Met de herinterpretaties vanop ‘Where have you been all my life’ onder de arm beschikken Villagers over een geldig excuus om wederom de mooiste Europese podia aan te doen. Na een passage in het Koninklijk Circus en het binnenplein van het Brugse Belfort was deze keer de Botanique aan de beurt voor ruim anderhalf uur hedendaagse folk van de bovenste plank.
Op 15 februari 2016 speelden Villagers en Ye Vagabonds in de Botanique in Brussel voor een uitverkochte zaal. Caroline Vandekerckhove was erbij en maakte foto’s, Mattias Goossens schreef een verslag.
De broers Mac Gloin, afkomstig uit dezelfde Dublinse folkscene als Villagers, kiezen voor een iets traditionelere aanpak dan het hoofdprogramma. Met behulp van een banjo, gitaar, viool en mandoline weet het duo voldoende afwisseling in hun set te brengen, en hun stemmen vulden elkaar perfect aan. Binnenkort verschijnt hun eerste album als Ye Vagabonds, en naast een Ierse traditional werd vooral van de gelegenheid gebruik gemaakt om dat nieuwe eigen materiaal eens aan een buitenlands publiek te toetsen. Net doordat hun folk bij momenten zo archaïsch overkwam, werkte het geheel behoorlijk verfrissend.
Conor O’Brien schuwt de rake observaties niet. Wie naar Brussel was afgezakt voor zoetgevooisde liefdesliedjes moest dan ook behoorlijk slikken toen het met seksuele escapades beladen ‘Memoir’ de avond opende. O’Brien schreef het nummer oorspronkelijk voor Charlotte Gainsbourg, maar voor ‘Where have you been all my life’ werd het door Villagers zelf onder handen genomen. Dat album vormde de rode draad doorheen de show – enkel ‘Darling arithmetic’ haalde de setlist niet. Met een drum, contrabas en harp in de rangen had de groep meer weg van een bescheiden huiskamerorkest; eentje dat goed op elkaar was ingespeeld en mekaar moeiteloos aanvulde waar nodig. Ook vocaal versterkten de leden elkaar: harpiste Mali Llywelyns’ stem versmolt mooi met O’Brien tijdens een uitgeklede versie van ‘Nothing arrived’ en tijdens pendelballade ‘Twenty-seven strangers’. De frontman bouwde de nodige variatie in door het nerveuze ‘I saw the dead’ en ‘The pact (I’ll be your fever)’ zelf vanachter de keyboards te brengen.
Terwijl het laatste Villagers-album met nieuw werk ‘Darling arithmetic’ nog ontdaan werd van alle franjes, verschilt de rijkelijke live-instrumentatie danig van de studio-versies. ‘Everything I am is yours’, door O’Brien ingezet op zijn akoestische gitaar en in het slot van het nummer aangevuld door Llywelyns, was het enige moment waarop die soberheid van de studio een plek kreeg op het podium. Daartegenover stond het openbarstende ‘The waves’, dat danig verschilde van de originele studioversie. Na even te verstillen tijdens de strofes mondde het uit in een bijzonder intense finale die op luid applaus onthaald werd. Iets te veel overdaad was er tijdens ‘Occupy your mind’, waarin er wel erg enthousiast op het keyboard werd gedreund.
Sinds ‘Darling arithmetic’ schuwt O’Brien de rechtstreekse confrontatie met homofobie niet langer. Hij beperkt zich niet langer tot kritiek die diep in de teksten verscholen zit, maar snijdt het openlijk aan in onder andere ‘Hot scary summer’ en vooral ‘Little bigot’. Het siert hem om hiervoor een lans te breken, zeker binnen zijn genre. Elke snedige uithaal wordt echter gecompenseerd met een ontroerende melodie of warme harmonie waardoor de nasmaak nooit al te bitter is, zelfs tijdens het breekbare ‘No one to blame’. Een toegift komt er met ‘Wichita Lineman’, ‘That day’ en ‘Courage’, waarbij Villagers zich wederom van hun meest ingetogen kant tonen. En zo werd een uitbundig optreden sober en schoon afgesloten.
Villagers spelen op zaterdag 9 april opnieuw in ons land tijdens het Little Waves festival in Genk. Alle info en tickets vind je op hun website.
Lees hier onze review van ‘Where have you been all my life’ en ‘Darling arithmetic’.