Verslag Eurosonic Noorderslag dag 3, 16 januari 2015

door Thomas Konings

Vrijdag ontdekten we een nieuwe kant van de stad, die waar Simplon een tweede hart van het Eurosonic-gebeuren vormde. Op welk ritme dat hart klopte, ontdek je hieronder.

lapsley

De Ierse posterjongen Eoin French mocht in het gezelschap van twee bandleden en onder de naam Talos onze avond openen. Tussen de nummers door slurpte hij van een tas thee en het was al vanaf een soort intro duidelijk waarom: de man heeft een fragiele, maar prachtige stem die live misschien nog net iets indrukwekkender is dan op plaat en net zo de hoogte in kan gaan als de zang bij Wild Beasts. Als we dan toch met vergelijkingen beginnen, moeten we zeggen dat Talos een soort SOHN 2.0 is. De songs zijn even traag, klinken net dat beetje spannender dan gelijkaardige geluiden van bijvoorbeeld Aquilo en bestaan uit dezelfde mix van electronica, pop en minimalisme. In debuutsingle ‘Tethered bones’ klonk die SOHN-echo nog iets te hard door, in de overige nummers scheen dat wel mee te vallen. En, het moet gezegd, die songs maakten allemaal meteen indruk. Van deze knaap hebben we het laatste nog lang niet gehoord.

Nog voor de set van Talos erop zat snelden we richting Infoversum om zeker een zitplekje te kunnen bemachtigen bij Låpsley (foto). Maar goed ook, want niet veel later was het theaterzaaltje helemaal volzet. Neergevlijd in belachelijk comfortabele zetels en met een prachtige sterrenhemel geprojecteerd op de koepel boven onze hoofden, begon de 18-jarige Britse aan haar optreden. De zangeres haalde missschien net iets te weinig echt uit met haar nochtans betoverende stem en de meer dansbare nummers misten hun effect toch wat op onze heerlijk onderuitgezakte lichamen. Het was vooral wanneer het tempo naar beneden werd getrokken dat Låpsley indruk wist te maken; zo hoorden we een adembenemende versie van ‘Painter (Valentine)’. Het hoogtepunt lag echter helemaal achteraan de set, met het langzaam ontluikende ‘Dancer’ waarbij de sterren om ons heen plots in beweging schoten. Terwijl we nog aan het bekomen waren van dit magische kippenvelmoment verliet de zangeres het podium met een korte ‘thank you’.

Na het abrupte einde van Låpsley’s optreden begaven we ons terug naar de Simplon, waar For BDK hun kunnen mocht tonen in het kleinere zaaltje. Toegegeven, veel wisten we op voorhand niet over de twee Zweden, maar soms zijn het net de dingen waar je niets of weinig van verwacht die dan toch een verrassend goede performance afleveren. Ook al viel het te betwijfelen of het duo veel zelf deed los van de drumpads en een sterk vervormde zang, verveeld hebben we ons geen seconde. Op vraag van zangeres Adele Kosman schuifelden we tot tegen het podium om vervolgens een halfuur voorzichtige danspasjes neer te zetten. We kregen een leuke portie Zweedse electronica te horen, die door de stemeffecten wel iets weghad van de onvermijdelijke Karin Dreijer Andersson en haar Fever Ray, maar dan een flink stuk actiever.

Vervolgens veterden we onze danschoenen steviger vast, want in de grote zaal van de Simplon kwam Indiestyle-favoriet Shura haar funky soulmuziek live voorstellen. Na een vrij korte set sprongen vooral bekende nummers ‘Touch’, ‘Just once’ en ‘Indecision’ er tussenuit. Van de nieuwe songs was het enkel afsluiter ‘White light’ die echt indruk wist te maken met een lang uitgesponnen noisy outro. Voor het overige liet de Londense vooral haar soulvollere kant zien met zachtere, rustigere nummers, die echter heel moeilijk boven een vrij rumoerige zaal wisten te geraken. Shura’s stem maakte live ook nog geen onuitwisbare indruk, maar het dansen konden we bij haar hits toch maar moeilijk laten. We deden er bovendien stiekem nog een schepje bovenop aangezien Pukkelpop-organisator Chokri Mahassine net achter ons stond toe te kijken. Deze zomer Shura in Kiewit, Chokri? Wij zullen er alvast zijn dan.

Of de frontman van Gengahr opzettelijk een roze gitaar bespeelde en de gitarist niet toevallig een Powerpuff Girls-t-shirt droeg, weten we niet, maar dat het meer dan gepast was, kunnen we wel beamen. Het Britse viertal maakte leuke indierock met een schattig en poppy kantje, en het was met name de zang die de sound die richting gaf. Helaas klonk het geluid in Huize Maas wel erbarmelijk waardoor die vocals allesbehalve zuiver uit de boxen leken te schallen en het geluid van de band nogal overstuurd leek. Soms zorgde het contrast tussen het speelse en het stoere wel voor een interessant geluid, maar even vaak – vooral naar het einde van de set – zaaide het verwarring. Gemiste kans, lijkt ons.

De avond sloten we af in Huis De Beurs waar All We Are tegen een alweer rommelige mix mocht opboksen, zij het met minder problemen dan de meisjes van Hinds een paar dagen eerder. De vocals van het drietal geraakten ook bij hen ondergesneeuwd door hevige instrumentatie en vooral de verfijnde en intieme zang van bassiste Guro Gikling leek daaronder te lijden. Nochtans was het allesbehalve kommer en kwel bij de laatste act van het reguliere Eurosonic-programma. Het potige geluid toonde dat de Liverpudlians meer dan klaar zijn voor de grotere zalen en in het bijzonder de zwiepende gitaren maakten bij momenten indruk. Wie vreesde dat het beste al voorbij was na het openingsoffensief met ‘Feel safe’ en ‘I wear you’, werd door het trio verrast met meer inventieve psychedelic boogie en een bijzonder sterke cover van ‘Can’t do without you’. Zo werd het festival in stijl afgesloten.

Verslag van Låpsley, For BDK en Shura door Alexander Spriet, verslag van Talos, Genghahr en All We Are door Thomas Konings.

Eurosonic Noorderslag website