Bij het betreden van de Rotonde werden we begroet door een projectie van een getekende, drieogige kat. Een creatie van de hand van de Amerikaan Tim Fite, die naast het voorprogramma van Bonaparte, singer-songwriter en multi-instrumentalist ook kunstenaar is. Hij kwam zijn nieuw album ‘iBeenHACKED’ verdedigen.
Op het eerste gezicht leek Fite niet de meest extravagante persoon. Hij kwam even vriendelijk kennismaken met het publiek: handjes werden geschud, koetjes en kalfjesvragen uitgewisseld waarna hij het podium besprong, geflankeerd door het projectiescherm en zijn computer. Op het eerste gezicht leek Fite niet de meest extravagante persoon. Wat volgde was zacht uitgedrukt een interactief en lichtelijk gestoord spektakel. Al bij het eerste nummer beperkte de zanger zich niet tot de bühne alleen, laat staan tot rechtstaand zingen. Wie doet dat tegenwoordig nog? Als een halve gek rondhossend door de zaal, zingend en dansend als een aapje op het podium wist hij de zaal galopperend op haar imaginair paard te krijgen in ‘More clothes’, (“a horse is a horse, of course of course”).
Dan was het tijd voor een kort intermezzo genaamd: ‘the easiest quiz ever’. Het concept was simpel. Sexy Leroy op het geprojecteerde scherm stelde ons enkele simpele vragen (‘Are you ready to party?’, ‘Are you sexy?’, ‘Are you supersexy?’) en wij hoorden plichtsgetrouw ‘ooouuiii’ te antwoorden. Goed voor ons zelfbeeld en Sexy Leroy zou nog enkele keren tijdens de show terugkeren: in de tweede gemakkelijkste quiz ooit (‘Are you still supersexy?’), en in het rechterbovenhoekje van het scherm, meezingend met Tim.
In het halfuur dat volgde kregen we in de vorm van een getekend filmpje een op zijn minst opmerkelijke uitleg op de vraag ‘Where do babies come from?’ (blijkbaar is het voldoende als papa een foto van zijn weenie naar mama stuurt, die dan antwoordt met een foto van een eggsandwich), een aflevering van de Dog and Pony show, getekend door Fite himself en werden we gebombardeerd tot leden van zijn team die hem hielpen bij het zingen van het refrein van ‘Burn it down’.
De muziek onderbrengen onder één noemer is onbegonnen werk. Het ene moment was het genieten van zachtaardige folk met bizarre lyrics, het volgende moment vlogen de ‘fucks’ en ‘bitches’ je hiphopgewijs om de oren, waarna je aansluitend kon gaan rond springen op wat electro-indie (een combinatie van al het voorgenoemde was uiteraard ook mogelijk). In theorie dan, want hoewel de ambiance er in zat, was het publiek met geen stokken uit hun zitpositie te krijgen. Tot er bij het voorlaatste nummer ‘Big Mac’ eindelijk wat leven in de brouwerij kwam.
Ten slotte werden we door Tim Fite uitgenodigd om een tuin te planten in de Botanique. Armen in de lucht en zaadjes planten maar. Crossmediaal en geniaal, excentriek en entertainend: De beste opwarmer voor Bonaparte die je maar kan bedenken.
Het was twee jaar geleden dat het prettige gestoorde Bonapartecircus onder leiding van Tobias Jundt nog neerstreek in de Botanique. Iedereen die de band een beetje kent, weet dat hun liveoptredens altijd explosief, humoristisch, over the top en een beetje krankzinnig zijn, en alles gehesen in theatrale kostuums. Jundt heeft het dan ook altijd over zijn kunst, niet over zijn muziek. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen, ook al klinkt het nieuwe album ‘Bonaparte’ veel rustiger dan haar voorgangers.
Twee grote, halfdoorzichtige spiegels werden het podium op gereden en ‘Like an umlaut in English’ gaf vervolgens de brave aftrap van een show die de verwachtingen niet helemaal zou inlossen. De schermen werden geopend, maar ‘I wanna sue someone’ bracht ook nog niet al te veel leven in de zaak. ‘Anti anti’ daarentegen kon het publiek wel smaken en vanaf dan begon het allemaal wat los te lopen. Tim Fite vervoegde de band voor ‘Me so selfie’, terwijl twee dames uitgedost in de vreemdste kostuums, die om de twee nummers gewisseld werden, hun meest buitenissige dance moves bovenhaalden. Oude hits (‘Fly a plane into me’, ‘Boycott everything’) werden afgewisseld met songs van de nieuwe plaat (‘Two girls’, ‘Wash your thighs’). Tijdens dat laatste verscheen Fite ook weer op het podium om pictionarygewijs een paar mooie dijen te tekenen. Hierna zou hij ook niet meer van de spotlight wijken, waar hij de rest van het optreden aan live-drawing zou doen. Dit werkte bijzonder goed toen we drie minuten lang werden meegenomen in de creatieve kronkels van Bonaparte’s brein (‘3 minutes in the brain of Bonaparte’) en een levensbeschouwelijk momentje ervoeren.
Tot op dat moment bleef het een redelijk bescheiden show voor Bonaparte-standaarden. De mensen met computerschermen op hun hoofd die blowjobs simuleerden tijdens ‘Computer in love’ uit de vorige tours hebben moeten wijken voor de diva’s in zwarte morphsuits die behangen zijn met led-lichtjes. Zijn ze dan toch volwassener geworden?
Dan was het de beurt aan het lied waar de tour naar vernoemd is: ‘Into the wild’. Eén van de kalmste stukken die op de nieuwe plaat te vinden zijn en waarin we een verrassende gevoeligheid vinden. Opmerkelijk dus dat ze er live voor kozen om een meer upbeatversie te brengen, waardoor die sfeer volledig verdween, een jammere zaak.
‘Too much’ volgde en zoals verwacht bracht dat een wilde reactie voort. Jundt waagde zich aan een kleine stagedive in de moshpit, beklom de trappen van de Rotonde en viel er vervolgens af. Daar was eindelijk de spirit die we van Bonaparte gewoon zijn. Ook muzikaal gezien brachten ze wat we van hen gewend zijn: chaos. Het leek allemaal niet zo nauw te steken. En laten we eerlijk zijn: Jundt heeft ook niet de meest perfecte zangstem, maar net daarom houden we er stiekem van. Wie zijn muziek graag clean hoort, koopt dus beter de cd om die rustig thuis in de zetel te beluisteren. Afscheid werd genomen met ‘May the best sperm win’, gevolgd door een champagnedouche dat ons hielp afkoelen van een bijzonder zweterige concert.