Alle vervelende Nederlanders – zo wil het cliché – zijn dezer dagen weer van de partij op Rock Werchter, onze gezant heeft het genoegen om met de overgebleven schatjes een weekend PITCH Festival te beleven. Veel lieverds tekenden present, iets te veel eigenlijk, want soms was het wel erg hard wringen voor een plekje in één van de zalen met beperkte capaciteit. Dat draaide op vrijdag meteen als het grootste manco van het dansfestijn uit, verder bleek het festival immers een modern gebeuren waarvan Belgen enkel kunnen dromen.
De eerste act die we aan het werk zagen, was het trio Kate Boy dat, zoals het het flinke Zweden betaamt, gretig elementen uit het verzamelde werk van nationale trots The Knife leende. We hoorden de kenmerkende synthpop, moesten bij de vocals van de charmante frontvrouw op tijd en stond aan Karins zang denken en kregen tegen het einde van de set ook nog een politieke boodschap op ons bord. Qua inhoud stelde het drietal gisterenmiddag evenwel teleur. De blinkende sound van de o zo ingenieus geproduceerde liedjes bleef ergens steken achter de overdreven aanwezige beats en onnodig, niet bepaald indrukwekkend getrommel. Hitje ‘Northern lights’ – nochtans een favoriet des huizes – herkenden we slechts na een minuut, zo onsubtiel werd het gisteren gebracht. Bonuspunten verdienden ze wel voor hun afgestemde kledij. Het oog wil immers ook wat.
Meer Scandinavische electropop – zij het van een heel andere slag – werd ons daarna gebracht door het bijzonder sympathieke man-/vrouwduo Rangleklods. Na hun geslaagde passages op Eurosonic en Glimps kregen de twee gisteren de kans om in het Transformatorhuis te vechten tegen heel wat tegenlicht en een stel rumoerige Nederlanders. Dat lukte de Denen meer dan aardig. Hun van new wave doordrongen nummers galmden gepast groots door de oude fabriekshal en wanneer de remmen los gingen op het podium, volgde meteen een voor dat uur uitzinnige reactie van het publiek. Bij momenten waagde de band zich aan het soort kabaal waar Goose of Skrillex graag hun handtekening onder zetten, maar het moet gezegd dat ze hier verrassend goed mee weg kwamen.
Voor The Field waren we vervolgens te laat – de security liet onverbiddelijk niemand meer binnen – en dus sprongen we een zaal verder even binnen bij Torus. Geen ramp, want de Nederlander beschikt duidelijk over heel wat capaciteiten. In het kleinste zaaltje van het hele terrein speelde de producer een set die bij momenten hiphopgeoriënteerde clubhits bracht en op andere momenten de meer emotionele kant van de Sonic Router-muzikant toonde. Op die ogenblikken was Ryan Hemsworth nooit ver weg, vandaag staat de Canadees zelf ook op PITCH.
Op dan naar Kelela, de sensationele r&b-vocaliste die vorig jaar naam en faam maakte met de bijzonder sterke mixtape ‘Cut 4 me’. Live bleek het moeilijk om haar muziek dat extraatje te geven. De producties van de artieste zijn namelijk niet van die aard dat ze door een band gespeeld kunnen worden en bijgevolg was de Amerikaanse verplicht om enkel te zingen over de beats van haar dj. Dat kon ze wel degelijk uitstekend; zonder ooit echt uit te moeten halen, maakte de zangeres indruk met haar stem. Om de show verder nog wat boeiend te maken, bracht Kelela twee van haar liedjes in een remix – hoefde voor ons niet meteen -, bewoog ze op het podium net zo verleidelijk als ze zong en dook ze midden in haar set nog het publiek in. De dame deed kortom alles wat ze kon om het ons naar de zin te maken en slaagde daar in de mate van het mogelijke ook in.
Daarna was de volgende halte op onze route de Westerunie, een bijzonder leuk zaaltje waar Slow Magic de zwetende lijven aan het dansen probeerde te krijgen. De gemaskerde artiest begon fantastisch met een euforisch, door de aanwezigen bijzonder goed onthaald ‘On yr side’. Doorstomen deed ie vervolgens met zijn trommel in het publiek. Na twee songs leek de set echter al opgebrand. We kregen minder goeie liedjes voorgeschoteld en moesten vooral ellendig lang wachten tussen de nummers. Dat kwam een keer door technische problemen, leek ook met de hitte te maken hebben, Slow hapte immers meermaals achteraan het podium naar lucht bij een ventilator, en werd meestal opgelost met overbodige drumpartijen of noisy elektronica. Met een footworkachtige laatste wist de chillwaveproducer op het einde nog één keer grote indruk te maken; als alles goed zat, bracht de artiest wel echt hoogtepunten van de dag.
De tegenvaller van de eerste dag kwam zonder twijfel van Mount Kimbie. Het duo kreeg de main stage ter beschikking om hun post-dubstep met post-rockinvloeden een post-albumvertaling te geven. In openlucht rijkte de, normaal gezien nochtans best stevige, sound van de Britten echter niet ver genoeg om de festivalweide ook maar enigszins aan het dansen te krijgen. Het publiek verloor dan ook snel zijn interesse en besloot begrijpelijk een praatje te maken. Na een kwartier hielden we het maar voor gezien: als fan was het een eerder pijnlijk tafereel om naar te kijken. Mount Kimbie hoort duidelijk in een zweterige club.
Dat betekende dan wel weer dat we op tijd in de Gashouder waren voor SBTRKT, de maker van die fantastische, alweer twee jaar oude self-titled debuutplaat. Onder het alziend oog van een gigantische opgeblazen hond speelde de producer ten dans met behulp van twee bandleden. Die zorgden ervoor dat de nummers gisteren extra dynamisch klonken, levendig zelfs en dat de Brit zijn sound nu ook probleemloos grote podia aankan. Verder bracht de groep niet gewoon de songs zoals we ze kennen van op het album; de liedjes werden namelijk bewerkt en uitgerekt, dat bracht enerzijds schwung in het optreden, maar kwam anderzijds soms overbodig over. De groep heeft overigens nog wel meer werk voor de boeg: pauzes sleepten vaak te lang aan en overgangen kwamen niet helemaal uit de verf. Tot slot bleken de nieuwe nummers niet meteen aan te slaan. SBTRKT heeft de juiste middelen en instrumenten, als ie ze nu nog juist leert inzetten, levert hij dit najaar een uitzonderlijk sterke show af.
De headliner van de eerste dag was Massive Attack, de legendarische triphopformatie die in de jaren 90 furore maakte met albums als ‘Mezzanine’. Enerzijds zou je de band een vreemde programmatie op Pitch kunnen noemen, omdat het de enige echt klassieke of oude act op het festival is, anderzijds passen de Britten qua muziek natuurlijk perfect op de Amsterdamse tweedaagse. In ieder geval was het publiek wel talrijk opgekomen voor het tweetal en kreeg het ook een headlinerwaardige show te zien. Het duo rockte bij momenten erg hard, ontroerde met de echte klassiekers en sloot de vrijdag op een gepaste manier af. Het was wel jammer dat de show qua visuals niet mee was met zijn tijd, in schreeuwlelijke kleuren werden bizarre en schijnbaar politiek getinte boodschappen op de schermen getoond.
Pitch Festival programmeert vandaag onder meer Caribou, Darkside en FKA Twigs. Meer info en tickets vind je hier.