In Rotterdam wordt dit weekend één van de eerste festivals van het jaar gehouden: Motel Mozaïque. Je kan wel van een ijzersterke affiche spreken, want zowel vrijdag als zaterdag staan meermaals verschillende bijzonder goede artiesten gelijktijdig geprogrammeerd.
We begonnen de avond in een goed gevuld Rotown, waar Gardens & Villa mochten optreden voor een erg luidruchtig publiek. Dat deden de Amerikanen op een best futloze manier met liedjes die ook wel wat meer levenskracht konden gebruiken. De band begon nochtans vrij sterk en bracht twee geslaagde, cheesy nummers die meer catchy dan fout waren. Daarna kwam de groep echter met platte radiodeuntjes, minder goede fluitexperimenten en ongepaste en slecht gebrachte post-punk. Het was eigenlijk wachten tot de aan DIIV herinnerende afsluiter om terug te kunnen genieten van de show. Gardens & Villa waren leuk, maar verveelden snel en beschikten over weinig memorabele songs.
Met Wild Beasts kregen we vervolgens de grootste naam van de dag al vroeg op de avond gepresenteerd in de mooi ingerichte tent die we hier de Kathedraal mogen noemen. Aan dit optreden ging een schier onmogelijke keuze vooraf: zowel Jungle als Kurt Vile stonden op datzelfde moment ergens anders geprogrammeerd. Toch hadden we geen enkel moment spijt van onze beslissing om naar de Britse artpoppers te gaan kijken. Het viertal was namelijk in heel straffe doen. Waar ze op plaat toch vaak erg glad en – we moeten daar eerlijk in zijn – snobistisch klinken, kregen we vrijdagavond net een heel dynamische en pretrijke set op maat van een groter publiek.
Alles zat o zo goed; de perfecte zang van Hayden Thorpe, vaak aangevuld door Tom Flemings al even prachtige stemgeluid, de prominent aanwezige, rollende drums en de op de juiste momenten uitgespeelde gitaarlijnen. Met ‘Mecca’ en ‘Sweet Spot’ startten de Britten verrassend sterk en snedig. Daarna hield het kwartet die scherpte – op twee rustpunten middenin de set na – gedurende het hele optreden vast. ‘Daughters’ imponeerde dankzij z’n hypnotiserende synths, ‘Hooting & Howling’ bleek een volgend hoogtepunt door het aanstekelijke gitaarwerk en een publieksvriendelijke kickdrum. Tot slot klonk ook het nieuwe ‘Wanderlust’ meer dan uitstekend met z’n aanzwellende, bijzondere sound en meebrulbare slagzin (“Don’t confuse me with someone who gives a fuck”). Wild Beasts bevestigden hier, kregen ons zowaar aan het dansen en speelden mogelijk de beste show die onderstaande dit jaar al zag.
Vervolgens togen we richting Schouwburg waar Cosmo Sheldrake de hype van de dag bleek en wij geen plekje in de zaal meer konden bemachtigen. Gelukkig trad Sean Nicholas Savage er in de hal op en bleek die Canadees alle aanwezigen met z’n opmerkelijke persoonlijkheid en dito performance stil te kunnen krijgen. De gedrogeerde zanger bracht met z’n rood gestifte lippen, retro kostuum en bijzondere danspasjes een heleboel dramatiek. Daarnaast kregen we liedjes te horen die deden denken aan Paul Simon, Michael Jackson en How To Dress Well, terwijl de act zelf dankzij de focus op ‘s mans stem en gedragingen dan weer meer aan Majical Cloudz herinnerde. De songs op zich waren bovendien erg goed en kwamen door Savages prachtige vocals live nog beter tot hun recht. Deze rare snuiter bleek de verrassing van de avond.
We bleven vervolgens in de Schouwburg voor Ásgeirs optreden in de grote zaal. Vanop het balkon zagen we de Scandinavische Bon Iver gesteund door vier andere muzikanten zijn sentimentele liedjes afwisselend in het IJslands en het Engels voordragen. De man bleek echter niet in z’n beste doen en tijdens het eerste deel van de show werden we zelfs verveeld door z’n performance. De emotie kwam niet over, z’n stem liet ons onberoerd en ook de liedjes klonken best plat. In die mate zelfs dat ondergetekende en z’n compagnon tegelijk mekaar “Eurosongmateriaal” toefluisterden. In de tweede helft van de set kwam er echter beterschap met meer elektronische elementen, de voor deze zaal geschikte bombast en een geslaagde cover van Nirvana’s ‘Heart Shaped Box’.
Tot slot eindigden we de avond in Cultuurpodium Perron waar Omar Souleyman fashionably late met een vertraging van maar liefst een half uur zijn gekende dabkesounds en opruiende vocals ten berde kwam brengen. Na een valse start door technische problemen en een te eigenzinnige, mysterieuze song, bracht de Syriër zijn euforische liedjes en semi-apathische performance. Het was echter onze tweede livekennismaking met de charmezanger en nu vielen de tekortkomingen van zijn set veel harder op. Het gebrek aan variatie is natuurlijk ‘s mans grootste probleem, maar ook de liedjes op zich zijn niet altijd even overtuigend. We amuseerden ons wel weer, maar konden gisteren onmogelijk voorbij de minpunten van de act zien.
Ook vandaag kan je nog naar Motel Mozaïque. Op het programma staan onder andere Angel Olsen en Cashmere Cat. Klik hier voor tickets, de volledige line-up en verdere info.