Foto’s Tina Herbots, verslag Thomas Konings
Dankzij opduikende okselvijvers, een voorbij waaiende wietgeur en een uitverkochte Chapiteau voelden wij gisteren op Les Nuits Botanique voor het eerst dit jaar de alom bekende festivalkriebels. Leuk, maar toch waren het vooral Cloud Nothings en Mac DeMarco die ons met een gelukzalig gevoel achterlieten.
Geen enkele Belgische band paste gisteren meer in het plaatje dan de Brusselse opener Mountain Bike. Met hun basketbalshirts, aanstekelijke oehoehoes en zonnige garagepunk leek het gezelschap wel uit San Francisco te komen. De broekloze gitarist en jolige podiumsfeer konden daarnaast wel uit Mac DeMarco’s tourbus weggelopen zijn. Een hele reeks plezierige songs passeerden zondag in een snikhete tent de revue, al bleek de ene iets sterker dan de andere. Na een goed begin volgden in het midden van de set enkele onderling inwisselbare nummers. De jongens herpakten zich echter aan het einde en sloten af met een verrassend harde, serieuzere gitaarsong en hun beste, aan Black Lips herinnerende pretrocklied.
Het belangrijkste moment tijdens het optreden van Cloud Nothings duurde 5 seconden, was niet gevuld met muziek en deed zich voor tussen het tweede en het derde nummer. Het was een ogenblik van introspectie, het cruciale punt waarop je als toeschouwer moest beslissen of je mee wilde gaan in het verhaal van Dylan en co, en klaar was voor een dolle rit. Wij waren daartoe bereid, lieten ons gewillig in een hoek drijven en werden daar dankzij enkele genadeloze uithalen buiten westen achtergelaten.
Eens Baldi de kikker in zijn keel gevonden had, raasde het drietal tegen een onnavolgbaar tempo door hun oeuvre. Het energieshot in ‘Psychic trauma’ sloeg na veertig seconden harder toe dan Gilbert op de Cauberg, ‘Fall in’ bleek dan weer het sterkere en stoerdere broertje van het beste Green Day-werk. ‘Stay Useless’ donderde voort tegen een sneltreintempo, maar werd net op de rails gehouden door de immer strakke drums. Imponeren deed het trio eveneens met de vuiggerande recht door zee rocker ‘I’m not part of me’.
Tegen onze vrees in vonden ook de loggere beesten ‘Pattern walks’ en ‘Wasted days’ een geschikte plek in de set. Beide songs kenden een gelijkaardige opbouw. Ze kregen een vurig begin, werden vervolgens onderbroken voor agressieve, spannende en functionele stukken noise en mepten daarna de weinige nog rechtstaande toehoorders murw met een verwoestende finale. De eerste mondde uit in een monsterlijk vingervlugge, psychedelische mantra. De tweede maakte z’n klassiekerstatus meer dan waar dankzij de wanhoopszang, een kwartier durende opbouw en een onwerkelijk hypnotiserend, emotionerend en quasi transcendentaal slot. Cloud Nothings gaven het soort optreden dat je maar enkele keren per jaar ziet; beklijvend van begin tot eind, spannend op elke seconde en voelbaar in iedere vezel van je lichaam.
Op korte tijd is Mac DeMarco uitgegroeid tot een idool voor velen, een icoon in het wereldje. Komt het door zijn slackerboodschap en –levensstijl of de vrolijke feelgoodliedjes? De Canadees bracht na Cloud Nothings’ confronterende zinsnede “I thought / I would / be more / than this” in ieder geval heel wat relativering, muziek die je alsnog met een kamerbrede grijns en een zorgeloos gevoel de propvolle zaal deed verlaten.
Een deel van de zanger zijn succes kan verklaard worden door zijn simpele, gespeeld kinderlijke, maar bijzonder opgewekte verschijning. De bindteksten van de artiest – en vooral van zijn bassist – slaan werkelijk nergens op, maar weten wel te amuseren. In zijn muziek echoot eenzelfde olijke gevoel door. Waar dat op plaat niet bij elke luisterbeurt weet te overtuigen, klinkt het live wel bijzonder fris, levendig zelfs. Nummers als ‘Let her go’ en ‘Passing out’ barstten van de vitaliteit, ‘Freaking out the neighbourhood’ kreeg een o zo plezierige reggae-intro met geïmproviseerde zang door een al even raadselachtig opduikend bandlid.
Toch is het opvallend dat DeMarco nu beter weet waar hij mee bezig is dan twee jaar geleden. Toen stelde de muzikant met zijn gekkigheid teleur in de Witloof bar door een slechte mix en een rommelig gebrachte set. Gisteren leek de ietwat rammelende sound en de vrije sfeer op het podium daarentegen onder controle, zij het nog steeds wel spontaan. Ook als band leken Mac en zijn jongens gegroeid. ‘Cooking up something good’ was stevig en vol, ‘Ode to Viceroy’ kreeg een volwassen, swingende outro. Een hardere gitaarsound gaf ‘Brother’ een hele nieuwe, geslaagde dimensie en het Atlas Sound-achtige prijsnummer ‘Let my baby stay’ maakte indruk met een groots, dramatisch einde.
Het uitbundige, legendarische ‘Still Together’ en een “kneel for Neil” -Young-cover zorgden voor een waanzinnig einde van een ijzersterk optreden en uitstekende avond. Les Nuits hebben hun startweekend allesbehalve gemist.
Les Nuits Botanique programmeren vandaag en de komende dagen nog onder meer ZZZ’s (19.05), Frànçois and The Atlas Mountains (20.05) en de Nuit Belge met o.a. School Is Cool, Coely en Amatorski (21.05). Klik hier voor tickets, de volledige kalender en verdere info.