De voorlaatste dag van een weer geslaagde editie van de Lokerse Feesten was tot onze grote vreugde was een “Britpop Night”. Met Paul Weller en Pete Doherty stonden meteen twee Engelse volkshelden op het podium. We voelden ons al helemaal in de Engelse sfeer toen we door de gietende regen richting de Grote Kaai reden.
Nog net op tijd om de twee laatste liedjes van The Van Jets bij te wonen, betraden we het gezellige, stedelijke festivalterrein en kwamen oog in oog te staan met een heel verscheiden publiek. Weller en Babyshambles deden respectievelijk de oudere en de jongere generatie afzakken naar Lokeren. De Gentse rockers sloten af met hun knaller ‘Electric Soldiers’ en gaven een volwassen indruk. De jonge knapen die zes jaar geleden zegevierden op Humo’s Rock Rally straalden deze keer meer eenheid en perfectie uit dan voordien. Enkel Johannes Verschaeve zou wat moeten werken aan zijn présence als frontman.
Een halfuurtje later begonnen The Horrors aan hun set. Deze bizarre Britse band heeft zijn naam niet zomaar uit de lucht geplukt want ze brengen heel donkere, soms zelfs dramatische (indie) rock. Live valt het te omschrijven als The Cure – vooral door de vrolijke melodie op de keyboards die de duisterheid van de andere instrumenten doorbreekt – meets Sonic Youth meets Kasabian. Aanvankelijk bleven ze vrij statisch en wekten ze een iets te ‘gothic’ indruk, maar naarmate het concert vorderde overtuigde de groep meer en meer. Hoogtepunten waren ‘Mirror’s Image’, ‘Sea Within a Sea’ en ‘Three Decades’. Opvallend dat zo’n verscheidene bandleden toch de bekwaamheid bezaten om op coherente wijze samen te spelen.
Time for the Modfather! Wat een contrast met de twee voorgaande frontmannen toen Paul Weller het publiek kwam begroeten. Met een zelfzekere, vriendelijke houding zei hij: ‘Good evening’ en ze vlogen er meteen in. Small talk was niet vereist. Heavy Soul, Broken Stones, Mermaids, Up The Dosage, Brushed,… kwamen allemaal aan bod. Halfweg het optreden nam Weller plaats achter zijn piano om twee ballads te spelen waaronder het tijdloze ‘You Do Something To Me’. Op het einde gooide hij alles eruit met Shout To The Top (The Style Council), Start! (The Jam) en Come On/Let’s Go. Het publiek zag dat het goed was. Het waren geen songs om helemaal op los te barsten, maar ze getuigden wel van muzikale schoonheid.
Vooraan bij het podium begon de Engelse die hard-fanbase van Babyshambles zich al te verzamelen – de meesten nog meer dronken dan Doherty normaal zelf is. Tien minuutjes te laat, kwam de enige echte Pete het podium opgestrompeld, warmde zijn vingers wat op met een aantal akkoordjes en ging dan over naar het begin van ‘Delivery’; de perfecte opwarmer voor een rock show. De setlist bevatte heel wat lekkers: Carry on Up the Morning, Side of The Road, French Dog Blues, Baddie’s Boogie, There She Goes en Pipedown. Voor bijkomende achtergronddecoratie zorgden op een bepaald moment twee ballerina’s die heen en weer sprongen met Britse vlaggen. Pete Doherty zorgde deze keer ook voor een stunt toen hij een 5 à 6-jarig meisje het podium op haalde, haar de microfoon in de handen duwde en dan vroeg: “Kanst du singen? Parlez-vous Français?”. Het publiek juigte het schattige meisje toe maar jammer genoeg ging ze niet over tot zingen. De hoogtepunten kwamen op het einde met Libertines-klassieker What Katie Did, Killamangiro en uiteraard Fuck Forever als laatste boodschap aan een meer dan tevreden publiek.
Tussen twee uur en half drie zorgden Peter en Carmen van Hindu Nights nog voor een kort en krachtig feest bestaande uit de beste indie en rock & roll platen. Kasabian, Bloc Party, Arctic Monkeys en The Strokes kwamen allen aan bod. Hoe kan je ten slotte een “Britpop Night” beter afsluiten dan met Wonderwall van Oasis, het perfecte einde voor een waanzinnige avond?