De vraag die ons bezig hield op 1 november was: wat onderscheidt Villagers van Jarle Skavhellen of andere mannen met een gitaar?
Jarle Skavhellen, een Noorse singer-songwriter kwam in z’n uppie het podium van La Madeleine een twintigtal minuutjes inpalmen. Met een gitaar en vreemdsoortig piratenaccent op zak, gooide hij ons beeldspraak toe waar we woorden als ‘cobblestones’ en ‘sailors’ even uit plukken om je een idee te geven van in welk straatje we ons bevonden. Alsof we nog niet genoeg verdwaald waren, smeet de Noor er nog een cover van zijn populairste muzikale landgenoot tegenaan – wie anders dan Kygo? Was het maar effectief mogelijk om te verdwalen op de route Brussel-Centraal richting Madeleine. Dan waren we misschien net te laat geweest. Of op tijd, het is maar hoe je het bekijkt.
Om terug te komen op onze openingsvraag, het antwoord is: veel. Het was een heel erg blij weerzien met Conor O’Brien en de zijnen. De 34-jarige Ier groeide sinds onze laatste ontmoeting wat grijze haren, maar die vertrouwde akoestische gitaar om zijn nek veranderde niet van plek.
Foto’s door Caroline Vandekerckhove
Gekleed in een witte blazer was O’Brien vastberaden om alle nummers van zijn nieuwe album ‘The art of pretending to swim’ te spelen – daar zijn we niet rouwig om, goeie plaat – en pikte hij er slechts enkele oude ‘hits’ uit. We kregen bijvoorbeeld geen ‘The waves’ of ‘Everything I am is yours’ voorgeschoteld. Waar we wel op konden rekenen was een arsenaal aan gelaagde topsongs die live aan sterkte en intensiteit wonnen. Als je goed luisterde, ontdekte je zelfs nieuwe details, geluiden en invalshoeken. Wanneer je bij thuiskomst het nieuwe album gaat opleggen (dat doe je), zal je er gegarandeerd niet meer hetzelfde naar luisteren als voorheen. Dat kan ook niet anders als je in het echt hebt gezien welke gezichten de Ier trok, welke gepijnigde blikken hij wierp, hoe dat keelgat werd opengesperd en hoe de zweetpareltjes zich naarmate het concert vorderde langzaam een weg baanden over O’Briens slapen. Als het over zwemmen gaat, moet Villagers misschien doen alsof, maar als het over performen gaat, komt er geen faken aan te pas.
O’Brien werd gesteund door een vierkoppige, uitstekende band – ze bedienden zich zelfs van een bugel – die de extra’s toevoegen. Een pluim tevens voor de auditieve details zoals de distorted intro met door elkaar gehaalde woorden uit de albumtitel. Maar zelfs zonder de muzikanten zou de frontman een volledig podium kunnen inpalmen. Conor is een genereuze performer en de sympathie zelve die veel van zichzelf aan zijn publiek geeft. Hij stond gisteren op het podium alsof het evenveel van hem als van ons allemaal was en benutte plaats en ruimte oprecht en zonder overdreven over te komen. Villagers deed dat zonder aan intimiteit in te boeten, dat bewees een gepluimde versie van ‘Nothing arrived’ als afsluiter van een set waarbij bij niemand de verveling ook maar durfde toe te slaan. Hoe kan het ook anders wanneer je nummers zo verscheiden en gevarieerd zijn qua geluiden en structuren en je dit allemaal vol overgave brengt. Het was een bewonderenswaardig optreden gisterenavond. We zagen een Villagers dat gegroeid is met een frontman die er eindelijk comfortabel in zijn vel uitziet. Van O’Brian wisten we al langer dat het een vakman is op vlak van songsmeedschap, nu heeft hij echter voor eens en altijd bewezen dat hij ook het podium volledig beheerst.
In La Madeleine kan je binnenkort Sigrid (20.11), The Breeders (22.11) en Billie Eilish (25.02) aan het werk zien. Een volledig overzicht van alle concerten vind je hier.