Het concert van Peace in de Botanique had ongeveer alles wat het moest hebben. Een rij krijsende meisjes voor het podium, die lange kerel die zo enthousiast met de armen in de lucht sprong dat er rond hem geregeld boos werd gekeken en de man tegen de muur die ofwel dochterlief in Brussel had afgezet ofwel per vergissing was binnen gesukkeld en dit jonge geweld niet had verwacht.
In tegenstelling tot de Witloof Bar enkele jaren geleden, is de Rotonde echter lang niet uitverkocht en daar heeft vooral The Mash last van. De Belgen brengen een aardig en vooral zeemzoet indiegeluid en zijn als support act ook niet aan hun proefstuk toe na een tour met Indochine. Helemaal van een leien dakje gaat het nochtans niet. Zo klinkt de gitaar van Julien Demeuse behoorlijk schel en weet ook het publiek niet goed wat het aan moet met ‘What a suprise’ of ‘Disconnected’. Het is allemaal best oké, maar blijven hangen doet het niet.
Dan gaat het Peace heel wat beter af. De indiepoppers uit Birmingham hebben met ‘Happy people’ net een nieuwe plaat uit, al verschilt die niet erg veel van hun debuut. Dat is overigens geen doodzonde, ‘In love’ bleek enkele jaren geleden al prima op maat gesneden voor verliefde en gebroken tienerharten en veel ouder is ook het publiek vanavond niet. En al is de band zelf nog erg jong, live is het een prima geoliede machine waarbij zanger Harrison Koisser met zijn (nep)bonten mantel ongetwijfeld de prijs krijgt voor meest aaibare frontman.
Het viertal zwiept met ‘Follow baby’ meteen de Rotonde onderuit en maakt hiermee haar reputatie als een van de betere live bands van het moment helemaal waar. Tekstueel is het allemaal niet veel soeps, maar dat wordt helemaal goed gemaakt met de catchy gitaarloops en dolle baslijnen die je hoofd helemaal gek maken. De band toetert Brussel behendig de huppeligste tunes om de oren en doet dat met een bijna overweldigend gemak en no nonsense. Neem daar dan nog Koisser bij die tussen ‘Gen strange’ en ‘Lost on me’ een door het publiek gescandeerd ‘You’re a wizard, Harry’ vrolijk lachend beaamt en het plaatje is compleet.
Wanneer Peace na een kwartiertje stevig opwarmen aankomt bij de sublieme Binary Finary-cover ‘1998 (delicious)’, is het hek voor de rest van het uur van de dam. De song wervelt en kruipt waar het niet gaan kan en ook de hormonen laaien flink op bij het jonge publiek dat de armen niet meer zal laten zakken. Het anthemgehalte blijft lekker hoog tijdens ‘Bloodshake’ en ‘Wraith’, terwijl de tempowisselingen in rock ballads ‘California daze’, ‘Float forever’ en het nieuwe ‘I’m a girl’ de uitgelaten sfeer geen moment doen inzakken. Op zo’n moment gebeurt er al eens iets geks, en dat is ook vanavond niet anders. Tijdens ‘Lovesick’ springt plots een hele schare fans tot groot jolijt van gitarist Doug Castle het podium op en de roadie heeft het maar moeilijk om de invasie onder controle te krijgen.
Als concerten een “vind ik leuk”-knop zouden hebben, dan was die vanavond tig keer ingedrukt. Peace is immers net wat het jonge hipstervolk van vandaag nodig heeft. Ook al kijken de populaire Britten immers zonder scrupules af bij bands als Blur, Friendly Fires, The Charlatans en, waarom niet, de refreinen van Oasis, toch hebben de zilvergerande deuntjes iets uniek en ontzettend meeslepend. En misschien is het wel net die nonchalance en toegankelijkheid die de band zo vernieuwend maakt.
De Botanique programmeert binnenkort onder andere Panda Bear (5.03), The Subways (11.03) en Yuko + Dans Dans (16.04). Alle info, het volledige programma en tickets vind je hier.