Op deze indiegetinte dag vond de organisatie van Sziget dat Interpol niet mocht ontbreken. Dat is een week voor de dertiende verjaardag van debuut ‘Turn on the bright lights’ allerminst een slecht idee. Het heet dan ook vermoedelijk vast geen toeval dat het drietal uit New York hier aftrapt met het stomende ‘Say hello to the angels’ en hiermee Budapest meteen bij het donkere nekvel grijpt.
Terwijl de opvolgers van Interpols eerste plaat minder duister zijn, weet de band hun publiek toch weer helemaal onder te dompelen in allesverwoestende golven die het festival doen geloven dat ze er nooit meer zullen uitraken. Het meest herkenbare ‘Evil’ krijgt zo een baslijn mee die een tikje lager is dan bij het origineel wat het nog een stuk rilleriger maakt, terwijl de sappige shoegaze in ‘Everything is wrong’ behoorlijk wat rake klappen weet uit te delen.
Dertien jaar kan een whisky de perfecte sterkte meegeven, maar ook voor Interpol moet dit de juiste rijptijd zijn geweest. In ‘Rest my chemistry’ hoort het festival Paul Banks bijna naar adem happen wanneer de song noot per noot passend in elkaar vloeit en de tergende emoties nog net niet tastbaar maakt. Een onverwacht einde krijgt de show met bisnummer ‘Untitled’ dat werkelijk even voor kippenvel zorgt met zijn onderhuidse ontroering en hikkende gitaren. “I will surprise you sometime / I’ll come around when you’re down” was nog nooit meer op zijn plaats.