Met een nummer 1 album in het Verenigd Koninkrijk op zak, staan The Maccabees op Sziget met een glimlach tot achter de oren klaar om ‘Marks to prove it’ voor te stellen. Na een lange stilte rond de band en dus ook een dito tourpauze, is het bovendien best verrassend om enkele wissels doorgevoerd te zien. Niet alleen koos het vijftal eerder voor een less is more-aanpak door het veelal benadrukken van de piano, maar de plek van Will White aan de synths wordt live tegenwoordig ook ingenomen door Rebekah Raa.
Van die eerder genoemde tourstilte valt maar weinig te merken. Goed, de Londenaren vormen inmiddels bijna negentien jaar een collectief, zodat elke kleine onderbreking vast meteen weer opgelost raakt, maar dit vijftal doet het op Sziget wel erg goed. Ze lijken op wolkjes te lopen en hoeven geen moment moeite te doen om het publiek in de hitte te doen klappen en rondspringen bij oude getrouwen ‘Wall of arms’, ‘Love you better’ of ‘Can you give it’. Zelfs ‘Latchmere’ en ‘William powers’, nochtans nummers die de groep jaren niet meer heeft gespeeld, worden uit de kast gehaald om het festival te plezieren.
Het inpassen van de nieuwe songs uit ‘Marks to prove it’ gaat de ene keer beter dan de andere. Zo schurkt de titelsong nog stevig aan tegen het typisch geluid van The Maccabees met hoekige gitaarriffs, repetitieve lyrics en een openspattend refrein, waar ook ‘Something like happiness’ en ‘Spit it out’ nog vlagen van meekrijgen. ‘Kamakura’ en ‘WW1 portraits’ doen het een stuk minder vonken en steken door hun ingetogenheid dan weer schril af tegen al de rest. Niettemin kloppen The Maccabees met een set als dit aan de deur van de alternatieve headline-slots. De Britten staan scherp, zoveel is zeker.