De volledige AFF-line-up stond in het teken van recent opkomende bands, en dan bezetten daar ineens drie zestigers het podium als headliner. Het zei op zich meteen veel over hoe gemakkelijk Wire de verschillende decennia heeft kunnen overbruggen zonder ooit een toegift te moeten doen. Het aloude cliché dat nieuwe platen van monumenten uit de muziekgeschiedenis sowieso van een veel lagere kwaliteit zijn, is in veel gevallen waar, maar Wire schijnt een van die uitzonderingen waar tijd maar geen vat op lijkt te hebben.
Het is tevens duidelijk dat het absoluut niet de bedoeling is om de wereldwijd bejubelde sound van hun eerste drie golden records te herkauwen. Een combinatie van een voorstelling van de nieuwe plaat en enkele klassiekers uit het vroege oeuvre: er kon in onze ogen weinig misgaan. Toch wisten de eerste twintig minuten niet te overtuigen. Instrumentaal gezien klonk het allemaal wel puik, maar het was vooral de stem van frontzanger Colin Newman die er niet genoeg doorkwam en niet echt geschikt meer leek voor grote optredens. Ook mistten we wat ruwe randjes aan de songs, alles werd netjes afgespeeld en het concert nam een gezapig tempo aan. We hadden van deze (ex-?)rebellen een iets minder gepolijste sound verwacht.
Tot dan plots, ergens net voor het midden van hun set, de puzzelstukjes wel opeens allemaal op hun plaats vielen. De stem van Colin leidde voor het eerst zijn troepen wel zoals we gehoopt hadden, de gitaren scheurden onpraktischer en ruwer dan voorheen en de drums ging nog sneller tekeer. Je merkte bovendien dat niet alleen de muziek een versnelling hoger schakelde maar dat het spelplezier eveneens een duidelijk injectie kreeg. Doordat nummers vaak langer werden uitgespannen kregen ze meer tijd om zich te ontwikkelen en kon er gespeeld worden met op- en afbouw. Het publiek mocht dan gemiddeld wel enkele jaren ouder zijn dan bij de concerten eerder op de dag, de jonge afwezigen hadden uiteindelijk ongelijk.
Foto’s van Bert Savels