Sinds hij in 2014 (voor de tweede keer) afzwaaide uit een Thaïse rehab, hoeft de Doherty-fan zich minder zorgen te maken over een mogelijk niet-opdagen van de Britse bard. Nu de mayhem van de Libertines-reünie stilaan wat gaan liggen is, kon Peter zich weer richten op solowerk – zijn tweede album pas onder eigen naam, na ‘Grace/wastelands’ uit 2009. Het Koninklijk Circus was de eerste Belgische stop na de release van ‘Hamburg demonstrations’, en het werd er een met enkele vraagtekens. Is het mythische rond Pete Doherty opgebruikt, wil hij zich solo anders profileren, of wordt hij gewoon oud? In Brussel aten we gisteren alleszins niet zomaar uit z’n hand, waar dat met de Libs vorig jaar nog probleemloos het geval was.
Foto’s van Wim Hermans.
Kleine, veelzeggende schets van het begin van de avond. Doherty stond gepland om 20u45, maar begon eraan om 19u40. De zaal was halfleeg. Na twee nummertjes ging ie weer weg (“tout à l’heure!”), waarna niet veel later zusje Amy-Jo met haar band opdook als (onaangekondigde) support act. Jack Jones – Peters gitarist, die normaal het échte voorprogramma deed – bracht daarna één gedichtje, opgedragen aan de betreurde Libertines-fan Hendrik Van Dale (de jongeman die in januari verdronk in Brugge). Hij was trouwens een rode draad doorheen de avond: Doherty zelf vernoemde hem een keer of drie, en Amy-Jo had zelfs een slideshow voorbereid. Het was mooi, eerlijk en respectvol, en het minste wat Hendrik verdiende. “What he always said: It’s like coming home.”
Rond kwart na negen dacht Pete met z’n Puta Madres er dan toch aan te kunnen beginnen. Eerst en vooral: uiteraard verwachtten we niet de energie van een Libertines-show of rammelende chaos zoals bij Babyshambles. ‘Hamburg demonstrations’ is een vrijwel akoestische folkplaat – met een muzikaal hoekje af though, en een occasionele stevige uitschieter. Maar in geen geval voelen die songs saai of ongeïnspireerd aan, en zeker tekstueel blijft de Brit zo poëtisch en creatief. Singles ‘I don’t love anyone’ en ‘Kolly kibber’ waren voor Peter en band dan ook ideale openers, zeker met gouwe ouwe ‘Last of the english roses’ ertussen. Meezingen en -wiegen waren ons deel, het voelde oprecht.
Helaas ging het hierna al redelijk mis. Die mooie piano-intro van het jonge Libertines-nummer ‘You’re my waterloo’ werd zowat verkracht door die elektrische toetsen, en Doherty’s vocals leken een beetje te botsen met de zachtere muzikale setting, alsof hij zich verplicht voelde niet te gek te doen. Peter probeerde dat nog wel eens – tijdens ‘Oily boker’ zagen we weer eventjes dat losgeslagen projectiel herrijzen, en die onvoorspelbaarheid was fijn: statieven rondslingeren, micro’s als drumsticks gebruiken, rollend de grond verkennen. Maar het muzikale slopje zette zich tegelijk toch verder: ‘Down for the outing’ miste de punch die het op plaat kent – kan iemand die drummer eens leren doorslaan? – en ook ‘The whole world is our playground’ wist het zwalpende folksfeertje niet tot stand te brengen. Pete voelde dat probleem misschien wel, maar deed er eigenlijk weinig aan.
Verder wél boeiend: ‘Hell to pay at the gates of heaven’ kreeg een staartje met de “shoop de-lang de-lang’s” uit ‘What Katie did’. En dat werkte: allicht daarom dat Doherty tijdens de bisronde een strofe van ‘Don’t look back in anger’ mengde doorheen z’n cover van ‘Ride into the sun’ van The Velvet Underground. En nu we het er toch al over hebben: die encores waren écht hetgene waar iedereen op zat te wachten – een beetje fan wist dat er nog tien minuutjes complete shambles gaan volgen.
Maar Doherty verraste hier zowaar: in z’n eentje keerde hij terug het podium op, akoestische gitaar omgegord: met ‘I would like to dedicate this song to my father’ – die vanop de zijkant alles breed lachend gadesloeg – zette hij ‘What a waster’ in. Het voelde als een uniek moment, niet in het minst omdat de papa even later nog wat kwam dansen en meezingen. De overlevering wil trouwens dat hij die allereerste Libertines-single altijd afkeurde, en in de begindagen niet in z’n zoon geloofde. Peter was trouwens (bijna) jarig, en dat mocht niet passeren zonder taart, gescandeerde happy birthdays en een familie-/bandknuffel. Leuke boel, speciale sfeer, en het deed de doelloosheid van het vorige halfuur wel vol-le-dig vergeten.
Wat ‘Killamangiro’ en ‘Fuck Forever’ hierna nog teweegbrachten, hoeven we je allicht niet meer uit te leggen (of toch: alles kapot). De 38-jarige Doherty is in z’n diepste duidelijk nog een muzikaal enfant terrible, en af en toe komt dat ook naar buiten (als hij crowdsurfers wegsleurt van de security, bijvoorbeeld). Jammer dus dat de band hier en daar wat slabakte, en Peter zelf zich soms wat inhield. Maar misschien moeten ‘wij-de-fans’ ook inzien dat er gewoon drie Pete Doherty’s bestaan: een Libertine, een Babyshamble en een kalmere solo-artiest – nu en dan verenigd, maar in het Koninklijk Circus vooral wederzijds exclusief – met de muzikale gevolgen van dien.
Lees onze review van ‘Hamburg demonstrations‘.