Wie niet kan kiezen blijft best weg van Eurosonic. Op donderdag schotelde het festival ons op een kleine vijf uur tijd ongeveer honderd optredens voor. Wij pikten er enkele uit, waaronder Chvrches, een naam die de laatste weken over zowat alle tongen ging.
Ook gisteren was het vaak weer zaak om er tijdig bij te zijn. Woensdag misten we Temples omdat De Spieghel helemaal vol zat, gisteren waren we in Huize Beurs wel op tijd. De groep uit de Engelse Midlands speelt psychedelische pop die balanceert op de grens van de sixties en de seventies, en dan zijn The Beatles, Cream en de Kasabian van ‘Empire’ nooit ver weg. Een song als ‘Keep in the Dark’ begon wat bluesier om toch te eindigen in hogere sferen. Met gitaren en orgeltjes, opvallende kapsels, weinig show, en zonder Britse arrogantie, liet Temples mooie dingen horen die bovendien erg zuiver klonken. Zonder de nummers echt te kennen bleef de ook nu weer volle zaal geboeid tot het einde van de set.
Doordat we Temples tot het einde uitzaten, misten we het begin van Adrian Crowley. Hoe het kan dat die man al bijna dertien jaar albums maakt zonder wereldwijd door te breken is ons een compleet raadsel. Zingen en gitaar spelen doet de Ier zelf, twee bandleden op viool stonden hem gisteren bij. Puurder dan dit kan schoonheid eigenlijk niet zijn. Zijn warme diepe stem en de erg rustige songs maken van deze man de perfecte opvolger van Leonard Cohen als die binnenkort toch besluit dat het tijd is voor zijn pensioen. Crowley is 33 en heeft dus nog heel wat jaren voor zich. Zoek op YouTube naar ‘Alice Among The Pines’ en pik zeker een van zijn concerten in België en Nederland mee dit voorjaar.
De avond die perfect was gestart leek een even fijn vervolg te krijgen met Epic Rain. Hip hop uit IJsland, we wedden dat veel mensen het genre en het land niet met elkaar associëren. Het begon goed met een dj en twee mc’s die onder meer confettislingers in het publiek gooiden, bellen bliezen en een originele variant van het genre brachten. Een van de mc’s was verkleed als stijlvolle clown, omdat alles wat uit IJsland komt nu eenmaal een speciaal randje lijkt te hebben. Na een kwartier waren we echter gewoon geraakt aan de gimmick en bleken de songs op zich niet sterk genoeg om te blijven boeien. Op naar de volgende dus.
Om zeker Chvrches niet te missen, besloten we dan om al af te zakken naar de Minerva Art Academy, waar we nog een klein halfuur van Lescop konden meepikken. Het Franse gezelschap, dat recent nog de Rotonde van de Botanique uitverkocht, had de drums en elektronische geluiden op een Apple staan terwijl zang, gitaar en bas wel live werden gespeeld. Hun in het Frans gezongen new wave overtuigde niet echt, behalve in ‘La Fôret’ dat er werkelijk met kop en schouders bovenuit stak. Voor het overige zat de zang wel goed, was het meestal ook dansbaar, maar ook te monotoon. Deze muziek zou echt wel een stuk beter klinken met live drums. Dat de zaal het hele optreden lang volledig verlicht was droeg hoegenaamd niet bij aan de waarde van het concert.
De Minerva Art Academy bleek evenmin de lichten te doven tijdens de show van Chvrches. Vervelende gewoonte toch wel. Gelukkig bleek dit optreden wel te overtuigen. Meer dan een halfuur hadden de electropoppers uit Glasgow niet nodig om te bewijzen dat de BBC hun terecht uitroept tot artiesten op de rand van de grote doorbraak. Vanaf seconde één waren we in de ban van de aanstekelijke en dansbare elektronische klanken en beats. Door een gebrek aan herkenning van de meeste songs sloeg de vlam niet helemaal in de pan, al durven we er wel wat op verwedden dat deze bevallige zangeres en haar twee kompanen op keyboards en bas na de release van hun debuutalbum op heel wat bijval zullen kunnen rekenen. Het enige wat je hun zou kunnen verwijten is een gebrek aan een eigen gezicht. Als iemand nummers schrijft van het kaliber van ‘The Mother We Share’ zien we dat graag door de vingers.