Voor een tweede avond preselecties moest je dapper zijn en de ijzel en sneeuw trotseren. In Leffinge stonden alweer negen hoogstwaarschijnlijk bloednerveuze kandidaten op het podium om bij de twintig halve finalisten te mogen horen, wij stonden dan weer iets meer comfortabel in de zaal. De beste stuurlui staan aan wal, uiteraard.
Eerder dit jaar, dirk., foto door Agathe Danon.
Het zijn hoogstwaarschijnlijk die zenuwen die de meeste muzikanten helemaal derp doen gaan wanneer ze net voor hun optreden een onnozele doch oersimpele vraag voor de voeten krijgen geworpen. Dirk. was daar al meteen een heerlijke uitzondering op. “Het was dat of Patrick,” antwoordde de frontman laconiek op het peilen naar de oorsprong van hun groepsnaam. Ook de muziek mocht er wezen. De dirkjes doen alles wat je van een leuke noisepop band kan verwachten: schreeuwen, fluisteren, spastisch over het podium spartelen en een hoop riffs door de mixer gooien om die vervolgens ongegeneerd in je gezicht smijten. Een leidraad voor het publiek hebben ze ook: gouden melodieën die je maar één keer hoeft te horen om te kunnen meebrullen. Dirk. is een totaalpakket.
Op naar frøwst, die met dank aan een soundscapende gitarist (met vioolstok, uiteraard) een heel zweverige versie van Bear In Heaven leken te gaan worden. Gelukkig waren daar de synthesizers met een poging het geheel met de voetjes op de grond te houden. Het resultaat en ons gevoel daarbij hing altijd af van de zanger: kreeg hij ergens in zijn vele omzwervingen de juiste richting te pakken, dan viel het best te pruimen. Vooral de ingehouden stukken van het derde nummer scherpten onze oren, waardoor het extra spijtig werd dat ook aan die song een groots einde werd gebreid.
Johnny favorite AKA MADSIN, ze noemen hem voor de makkelijkheid ook de Mos Def of de MF Doom van Oostende – ze twijfelen nog – had speciaal voor Humo’s Rock Rally zijn crew wat uitgebreid. DJ Warlord én een krullerige grijsaard met een elektrische gitaar uit de jaren 70 mochten de man vervolledigen op het podium. Een kwartier lang serveerden ze soulbeats- en samples, schreeuwende solo’s en niemand minder dan johnny favorite hemzelve: strak in het pak, als we hem mogen geloven recht uit de no go-zone waarin Oostende vervallen is en vooral heel vastberaden om ons op zijn pad van ietwat enge liefde mee te nemen. We zijn uiteindelijk niet in zijn SUV gekropen, maar we kunnen wel een eerste keer het volgende bovenhalen: ja, oké, ja.
Eerlijk, wij houden van Humo’s Rock Rally, hoeveel je er soms ook door de matige of ietwat rare shit moet waden om een parel te vinden. Het bier, de mensen, de rocksterren, de familie van die rocksterren, dat warme gevoel wanneer een singer-songwriter die duidelijk iets idiosyncratisch gaat doen van voor de eerste noot “Idioot!” naar zijn hoofd krijgt geslingerd. Al bij al verviel ons medelijden met Nemo nogal snel in oprechte bewondering. Nicolas Vlaeminck kent de geijkte wegen van Phosphorescent of de eerste plaat van The Tallest Man On Earth vanbuiten, maar kon zich op een kwartier ook genoeg onderscheiden. Hoe hij dat deed? Misschien alleen al met dat riffje van ‘Home, my home’, misschien met zijn fascinerende en goede stem, maar waarschijnlijk vooral omdat wij denken dat er nog veel meer in zijn gitaardoos moet verstopt zitten.
Mad Horses, de tweede riffmachine van de avond, zijn een trio supertoffe dertigers die liedjes maken waar je op elk moment “whoa, black betty, bam-balam” op kunt beginnen zingen. Klinkt al zalig, en dan heb je nog niet gelezen dat ze vol energie zaten, van hun songstructuren een waar rocklabyrint maakten, in hun teksten geniale stukjes als “I try and I try and I try / to reach the other side / and I’m going down, going down, going down / down town” verstopt zaten en ze op het einde van hun set een sprongetje maakten! Machtig.
In 2014 schreven wij dat Fitzgerald dit jaar nog eens moest terugkomen, en kijk, daar waren ze alweer. Als wij hun rommelige boeltje van toen nog goed kunnen herinneren, dan hebben ze die nu omgevormd tot een degelijk op mekaar ingespeelde geluidsmuur à la Manic Street Preachers, waarbij die riff op eenzelfde manier erdoorheen wordt gejaagd. Ook de zanger probeert misschien iets wat meer rare dinges om op te vallen, al waren het uiteraard weer die blaassolo’s die het verschil moesten maken. Spijtig genoeg is er al een band die dat beter doet, ze heten Fanfarlo, en zijn wij die eigenlijk ook al een paar jaar beu.
Double DaZZle kondigden na het opzetten van hun DJ-materiaal aan iets heel speciaals te zullen gaan doen. Dat bleek dan een DJ-set te zijn, oké, ja. Voor zover wij het genre kennen was het inderdaad wel Top Radio-waardig en er bestaan zeker en vast mensen die hier helemaal los op gaan. Maar, wat voor een poptimisten wij ook zijn, in het duistere en “alternatieve” kader van Humo’s Rock Rally dachten wij toch voor de tweede keer enkel maar aan: ja, oké, ja.
Een hyperkinetische gitarist (Jon Bon Jovi van gisteren!), een drummer die zich beperkt tot het hoogstnoodzakelijke om je de beat te doen voelen, een bassist/zanger die groovy en zacht funkt en een zangeres die ook de samples beheert; Poolside Echo is op het eerste zicht een hit, en hoera ze schrijven ook hitjes. Archetype ‘I scream louder’ klinkt – zoals de band ook vermeldt – als Glass Animals of Blood Orange, maar wat nog het meeste opvalt is hoe slim het allemaal is. Hoe spontaan die gitarist ook over het podium lijkt te stuiteren, hoe natuurlijk de melodieën ook aanvoelen, hoe speels het afwisselen van vrouwelijke en mannelijke zang lijkt te vloeien; het gevoel bekruipt je dat er over hun nummers heel hard en heel lang is nagedacht. Een Belgische versie van intelligente pop, zou dat die felbegeerde parel zijn?
Pjay had ter ondersteuning van zijn white boy rap een echte drummer bij, maar laat ons de aandacht nog even houden op de intensiteit waarmee hij zijn set bracht. Titels als ‘Eternal pain’ en ‘Deep thoughts’ bleken geen understatement te zijn, al was er na een tijdje ook wel sprake van een overdosis grote gebaren en gevoelens. In het begin van het tweede nummer kon Pjay nog even steunen op een lekkere g-funk-riff, daarna verviel de set in één lange, zij het bij momenten fascinerende, klaagzang. Tot slot betwijfelden wij de toegevoegde waarde van de drummer, die vooral heel erg zijn best moest doen om de beat te volgen. Zo raakte hij in contrast met de percussionist van pakweg MF Doom die live de show draagt met een boel samples en ritmes. Opbouwende kritiek, ook dat krijg je bij Humo’s Rock Rally.