Met haar dromerige folk dompelde Weyes Blood de Botanique zondagavond andermaal onder in haar mystieke sprookjeswereld. Toen er effectief een watereffect op haar witte kleed werd geprojecteerd, werd de show pas echt spannend.
Natalie Laura Mering maakt ondertussen al bijna twintig jaar muziek maar kwam in 2016 pas echt boven water met haar derde album ‘Front row seat to earth’. De rijk gearrangeerde opvolger ‘Titanic rising was zo mogelijk nog indrukwekkender, en het eind vorig jaar uitgebrachte ‘And in the darkness, hearts aglow’ borduurde verder op dat succes. Het maakte dat Mering de Rotonde inruilde voor een uitverkochte Orangerie – “conquering the world one chicory at a time” grapte ze daarover.
Weyes Blood was spaarzaam met haar publieksinteractie en spaarde haar stem voor haar nummers, waarin haar indrukwekkende stemgeluid steevast het hoogtepunt was. Van bij opener ‘It’s not just me, it’s everybody’ kreeg ze de zaal stil, terwijl ze omringd met (elektrische) kaarsen en kandelaars en gehuld in een wit kleed mét cape over het podium schuifelde en tolde. Daarna haalde ze haar akoestische gitaar boven om samen met haar vierkoppige band een set te spelen met uitsluitend nummers van haar recentste twee platen.
De enige “valse” noot viel op te merken bij de start van ‘Grapevine’, dat een valse start kende en door de Amerikaanse in een verkeerde toonaard werd gespeeld. Haar band paste zich aan en deed gewoon verder, wat na afloop een bedankje van de frontvrouw. De rest van de set werd zo beheerst gespeeld dat je bij momenten moeite moest doen om wakker te blijven.
Gelukkig werd er in de tweede helft van de show wat meer geëxperimenteerd met visuals om de muziek te ondersteunen. ‘God, turn me into a flower’ kreeg nog een flitsende montage van de hand van documentairemaker Adam Curtis mee die afstak tegenover de langgerekte stemuithalen van Weyes Blood. Tijdens ‘Twin flames’ lichtte er onder haar witte kleed een rood, aan ET doen denkend rood hart op, net als op de albumhoes van haar jongste plaat. Bij ‘Movies’ werd er een golvende watervisual op de zangeres geprojecteerd, waarbij haar cape diende als golvend projectiescherm. We hadden haar graag wat vaker zo audiovisueel uit de hoek zien komen.
Met ‘Andromeda’ zat er een persoonlijk hoogtepunt achterin de set, waarin haar gitarist zich al slidend kon uitleven. ‘Hearts aglow’ was daarna een passend einde van de show, ware het niet dat er nog een bisronde was voorbereid met Mering achter de piano voor het opgewekte, uptempo ‘Everyday’. In ingetogen afsluiter ‘A given thing’ etaleerde een laatste keer haar impressionante stemgeluid, maar eigenlijk was alles toen wel al gezegd en gezongen.
Weyes Blood speelde een set volgens het boekje die daardoor zeker in het begin moeite had om een meerwaarde te bieden tegenover haar studiowerk. Door naar het einde toe wat meer spontaniteit en audiovisuele elementen toe te laten, wist ze echter moeiteloos de aandacht vast te houden tot in de bisronde. Daarmee bevestigt ze haar reputatie als een van de beste stemmen binnen de indiefolkscene.
In de Botanique kan je binnenkort Skullcrusher (7.02), The Paper Kites (14.02) en Algiers (15.02) aan het werk zien. Een volledig overzicht en tickets vind je op de website van de zaal.