Nee, ‘Boy king’ van Wild Beasts kon ons niet echt overtuigen. Het optreden dat de groep gisteren gaf, deed ons die gemengde gevoelens echter op slag vergeten.
Voor de muziek van voorprogramma Douglas Dare werd het adjectief ‘sacraal’ bedacht. Die soms gregoriaans aandoende stem van Douglas werd extra kracht bijgezet door z’n eigen aanzwellende piano, en de zwalpende drum en zweverige synthlijnen verhieven de nummers nog wat meer. Niet geheel verwonderlijk dat deze jonge Brit goeie maatjes is met Nils Frahm en bijgevolg z’n nieuwe plaat ‘Aforger’ op diens label Erased Tape uitbrengt. Afgaande op wat we gisteren hoorden belooft dat wederom een spirituele ervaring te worden.
Foto’s door Dimly Lit Stages.
Die lijn werd nog even doorgetrokken bij Wild Beasts. De band kwam het podium opgewandeld terwijl vervormde koorgezangen door de speakers klonken en we de zon zagen opkomen op de ledschermen. De arcade-bliepjes van ‘Big cat’ trokken de show op gang, en de overgave waarmee de groep voor de dag kwam, werkte meteen aanstekelijk. Nieuwe plaat ‘Boy king’ voelde wat onwennig aan na fantastische voorganger ‘Present tense’, al betrapten we onszelf erop om zonder twijfels mee te dansen op ‘Ponytail’ en ‘He the colossus’. De voortreffelijke voorzet werd gegeven door oudje ‘We still got the taste dancing on our tongues’ en het veel te korte ‘A simple beautiful truth’. De twee frontmannen etaleerden hun kunnen en vervlochten hun kenmerkende en tegelijkertijd compatibele zangstemmen naadloos met elkaar. Die wisselwerking blijft de grootste troef van het viertal, en live kwam die sterkte nog beter tot uiting. Tijd om op adem te komen was er niet, want de nummers volgden elkaar in snel tempo op.
We waanden ons in de Botanique bij momenten in een film van Nicolas Winding Refn. Vooral diens ‘The neon demon’ keerde terug op ons netvlies dankzij de flashy lichtshow en de goed gehanteerde stroboscopen. Het duistere kantje van Wild Beasts’ muziek bleef op de achtergrond sluimeren en moest plaats ruimen voor herontdekte levenslust. Boy George en diens Culture Club loerden hier en daar om de hoek (‘Bed of nails’), al wist de groep de bijhorende valkuilen vakkundig te ontwijken door af en toe de gitaren te laten scheuren (het potige ‘Tough guy’). De synths eisten hun plekje nooit te nadrukkelijk op, en lieten genoeg ademruimte voor de stuwende drumbeats. Tekstueel schopte hoofdstem Hayden Thorpe meermaals tegen de gevestigde rockclichés aan, en met ‘Alpha female’ werkten ze zowel op de heupen als op de nekharen met die verschroeiende solo van Tom Fleming op het einde. Naast al dat nieuwe werk was het een blij weerzien met ‘Mecca’ en ‘Wanderlust’. Om van ‘Hooting & howling’ nog te zwijgen – we waren eerlijk gezegd vergeten dat het dit nummer was waarmee we de Britten destijds leerden kennen.
Dat je electronica kunt laten overheersen zonder in bombast à la Editors te vervallen, bewezen ze nogmaals in de bisronde. Recente single ‘Get my bang’ trapte die op gang, waarna ‘Celestial creatures’ zich live ontpopte tot een sterkhouder van de jongste plaat. Een laatste keer vocaal uithalen mocht in ‘All the kings men’, dat harmonieus geharrewar waarin de indierockscene van eind de noughties het hardst doorschemerde. Na deze passage vinden we het allerminst erg dat Wild Beasts in die periode zijn blijven hangen.
Lees hier onze recensie van ‘Boy king’ en hier het interview dat we met de groep hadden.
In de Botanique kan je binnenkort Parquet Courts (14.10), Blossoms (25.10) en Motorama (26.10) aan het werk zien. Alle info en tickets vind je op de site van de zaal.