Regelmatig gaat Indiestyle naar concerten over de grens. In Le Grand Mix te Tourcoing bijvoorbeeld. Dat heeft niet alleen te maken met de stevige promotie in het kader van het 4×4-project (met muziekclubs 4AD en De Kreun), maar ook simpelweg omdat de organisatie van een uitmuntend niveau is. Allereerst staat de muziek er stiller, en is het ook echt aangenaam om te luisteren. Bovendien is het er ontzettend gezellig, krijgt iedere bezoeker de nodige ruimte om te staan en vrij te bewegen, en bovenal zijn de prijzen er geweldig democratisch. Een tijd geleden waren we in Le Grand Mix te gast voor Local Natives. Dit keer was het de beurt aan Mumford & Sons, misschien wel dé band van 2009 (& 2010?!).
Vooraleer Mumford met zijn zonen het podium besteeg was het de beurt aan Johnny Flynn, bij weinigen zal het een belletje doen rinkelen. Wees gerust, ook wij kenden de Britse folkband niet, maar wat we hoorden zal ons wel bij blijven. Johnny Flynn bracht nummers die zweefden tussen moderne folk à la Mumford & Sons en bands als Beirut. In die hoedanigheid creëerden ze langzaam aan een licht melancholische sfeer in Le Grand Mix. Bovendien bleek Johnny Flynn ook een zeer charmante, charismatische persoonlijkheid te zijn. Alleen jammer dat er zo weinig variatie in hun muziek zat. Dat zal ons in ieder geval niet beletten om hun debuutplaat (die uitkomt in juni) te beluisteren.
Afijn, naarmate het geroezemoes in de zaal groeide, voelden wij ook wel dat iedereen nerveus stond te wachten op het aantreden van Mumford & Sons. Gisteren kwamen we te weten dat de band nog niet erg hot is in Frankrijk. Toen zanger Marcus in zijn beste Frans aan het publiek vroeg of er ook Belgen in de zaal waren, stak vrijwel de ganse zaal de armen in de lucht. Op die 50 eenzame Fransen na… Een teken dat het 4×4-project wel degelijk werkt. Samen met die 549 andere Belgen zagen we vooral een heel sterk concert van Mumford & Sons, dat wat ons de boeken in kan als het (voorlopige) concert van het jaar. De band wisselde oud met nieuw werk af zonder ook maar één moment te vervelen. Waar ze ietwat rustig en aarzelend begonnen met nummers als Sigh No More, Awake my Soul en Roll Away Your Stone, viel op dat de set steeds intenser werd. Eens ze voorbij hun hit Little Lion Man waren, steeg de band ook boven zichzelf uit. Mumford genoot zichtbaar van de aandacht en het respect van het publiek (je kon er een speld horen vallen tussen de optredens).
Toen de band echte megakleppers als The Cave, Thistle & Weeds en Dust Bowl Dance aansneed, konden wij enkel een korte wauw stamelen. Maar nog meer genoten we van het nieuwe werk van Mumford & Sons. We hoorden twee nummers en wisten dat de volgende plaat zo mogelijk nog mooier zal worden. Vooral wanneer Marcus zich aan de drums zette bij nummers als Lover Of the Light en het geweldige Whispers in the Dark klopte onze tikker stevig door. Werkelijk alles was goed. Slotnummer I Gave You All was de kers op de taart. Een aardig toetje zeg maar.
Velen die er waren zullen het met ons eens zijn dat Mumford & Sons in een begenadigde bui was. Het spelplezier droop echt van de gezichten. Toen zanger Marcus Mumford tussen z’n tanden nog eens vermeldde dat Frankrijk veel fijner was dan Duitsland sloot het publiek de groep massaal in de armen. Mumford & Sons heeft de potentie om binnen dit en een jaar of twee een ganse Werchter-wei Kings Of Leon-gewijs mee te laten brullen met hun songs. Wij tippen hen alvast als dé festivalsensatie van 2010. Heerlijke band, heerlijke zaal, heerlijke avond!
Mumford & Sons spelen eind april live in Utrecht (Tivoli, 26.04) en Brussel (AB, 27.04). Beide concerten zijn volledig uitverkocht. Terecht.