De grootste naam in de indietent, die we op Dour La Petite Maison noemen, was zaterdagavond die van The Drums. Nochtans had de groep een paar jaar geleden hier al voor een groter publiek gespeeld dan wat gisteren afzakte naar de uithoek van het festivalterrein. De laatste plaat van de Amerikanen ging dan ook geruisloos aan een heleboel mensen voorbij en dus gokten we dat alleen die hard-fans en nostalgici hun weg naar de show vonden. Het leek overigens wel of Jonathan Pierce en zijn (live) vierkoppige band zelf ook beseften dat de impact van hun laatste eerder beperkt was: het volk werd vooral getrakteerd op materiaal van de eerste twee platen, hoewel we eerder dit jaar nog in de VK zagen dat de nieuwe songs in het echt eigenlijk heel goed uitpakten.
Foto door Xavier Marquis.
Nu had zanger Jonathan buiten zijn glitterpakje ook de nodige pathos meegenomen naar het Waalse modderdorpje. Meestal zijn we voor een beetje kitscherig sentiment nog enigszins te vinden, maar de frontman durfde hier al wel eens te irriteren met zijn Morrissey- of Glasvegas-achtige vocals. Met name ‘I need a doctor’ en de bijpassende overdadige moves werken in combinatie met de simpele lyrics wat op de zenuwen. Tegelijkertijd konden we het donkere randje wel smaken dat op die manier ook vaak in het geluid sloop. Aan het begin van de set en in de vorm van hitjes ‘Money’ en ‘Let’s go surfing’ kregen we een paar up-tempo liedjes, maar ook die werden eerder met veel show dan met veel energie gebracht. Zo misten we uiteindelijk misschien wel iets te vaak een springerige vibe of zin om te gaan surfen.
Alles over Dour vind je op onze live-pagina. Foto’s van de vierde dag via deze link.