock en wordt finaal naar het niveau ‘geniaal’ getild door de stoïcijnse zangstijl van Berman en Malkmus. Aan iedereen die ooit wenste dat Pavement nooit gestopt was: ‘American water’ is niet exact Pavement, en net daarom een perfecte toevoeging aan je bibliotheek. (Zeno)
Jessica Pratt – On your own love again (2015)
‘On your own love again’ is een geheel, één groot werk dat gedurende twee jaar tijd is gerijpt en gegroeid. Als je de plaat bekijkt als een verzameling van losse nummers zou je wel eens teleurgesteld kunnen raken omdat Pratt niet al te veel variatie brengt in haar recept. Toch is het moeilijk om niet bevangen te worden door het unieke en zachte geluid van de muzikante. Met de eenvoud van een gitaar en een aparte stem wordt Jessica Pratt toch een artieste die uitzonderlijk genoemd kan worden. (Iris)