Zoals dat moet met een goede line-up gingen de concerten op de eerste dag van het Cactusfestival in stijgende lijn. Die curve werd ingezet met de zwoele r&b van Warhola, winnaars van de Rock Rally in 2014. Het viel ons meteen op dat de weinige gitaren anno 2016 definitief ingeruild zijn door synthesizers, waarmee Oliver Symons en de zijnen ons aan het dansen probeerden krijgen. Dat lukte hen vooralsnog maar matig omdat de band te zeer in zijn eigen cocon stond te spelen. Misschien heeft Symons alles al gezien na de volksverhuizing bij Bazart op Werchter, maar hij mag iets minder die indruk geven als hij met Warhola speelt. Die band heeft immers nog geen nationale wereldhit in de catalogus, en zo op de late namiddag leek er ook wat te veel eenvormigheid in hun songs te kruipen. Aantrekken, afstoten, opzwellen en de bas laten denderen; na drie nummers hadden we het trucje wel door. Allemaal zeer professioneel gedaan, daar niet van, maar op een hoogtepunt moesten we nog even wachten.
Foto’s van Caroline Vandekerckhove
Dat kwam er namelijk ook niet echt tijdens de set van Antwerpse hiphoptroubadour Tourist LeMC. Ze stonden op het perfecte tijdstip onder de perfecte weersomstandigheden op het podium met hun grootstadsreggae, waardoor de lachende en dansende mensen niet konden achterblijven. Akkoord, dat is wat een goede festivalset teweeg moet brengen, al vroegen we ons af of dat per se aan de muziek lag, die het midden hield tussen gezapige reggae, emotionele pop (moet het altijd zo serieus, Tourist?) en kampvuurhiphop. Het was allemaal niet onaangenaam, maar aan deze toerist in eigen land hing een net iets te wufte nasmaak.
Doe ons dan maar de feestelijke americana van Calexico, dat het park een dik uur lang deed veranderen in een woestijn die perfect aansloot bij de naam van het festival. Gelukkig hadden we ons voordien kunnen laven aan de fata morgana van de ontelbare eetstandjes, want deze Amerikanen hadden een feest gepland, en dat zou er komen ook. De melancholische Calexico was gisteren nergens te bespeuren, en hun festivalset steunde op het evenwicht tussen alternatieve americana en mariachifeestjes. De band was duidelijk in zijn element, het publiek kon een zuiders dansfeest goed gebruiken en de truken van de foor (handjeklap, meezingen) kamen nooit geforceerd over. Ieder lid van Calexico kreeg meerdere momenten om zijn kunnen te tonen, en in de beste jazztraditie werd er altijd keurig geklapt voor een trompet-, accordeon- of bassolo. Brugge is mooi genoeg om ons voor altijd hier te houden, en toch waanden we ons een uur lang op een tuinfeest in New Mexico.
Ondergetekende moet meteen iets toegeven: wij zijn absoluut geen fan van The Black Box Revelation wanneer we ze voor de duizendste keer op de radio horen passeren. Na het sterke debuut ‘Set your head on fire’ leken de riffs van Jan Paternoster daarenboven vervangen door bluespatronen uit de uitverkoopbakken, en hoewel we ons niet helemaal van die indruk van gemakzucht hebben kunnen ontdoen, heeft deze band toch voor een kleine revelatie gezorgd. Showbeest Jan Paternoster en ritmische rots in de branding Dries Van Dijck brengen rock-’n-rollvertier zoals we dat al eens graag hebben. Het duo speelde een strakke set van hits en nieuw materiaal, af en toe uitmondend in een solo, dan weer zich amuserend met de nieuwe achtergrondzangeressen. Voor een gerodeerde (en door Stubru kapotgedraaide) band als BBR zijn deze festivals thuismatchen, en het publiek liet het zich welgevallen.
Hoezeer Jan Paternoster ook had geprobeerd het Cactuspodium zijn nieuwe thuis te maken, na de set moest alles wijken voor het materiaal én professionalisme van Wilco, misschien wel de beste liveband van het moment. Jeff Tweedy en kompanen brachten vorig jaar onverwacht een kort album met puntige rocksongs uit, plaatsten een kat op de cover en noemden het ding ‘Star wars’. Doorgaans wijst zo’n manoeuvre op een attitude van “het maakt ons toch allemaal niet meer uit”, maar in het geval van Wilco ligt dat weer heel anders. Dit is immers een band die een middelgroot park (én dit najaar tweemaal de AB) kan laten vollopen zonder ooit één radiohit te hebben gehad. Om maar te zeggen, met deze band weet je nooit.
Hoewel, je kan er doorgaans op vertrouwen dat Wilco goed is. Héél goed. Ook al loop je schreeuwend weg van het label alt country en doet americana je net iets te veel denken aan cowboylaarzen en banjo’s, toch weet deze band altijd een twist aan die vooroordelen te geven. Een lap noise in een ballad (‘Via Chicago’), een eindeloze solo na een popnummer (‘Impossible Germany’) of een hoekige artrocker (‘Art of almost’) spelen na een liefdesnummer met hortende drums en klingelende samples (‘I am trying to break your heart’)? Het kan allemaal in de wereld van Wilco, en door dit alles vlekkeloos te spelen wist de band Brugge moeiteloos te overtuigen.
Het is waarschijnlijk nodig om de muziek van Wilco goed te kennen om die kunde live ook te ervaren, maar sta ons toch even toe de hoogtepunten hier op te lijsten. De band begon met enkele nieuwe songs, maar wist daarna een goed evenwicht te vinden tussen publieksfavorieten en minder bekend materiaal. Zo werden de eerste noten van ‘Jesus etc.’, ‘Art of almost’, ‘Impossible germany’, ‘Handshake drugs’ en ‘Via chicago’ steevast op gejuich onthaald, en ook oude of kleinere songs als ‘Hummingbird’ of ‘Box full of letters’ werden met veel overtuiging gespeeld. Frontman Jeff Tweedy was ook in een opmerkelijk goede bui, en het rechttoe rechtaan rockplezier van ‘Star wars’ schemerde door in zijn podiummoves én songkeuzes. Met een gitarist als Nels Cline in de rangen zou twee geweldige gitaristen als overkill beschouwd kunnen worden, maar in ‘Spiders (kidsmoke)’ liet Tweedy toch even de Neil Young in zichzelf los. We zouden het hier trouwens nog kunnen hebben over de genialiteit van stoorzender/gitarist Nels Cline, de ritmische precisie van drummer Glenn Kotche of het uitgekiende geluid waardoor de nuances van de albums live ook hoorbaar werden, al kunnen we het er gewoon op houden dat Wilco opnieuw briljant was. De hele eerste dag van Cactusfestival ging in stijgende lijn, al duurde het na Wilco even tot we beseften dat er ook nog andere groepen hadden gespeeld.